Aardolie ontstaat diep onder de grond door organisch materiaal (koolwaterstoffen zoals cellulose uit planten) samen te persen.
Aardolie is een mengsel van allerlei grote en kleine koolwaterstoffen.
Om aardolie te gebruiken als energiebron moeten we de grote en kleine moleculen sorteren. We verdelen ze in "fracties".
Slide 26 - Tekstslide
Welke scheidingsmethode kunnen we gebruiken om de grote en kleine koolwaterstoffen in aardolie te scheiden?
A
Extraheren
B
Indampen
C
Destilleren
D
Adsorberen
Slide 27 - Quizvraag
Destillatie van aardolie
Destillatie = scheiding op basis van kookpunt.
In een destillatiekolom noemen we dit gefractioneerde destillatie.
Grote moleculen hebben een hoger kookpunt dan kleine moleculen.
Grote moleculen zullen bij het afkoelen dus eerder condenseren en vloeibaar worden dan kleine moleculen, die blijven nog in gasvorm.
In een destillatiekolom wordt de aardolie van onderaf verwarmd.
Hoe hoger in de kolom, hoe lager de temperatuur.
Slide 28 - Tekstslide
Destillatiekolom
Aan de onderkant wordt de aardolie verwarmd.
Moleculen die verdampen vliegen door de
opening in het plafond naar de volgende
verdieping.
Moleculen die condenseren worden op die
etage vloeibaar en stromen de kolom uit.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Waar uit de kolom zal methaan (aardgas) komen?
A
Helemaal onderin
B
Helemaal bovenin
C
Ergens in het midden
Slide 31 - Quizvraag
En daarna?
Je hebt nu de aardolie gescheiden in verschillende fracties. Maar je kan niet alle fracties zomaar meteen gebruiken.
Om de stoffen te kunnen gebruiken, moeten we soms de stoffen nog in kleinere stukjes breken. Dat heet kraken. Dat gebeurt pas na het destilleren.
Slide 32 - Tekstslide
Kraken
Om de stoffen te breken, moeten ze ontleden. Ontleden is het uit elkaar vallen van een stof in kleinere stukjes.
Bij aardolie doe je dit door de koolwaterstoffen heel heet te maken en een katalysator toe te voegen. Dan breken de koolwaterstofketens in kleine stukjes. Ontleding bij hoge temperatuur noemen we thermolyse.
Slide 33 - Tekstslide
Kraken is een:
A
scheiding
B
synthese
C
ontledingsreactie
D
verbranding
Slide 34 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met kraken van aardoliefracties?
A
Kleine moleculen worden gekoppeld tot lange moleculen.
B
Aardoliefractie wordt ontzwaveld.
C
Aardolie wordt gedestilleerd.
D
Lange moleculen worden afgebroken in kleinere moleculen.
Slide 35 - Quizvraag
Structuurformules
Platte projectie van het molecuul waarin je kunt zien hoe de atomen met elkaar zijn verbonden.
Voorbeeld structuurformule
Covalentie
1.
2.
3.
4.
5.
Slide 36 - Tekstslide
Covalentie
Neem onderstaande figuren over in je schrift en geef bij elk atoom de verbindingsstrepen weer (covalentie):
1.
2.
3.
Tip
Slide 37 - Tekstslide
Vertakt-Onvertakt en Verzadigd-Onverzadigd
1.
2.
3.
4.
5.
Slide 38 - Tekstslide
Probeer het nu eens zelf
Geef van de volgende voorbeeld aan of ze Vertakt/Onvertakt zijn EN of ze Verzadigd/Onverzadigd zijn.
Slide 39 - Tekstslide
Welke brandstof hieronder is GEEN fossiele brandstof
A
hout
B
steenkool
C
aardgas
D
dit zijn allen fossiele brandstoffen
Slide 40 - Quizvraag
Uit welke atomen bestaan koolwaterstoffen?
A
C en F atomen
B
F en H atomen
C
C en H atomen
D
Na en C atomen
Slide 41 - Quizvraag
Koolwaterstoffen behoren tot de ...
A
...elementen
B
...moleculaire stoffen
C
...zouten
D
...metalen
Slide 42 - Quizvraag
Bij gefractioneerde destillatie scheid je stoffen op basis van kookpunt. De stoffen met het hoogste kookpunt komen
A
bovenin de kolom, want deze moleculen hebben een sterke vdW-binding
B
onderin de kolom, want deze moleculen hebben een sterke vdW-binding
C
onderin de kolom, want daar is het het koudst
D
bovenin de kolom, want daar is het het warmst
Slide 43 - Quizvraag
Wat zijn de covalenties van koolstof- en waterstof atomen?
A
de covalentie van C is 1
de covalentie van H is 1
B
de covalentie van C is 1
de covalentie van H is 4
C
de covalentie van C is 4
de covalentie van H is 1
D
de covalentie van C is 4
de covalentie van H is 4
Slide 44 - Quizvraag
Wat is de covalentie van stikstof?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 45 - Quizvraag
Welk type vet bevat naar verhouding de meeste H-atomen?
A
verzadigd vet
B
onverzadigd vet
C
meervoudig onverzadigd vet
D
plantaardige olie
Slide 46 - Quizvraag
Is het volgende molecuul verzadigd of onverzadigd?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd
Slide 47 - Quizvraag
Is het volgende molecuul verzadigd of onverzadigd?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd
Slide 48 - Quizvraag
Is het volgende molecuul verzadigd of onverzadigd?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd
Slide 49 - Quizvraag
Ga voor jezelf nu even na... Kun je nu:
Uitleggen wat koolwaterstoffen zijn?
Uitleggen wat wordt verstaan onder covalentie + van aantal atomen de covalentie noemen?
De begrippen vertakt en onvertakt, verzadigd en onverzadigd toelichten aan de hand van voorbeelden?
Structuurformules van stoffen tekenen?
Slide 50 - Tekstslide
Huiswerk
Maak de volgende opgaven in je boek/schrift van H7.1: