1.8 - toekomende tijd - vwo

Nederlands 1.8
Grammatica Woordsoorten
De tijden van het werkwoord (herhaling)
Alleen voor VWO

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1.8
Grammatica Woordsoorten
De tijden van het werkwoord (herhaling)
Alleen voor VWO

Slide 1 - Tekstslide

De tijden van het werkwoord
Je leert in welke tijden het werkwoord voorkomt.
Je leert de toekomende tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordstijden
Een werkwoord kan verschillende 'tijden' hebben. Je gebruikt het ww op verschillende manieren. De manieren hebben een naam: werkwoordstijden

Er zijn vier verschillende werkwoordstijden: 

Slide 3 - Tekstslide

Ik ging (pv)      Ik was gegaan        Ik ga          Ik ben gegaan
v. = ging            v.v. = was gegaan      Geen v!        v. = gedaan

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordstijden
1. Onvoltooid tegenwoordige tijd = OTT: Ik speel gitaar.
2. Onvoltooid verleden tijd = OVT: Ik speelde gitaar
3. Voltooid tegenwoordige tijd = VTT: Ik heb gitaar gespeeld.
4. Voltooid verleden tijd = VVT: Ik had gitaar gespeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd of verleden tijd? 
1. Ik vind filmpjes kijken op Youtube erg handig. = TT
2. Ik vond filmpjes kijken op Youtube erg handig. = VT

3. Ik ben mijn huiswerk vergeten. = TT
4. Ik was mijn huiswerk vergeten. = VT
--> Je moet kijken naar de persoonsvorm! 

Slide 7 - Tekstslide

Voltooide tijd of onvoltooide tijd? 
1. Ik heb op straat gelopen. = Voltooide tijd
2. Ik ben naar school gefietst. = Voltooide tijd
--> Het is klaar. De handelingen zijn afgelopen

Er moet dus een voltooid deelwoord in de zin staan.

Kijk nu eens naar de persoonsvormen. In welke tijd staan deze?  

Slide 8 - Tekstslide

Kan het nog moeilijker?
Ja dat kan!

Slide 9 - Tekstslide

Toekomende tijd
o.t.t.t.     onvoltooid    tegenwoordige   toekomende    tijd     ik zal lezen
o.v.t.t.    onvoltooid    verleden               toekomende    tijd    ik zou lezen
v.t.t.t.     voltooid         tegenwoordige   toekomende    tijd   
                                                                                                   ik zal gelezen hebben 
v.v.t.t.    voltooid         verleden               toekemende    tijd     
                                                                                                   ik zou gelezen hebben
dus: in de toekomende tijd wordt het hww zullen toegevoegd! Let op: vergeet in de voltooide tijd het hww hebben/zijn niet!

Slide 10 - Tekstslide

Toekomende tijd

De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)
De computer zal door de man gekocht worden. (v.t.t.t.)

De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)
De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)


In de toekomende tijd staat altijd het werkwoord ZULLEN

De laatste twee t's staan voor toekomende tijd.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen met werkwoordstijden?
Gebruik de volgende link en 
scroll helemaal naar beneden naar de oefeningen.

(alleen vwo)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link