De duurvorm in de verleden tijd noemen we in de Engelse taal de past continuous. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen: Ik was aan het sporten. We waren aan het zingen. Ik stond te schreeuwen. Bram zat te gamen. Deze zinnen staan allemaal in de duurvorm verleden tijd. Het vindt allemaal in het verleden plaats, en duurde een tijdje (duurvorm).