4.4 schrijven & formuleren - de instructie

4.4 Schrijven en formuleren
Instructieve tekst 


Neem je Chromebook voor je en laat deze dicht.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.4 Schrijven en formuleren
Instructieve tekst 


Neem je Chromebook voor je en laat deze dicht.

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Wat weten we ervan?

Slide 2 - Tekstslide

Wat doe je wanneer je een nieuw apparaat hebt gekocht?
A
Ik lees de handleiding
B
Ik ga zelf uitzoeken hoe het werkt

Slide 3 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van instructieteksten.

Slide 4 - Woordweb

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Jullie gaan in paragraaf 4.4 aan de slag met het schrijven van instructies

  • Daarbij moeten jullie gebruik maken van signaalwoorden zodat het verband duidelijk wordt;
  • Houd je rekening met voor wie je de instructie schrijft (het publiek);
  • Je geeft extra aandacht aan de signaalwoorden voor volgorde en tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Instructiezinnen

  • Instructies moeten duidelijk zijn
  • Je schrijft de zinnen vaak kort
  • Zinnen in instructies beginnen met een werkwoord (stam)
  • In de zinnen staat geen onderwerp
  • Plaats de campingbrander op een droge ondergrond.

Slide 6 - Tekstslide

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Instructiezinnen



Slide 7 - Tekstslide

Is dit een instructie?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Waar herken je dat aan?

Slide 9 - Open vraag

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 6-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Signaalwoorden volgorde en tijd


  • Volgorde: eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte
  • Tijd: daarvoor, terwijl, alvast, later.

Slide 10 - Tekstslide

Hak eerst de wortels in kleine stukjes. Voeg dan de uien toe.
Wat zijn in deze zin de signaalwoorden?

Slide 11 - Open vraag

Terwijl u het deeg laat rijzen, snijdt u alvast de uien in ringen. Later legt u die op de pizzabodem.
Deze signaalwoorden geven:
A
volgorde aan
B
tijd aan

Slide 12 - Quizvraag

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Signaalwoorden volgorde en tijd



Slide 13 - Tekstslide

Welke signaalwoorden zie je in de tekst?

Slide 14 - Open vraag

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Aan de slag
Maak van paragraaf 4.4 schrijven en formuleren opdracht 1, 2, 3, 4, 6 en 7.

Klaar?
Ga aan de slag met versterk jezelf:
formuleren --> formuleren op zinsniveau



Slide 15 - Tekstslide

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
Check out:
Wat vind je nog lastig?
Wat gaat al goed?

Waar heb je de volgende les hulp bij nodig?

Huiswerk:
Leren de signaalwoorden en tekstverbanden voor volgorde en tijd
(de rest moet je uiteraard ook kennen)



Slide 16 - Tekstslide

Vorige les
  • Informatieve tekst lezen. 
planning 7-5-25
Check in: Voorkennis
Kern: instructie 4.4
Check out: Welke vragen zijn er? 
Leedoelen:
• instructies schrijven;
• inhoudelijke verbanden aangeven d.m.v. signaalwoorden;
• je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen;
• signaalwoorden voor volgorde en tijd.
3k1 aan de slag met de volgende opdrachten om 4.4 af te ronden:
8-9-11-12-13

Huiswerk: boek uitzoeken en tijdens de lessen meenemen voor p3

Slide 17 - Tekstslide