Mens en Omgeving. Les 5

• Zorg en Welzijn
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Mens en omgeving

Hoofdstuk 5:

Baliewerkzaamheden: telefoneren en rapporteren.

Mens en omgeving

Hoofdstuk 5:

Baliewerkzaamheden: telefoneren en rapporteren.

 

Jas uit, capuchon of muts af.

Telefoon in telefoontas.

Opgeladen iPad, schrift, pen en lespakket bij je.

Hand opsteken wanneer je iets wilt vragen of zeggen.

Pesten, elkaar uitlachen en grof taalgebruik is not done.

je respecteert de mening van een ander.

Afspraken

Tekst

Doelen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

1. Hoe je een telefoongesprek voert.

2. Waar je op moet letten als je een brief of e-mail schrijft.

3. Hoe je een agenda kunt beheren.

Netjes en verzorgd dat je een goede indruk maakt

1. Hygiëne
2. Beleefd
3. Representatief
4. Communicatie

NON verbaal

Verbaal

Rollen met jouw ogen

Iets uitleggen

Vragen stellen

Onderuitgezakt zitten

1. Geef aandacht
2. Laat zien dat je luistert
3. Geef feedback
4. Stel je mening of oordeel uit
5. Reageer gepast

1. Actief luisteren
2. Open vraag
3. Verbale communicatie
4. Beleefd

Open vraag

Gesloten vraag

Waar woon je?

Ben jij verliefd?

Kom je mee?

Hoe gaat het met je?

Formele taal

5.3 Telefoneren

Voorbereiding

1. Stel vast wie je moet bellen.

2. Welke vragen ga je stellen?

3. Zorg dat je informatie bij de hand hebt.

4. Zorg ervoor dat je aantekeningen kan maken.

5. Niet eten en drinken

Leg telefoongesprek vast

1. Noteer de datum en de tijd van het gesprek

2. Noteer de naam van degene die je gesproken hebt

3. Noteer gemaakte afspraken

4. Indien nodig, geef informatie door

Telefoon opnemen

1. Neem zo snel mogelijk op (binnen 3x overgaan)

2. Stel je voor.

3. Luister aandachtig en stel vragen als het niet duidelijk is.

4. Noteer en herhaal eventuele afspraken.

Nu jij! (15 minuten)

- Lees bladzijde 200 en 204 (standaard zinnen)

- Pak een kaartje met de opdracht

- Maak groepjes van 3:

   1 persoon belt;

   1 persoon is de telefoniste;

   1 persoon observeert.

- wissel na ieder gesprek.

Rapporteren

1. verslag uitbrengt van je bevindingen.
2. Iets pakken wat iemand heeft weggegooid.
3. Cijfers noteren
4. Cijferlijst mee naar huis nemen.

Objectief

Subjectief

Een groene jas

Een leuke docent

Knap meisje

Ik was vorige week naar het schoolfeest

Opdrachten in het boek

Lees bladzijde 205 t/m 211

Maak de opdrachten 5.07 t/m 5.12

Duur: 30 minuten

Opdracht e-mail sturen

1. Ga naar Outlook

2. Open een lege e-mail 

3. Lees op het kaartje wat de e-mail kan/moet bevatten aan vragen en informatie.

4. Verzend de e-mail naar [e-mail]

Agendabeheer

Evalueren

1. Weet je hoe je een telefoongesprek voert?

2. Waar moet je op letten als je een brief of e-mail schrijft?

3. Hoe kan je een agenda beheren?

Wat vond je van de les?

Wat gaan we volgende week doen?