Les 11 - test indefinido imperf + Lola Lago cap t/m H20
1 / 47
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wie is Digna?
timer
0:20
A
De secretaresse van Zabaleta
B
De schoonmaakster van Publimagen
Slide 5 - Quizvraag
Waarom vraagt Lola aan Digna of ze het vloerkleed goed heeft schoongemaakt?
timer
0:30
Slide 6 - Open vraag
Wie is Carmela?
timer
0:20
A
De moeder van Lola Lago
B
De secretaresse van Lola Lago
C
De buurvrouw van Lola Lago
D
De oma van Lola Lago
Slide 7 - Quizvraag
Lola Lago kan heel goed opschieten (= llevarse bien con) met Carmela
timer
0:20
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat doet Lola Lago vaak samen met Carmela?
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
De ochtend nadat ze bij Carmela heeft gegeten, belt Lola met Alberto.
Waarover?
Waarover?
timer
0:20
A
Ze wil weten wanneer ze de vrouw van Ignacio Zabaleta kan ontmoeten.
B
Ze wil met Alberto in het park afspreken?
Slide 10 - Quizvraag
Lola vond het huis van señor en señora Zabaleta prachtig en sfeervol.
timer
0:20
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Beschrijf hoe sra. Victora Villaencina de Zabaleta eruit ziet.
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
Volgens Victoria Villanencia de Zabaleta was zij zelf de laatste die haar man gezien heeft?
timer
0:20
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Waar was Victoria Villanencia de Zabaleta toen zij belde met haar man?
timer
0:20
A
Thuis, terwijl Ignacio op kantoor was.
B
In haar hotel in Havana
Slide 14 - Quizvraag
Hoe laat zei zij dat ze met haar man belde?
(= belangrijke vraag)
(= belangrijke vraag)
timer
1:00
A
Om 8 uur 's ochtends
B
Rond half 10 's avonds
Slide 15 - Quizvraag
Waarom is de vorige vraag een belangrijke vraag?
timer
0:30
Slide 16 - Open vraag
De volgende 6 minuten wil ik graag alleen lezen en niet klassikaal.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Het meisje is dol op de zomer
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
¿Qué hora es?
Slide 22 - Open vraag
Wat heeft het meisje gisteravond gedaan?
Slide 23 - Open vraag
Waar is ze met haar vrienden geweest?
A
Ze is met haar vrienden naar de film geweest
B
Ze is met haar vrienden bij Javier thuis geweest.
C
Ze is met haar vrienden naar een strandfeest geweest.
Slide 24 - Quizvraag
Na het eten gingen ze naar . . .
A
een discotheek
B
een bar met live muziek
C
een feest bij andere vrienden
Slide 25 - Quizvraag
Hoe laat zegt het meisje dat ze thuiskwam?
Slide 26 - Open vraag
Hoe weet haar moeder dat ze niet om 3 uur, maar om 5.10 uur thuis was?
Slide 27 - Open vraag
Estás preparado para el examen de gramática (indefinido, imperfecto, signaalwoorden?)
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Poll
Slide 29 - Tekstslide
Ayer . . . . . . (vosotros) mucho para español.
A
estudiasteis
B
estudiabais
Slide 30 - Quizvraag
Anoche no . . . . . . (nosotros) salir.
A
pudimos
B
podíamos
Slide 31 - Quizvraag
Antes del confinamiento (= lockdown) muchos alumnos del HLZ . . . . . . un bocadillo en Hergo
A
compraron
B
compraban
Slide 32 - Quizvraag
La profe ZWT . . . . . en el año 1965
A
nació
B
nacía
Slide 33 - Quizvraag
De pequeño . . . . en bici al instituto todos los días
A
fui
B
iba
Slide 34 - Quizvraag
Cuando . . . pequeña, . . . el pelo rubio.
A
era, tuvo
B
fui, tuve
C
era, tuvo
D
era, tenía
Slide 35 - Quizvraag
Deze tijd wordt gebruikt om gewoontes in het verleden te beschrijven
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 36 - Quizvraag
Deze tijd wordt gebruikt om acties / gebeurtenissen op 1 bepaald moment in het verleden weer te geven.
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 37 - Quizvraag
Begin en eind zijn bekend
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 38 - Quizvraag
el año pasado
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 39 - Quizvraag
generalmente
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 40 - Quizvraag
antes
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 41 - Quizvraag
ayer, anoche, anteayer
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 42 - Quizvraag
en 2020
A
indefinido
B
imperfecto
Slide 43 - Quizvraag
Evaluación
He estudiado mucho para la clase de hoy
He estudiado mucho para la clase de hoy
A
verdad
B
falso
Slide 44 - Quizvraag
Evaluación
Ahora sé qué tengo que estudiar mejor.
Ahora sé qué tengo que estudiar mejor.
A
verdad
B
falso
Slide 45 - Quizvraag
¿Qué tienes que estudiar mejor para el examen de gramática?
