Koolhydraten

Obesitas
Anorexia
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Obesitas
Anorexia

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan de lijn?
  • Afslankpillen werken niet, mogelijk gevaarlijk
  • Geen verschil in effect tussen onderzochte dieten
  • Meestal geen langdurig effect (volhouden is moeilijk)
  • Crash dieten geeft risico op gebreksziekten

Slide 3 - Tekstslide

Koolhydraten
  • Welke typen zijn er?
  • Waar vind je ze?
  • Hoe worden ze afgebroken?
  • Hoe worden ze opgenomen in het bloed?
  • Waar worden ze gebruikt of opgeslagen?


Slide 4 - Tekstslide

Plantaardig
Reservestoffen:
Vacuole: Glucose en fructose
bijvoorbeeld in vruchten

Amyloplast: Zetmeel (Amlylose)
bijvoorbeeld in aardappels, zaden en noten

Slide 5 - Tekstslide

Plantaardig
Bouwstoffen:
Celwand: Cellulose, Pectine, Lignine,
Dit zijn de voedingsvezels.
Zitten vooral in droge, of houtige delen van planten


Slide 6 - Tekstslide

Mono-, Di- en Poly sachariden                          BINAS 67

Slide 7 - Tekstslide

Dit is sacharose, dit is een:
A
Monosacharide
B
Disacharide
C
Polysacharide

Slide 8 - Quizvraag

Vertering
Het omzetten van polysachariden (vooral zetmeel) naar monosachariden

Slide 9 - Tekstslide

BINAS 82
Mond: mechanische vertering en afbraak zetmeel (poly-) tot maltose (di-)

12V darm: Nieuw amylase

Dunne darm: afbraak maltose tot glucose en opname glucose.

Slide 10 - Tekstslide

Noem de organen die enzymen produceren voor de koolhydraatvertering

Slide 11 - Open vraag

Een enzym is een eiwit

Slide 12 - Tekstslide

enzym = bio-katalysator
  • een enzym kan moleculen afbreken of opbouwen
  • een enzym kan reacties katalyseren (versnellen)
  • 1 specifiek enzym versnelt 1 specifieke reactie (substraatspecifiek)
  • een enzym wordt gebruikt, niet verbruikt

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe werk een enzym?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Denaturatie bij hoge temperatuur

Slide 17 - Tekstslide

BINAS 82
Mond: mechanische vertering en afbraak zetmeel (poly-) tot maltose (di-)

12V darm: Nieuw amylase

Dunne darm: afbraak maltose tot glucose en opname glucose.

Slide 18 - Tekstslide

opname glucose: symport

Slide 19 - Tekstslide

Gebruik glucose
Energierijke stof:
-welk organel?
-reactie?

Bouwstof:
-slijmlagen (bloedvat, maag)
-receptoren in celmembraan

Slide 20 - Tekstslide

OPSLAG VAN GLUCOSE




te weinig glucose

Slide 21 - Tekstslide

Welk enzym werkt het beste bij pH van 6?
A
enzym 1
B
enzym 2
C
enzym 3

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat

Slide 23 - Quizvraag

Eendenkroos bereikt in Nederland rond augustus zijn hoogste
bedekkingsgraad. De invloed van de temperatuur is in het laboratorium bepaald onder verder gelijke en optimale omstandigheden. Verklaar waardoor de groeisnelheid toeneemt tot de optimumtemperatuur.

Slide 24 - Open vraag

Wat heeft een enzym nodig om een product te maken?
A
co-enzym
B
eiwit
C
fotosynthese
D
substraat

Slide 25 - Quizvraag

Waarom wordt bij diarree geadviseerd ORS te drinken? (oplossing van keukenzout en glucose)

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk
Lees 6.4 nogmaals. Maak een overzicht van de eiwitvertering

Slide 27 - Tekstslide