1.2 organen, weefsels en cellen

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: organen, weefsels en cellen

4 havo
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: organen, weefsels en cellen

4 havo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg BS 2
  • Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van organisatieniveaus van klein naar groot.
A
Orgaan - populatie - orgaanstelsel - weefsel - organisme - cel - organel - biosfeer - levensgemeenschap - ecosysteem
B
organel - cel- weefsel - Orgaan - orgaanstelsel - organisme - populatie - levensgemeenschap - ecosysteem - biosfeer
C
ecosysteem - populatie - cel - weefsel - organisme - orgaanstelsel - organel - biosfeer - levensgemeenschap - Orgaan
D
organel - cel- weefsel - Orgaan - orgaanstelsel - organisme - levensgemeenschap - populatie - ecosysteem - biosfeer

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
  • Beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen
  • Bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsels, organen, weefsels
  • Een orgaanstelsel is...
  • Een groep organen die samen aan een bepaalde taak werken 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke orgaanstelsels ken je?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

voorbeelden Orgaanstelsels
  • Verteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel
  • Beenderstelsel

Slide 8 - Tekstslide

https://www.cyberpoli.nl/systemen/organen
Benoem de organen bij de cijfers
  1. Luchtpijp
  2. Longen
  3. Hart
  4. Lever
  5.  Maag
  6. Dikke darm
  7. Dunnen darm 
  8. Slokdarm
  9. Milt
  10. Nieren
  11. Blaas

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsels, organen, weefsels
  • Een orgaanstelsel is...
  • Een groep organen die samen aan een bepaalde taak werken 
  • Een weefsel is...
  • Een groep cellen bij elkaar met dezelfde vorm en functie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke typen
weefsels ken je?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende weefsels  (binas tabel 80A/E)
Epitheel/dekweefsel
Spierweefsel
Zenuw weefsel

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
  • Het soort tussencelstof  is afhankelijk van de functie van het weefsel
  • Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
  • Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
  • Het soort tussencelstof  is afhankelijk van de functie van het weefsel
  • Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
  • Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm en functie
  • Vaak is er zichtbaar verband tussen vorm van cellen en weefsels en hun functie binnen het lichaam
  • bijvoorbeeld: de rug bestaat uit vele schijven waardoor hij kan buigen 
  • maar ook het hele lichaam is vaak gevormd met een functie
  • voorbeeld: Dieren in het water, onder de grond of in de lucht zijn gestroomlijnd.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zitten de krokodil zijn poten aan de zijkant van zijn lichaam ?

Slide 16 - Tekstslide

hierdoor kan een krokodil heel snel draaien. echter is het in het geval van de krokodil zo dat hij ook zijn poten onder zijn lichaam kan zetten waardoor hij ook heel snel kan rennen.
Aan het werk!
  • Wat: Basisstof 2 van thema 1
  • Hoe: Alleen of in tweetallen
  • Tijd: 15 min
  • Hulp: Steek je vinger op of overleg met je buur
  • Klaar: Bekijk je opdrachten en evalueer deze. Lees daarna basisstof 3 door.
  • Uitkomst: Basisstof 2 is af
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de namen van deel K, L, M en N

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie weefseltypen die voorkomen in een longkwab.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies