Hoofdstuk 4 ontwikkelingsfase
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een secundaire geslachtskenmerken
Slide 4 - Woordweb
Benoem 3 geslachtsorganen van de vrouw
Slide 5 - Woordweb
Een twee-eiige tweeling is genetisch identiek
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 6 - Quizvraag
Een vrouw is het mest vruchtbaar tijdens de menstruatie
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 7 - Quizvraag
Een zaadcel en een eicel bestaan uit 23 chromosomen
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 8 - Quizvraag
Primaire geslachtskenmerken ontwikkelen tijdens de puberteit
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 9 - Quizvraag
De eisprong is hetzelfde als de ovulatie
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 10 - Quizvraag
Een bevruchte eicel nestelt zich in de eileider
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Op het moment van bevruchting smelten de kernen van de eicel en de zaadcel samen
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 12 - Quizvraag
Verminderde vruchtbaarheid betekent dat zwanger raken moeilijker gaat
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 13 - Quizvraag
Draagmoederschap betekent dat een andere vrouw de baby in de baarmoeder laat groeien
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 14 - Quizvraag
Als je moeilijk zwanger kunt worden ben je?
A
onvruchtbaar
B
vruchtbaar
C
Verminderd vruchtbaar
Slide 15 - Quizvraag
Het genetisch materiaal van de zaadcel zit in de ....
A
Kop
B
Staart
C
Pootjes
D
Buik
