belastingrecht 2022 - inkomstenbelasting

Inkomstenbelasting
  • We hebben als laatste onderwerp in op3 de inkomstenbelasting besproken en alvast gekeken naar de theorie bij de 3 boxen.
  • Dit gaan we nog even herhalen en vervolgens gaan we daar verder naar kijken, te beginnen met box 1
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inkomstenbelasting
  • We hebben als laatste onderwerp in op3 de inkomstenbelasting besproken en alvast gekeken naar de theorie bij de 3 boxen.
  • Dit gaan we nog even herhalen en vervolgens gaan we daar verder naar kijken, te beginnen met box 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel boxen heeft de inkomstenbelasting?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke box vinden we de "inkomen uit aanmerkelijk belang"
A
1
B
2
C
3

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke box valt de winst die Michel heeft gemaakt met zijn eenmanszaak?
A
1
B
2
C
3

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke box valt de de 2e baan die Harold heef genomen om zo straks zijn droomauto mee te kunnen betalen?
A
1
B
2
C
3

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke box valt je vermogen?
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

in welke box of boxen hebben we te maken met belastingschijven?
A
1
B
2
C
3
D
1 en 3

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Box 1
inkomen uit werk en wonen:
  • we gaan weer even kijken welke inkomens eronder vallen
  • hoe inkomen uit de woning wordt vastgesteld
  • we kijken naar aftrekposten op het inkomen
  • we kijken naar de schijven met hun tarief
  • we kijken naar de AH-bonuskorting oftewel heffingskorting 
  • we gaan leren hoe we de belasting in box 1 uitrekenen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld berekenen inkomsten uit woning
Leo heeft een jaarsalaris van € 40.000. Hij heeft een huis waarop een hypotheek gevestigd is van € 200.000 tegen een rentepercentage van 2%. De WOZ-waarde is ook vastgesteld op € 200.000. Wat is het belastbaar inkomen van Leo?

Inkomen uit werk:                                                            € 40.000
Inkomen uit woning (eigenwoningforfait):          €    1.200               (200.000:100*0,60)
                                                                                                 ---------- +
                                                                                                  € 41.200
Hypotheekrenteaftrek:                                                  €   4.000
                                                                                                  ---------- - 
INKOMEN BOX 1:                                                                € 37.200

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt de WOZ-waarde van een woning?
A
de verkoper van een woning
B
het Rijk
C
de hypotheekverstrekker
D
de gemeente

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het inkomen uit een woning dat wordt belast in box 1 een echt inkomen of een fictief inkomen?
A
echt
B
fictief

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is het eigenwoningforfait voor een gemiddelde woning?
A
0,6%
B
0,5%
C
6%
D
5%

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koen heeft een huis waarop een hypotheek gevestigd is van 400.000 tegen een rentepercentage van 4%. De WOZ-waarde is ook vastgesteld op 400.000.
1. Wat is belastbaar inkomen uit de woning van Koen?
2. Wat is de hypotheekrenteaftrek van Koen?


Slide 17 - Open vraag

0,006  eigenwoningforfait * 400.000 WOZ = 2.400 
de hypoaftrek = 400.000 * 4% =16.000

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan wat Frits betaalt aan belasting met een inkomen van 100.000 in:
schijf I:
schijf II:
Totaal:

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tim verdient €3.000 bruto per jaar. Wat betaalt hij?

Schijf I €_____
Schijf II €
Totaal €_____

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tom verdient €9.000 bruto per jaar. Wat betaalt hij?

Schijf I €_____
Schijf II €_____
Korting €3.000 -
Totaal €_____

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teun verdient €69.000 bruto per jaar. Wat betaalt hij?

Schijf I €_____
Schijf II €_____
Korting €3.000 -
Totaal €_____

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tineke verdient €100.000 bruto per jaar. Wat betaalt zij?

Schijf I €_____
Schijf II €_____
Korting ____ -
Totaal €_____

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leontine heeft een jaarsalaris van 80.000. Zij heeft een huis waarop een hypotheek gevestigd is van 300.000 tegen een rentepercentage van 4%. De WOZ-waarde is vastgesteld op 280.000. Wat is het belastbaar inkomen van Leontine?
Inkomen uit werk:
Inkomen uit woning:
Hypotheekrenteaftrek:
Belastbaar inkomen:

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belastbaar inkomen 
Leontine heeft een jaarsalaris van 80.000. Zij heeft een huis waarop een hypotheek gevestigd is van 300.000 tegen een rentepercentage van 4%. De WOZ-waarde is vastgesteld op 280.000. Wat is het belastbaar inkomen van Leontine?

Inkomen uit werk:                                                80.000
Inkomen uit woning: 0,006%*280.000 =      1.680 +
                                                                                     81.680
Hypotheekrenteaftrek: 0,004*300.000 = 12.000 -
Belastbaar inkomen:                                         69.680

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel inkomstenbelasting betaalt Leontine nu? Haar belastbaar inkomen is dus 69.680.

Schijf 1:
+ Schijf 2:
-/- Heffingskorting:
= Totaal:

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Te betalen belasting box 1
Haar belastbaar inkomen, dus het inkomen uit werk en wonen en minus de aftrekpost hypotheekrenteaftrek was:          69.680
2) Hoeveel inkomstenbelasting betaalt Leontine?
Schijf 1: (37,10%*68.508) =                                 € 25.416,47 
Schijf 2: (69.680-68.508) =1.172)*49,50% =         580       +
                                                       Heffingskorting: 3.000         -
                                                      25.996,47-/-3.000=       22.996,47

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies