6.2 Inventariseren + 6.3 tm gemiddelde voorraad

  • inventariseren van (een deel van) het magazijn

Voorraad/magazijn inventariseren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • inventariseren van (een deel van) het magazijn

Voorraad/magazijn inventariseren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. R Ik kan de begrippen werkelijke voorraad en economische voorraad uitleggen.
  2. T2 Ik kan de gemiddelde voorraad berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inventariseren
= Tellen van de werkelijke voorraad. Dit noemen we ook wel balansen.
Waarom?
  • Balans opmaken (elk jaar wettelijk verplicht)
  • Derving vaststellen en administratieve voorraad corrigeren
  • Assortiment beoordelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorraadverschil berekenen
Voorraadverschil is het verschil tussen de werkelijke voorraad en de administratieve voorraad. Je berekent het zo: 

Voorraadverschil = administratieve voorraad - werkelijke voorraad

Het verschil kan nul, positief of negatief zijn. 
  • Geen verschil (nul): de werkelijke voorraad en administratieve voorraad zijn gelijk. Dit is top!
  • Positief: uit je berekening blijkt dat er meer voorraad is dan gedacht. 
  • Negatief: uit je berekening blijkt dat er minder voorraad dan gedacht. Dit geef je aan met een minteken. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Derving
  • Bij derving zijn er minder goederen in het magazijn aanwezig dan er zouden moeten zijn
  • Dat kan door bederf, beschadiging of diefstal komen.
  • Derving is dus het verschil tussen de administratieve voorraad en de werkelijke voorraad

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten voorraad bestaan er?
1. Administratieve voorraad: aantallen die genoteerd staan in de computer

2. Technische voorraad: werkelijke voorraad die in het magazijn staat

3. Gemiddelde voorraad: de berekening voor het gemiddelde

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen in de voorraad
* technische voorraad= de werkelijke voorraad
Dit is de voorraad die inhet magazijn ligt.

* administratieve voorraad
Dit is de voorraad die op de computer op de voorraadkaarten staat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische voorraad vs technische voorraad
Economische voorraad: de werkelijke voorraad plus de bestelde en min de verkochte artikelen
Technische voorraad: De voorraad die werkelijk aanwezig is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bestel je?
Je weet nu wanneer je wilt bestellen. Dan is het tijd om te bepalen hoeveel je wilt bestellen, de bestelgrootte.
Je berekent de bestelgrootte aan de hand van de volgende gegevens:
Besteleenheid, levertijd, dagafzet, gewenste voorraad en aanwezige voorraad op het bestelmoment.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besteleenheid
Een besteleenheid is de hoeveelheid artikelen die in een verpakkingseenheid geleverd worden. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvoorbeeld besteleenheden
Er zijn nog maar 6 watervaste markers in voorraad. De minimumvoorraad van watervaste markers is 8 stuks, de maximumvoorraad is 24 stuks. De besteleenheid is 5 stuks.

  1. Moet je bijbestellen?
  2. Hoeveel moet je bijbestellen om je maximumvoorraad te krijgen?
  3. Hoeveel besteleenheden moet je bestellen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemiddelde voorraad
Om te voorkomen dat je te veel of te weinig bestelt, moet je weten wat de gemiddelde voorraad is. De gemiddelde voorraad is de gemiddelde hoeveelheid artikelen die in een bepaalde periode in voorraad is. 

Beginvoorraad = de hoeveelheid artikelen die in voorraad is aan het begin van de aangegeven periode.
Eindvoorraad = de hoeveelheid artikelen die in voorraad is aan het einde van een aangegeven periode.
Gemiddelde voorraad = de gemiddelde hoeveelheid artikelen die in een bepaalde periode in voorraad is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule gemiddelde voorraad


Gemiddelde voorraad = beginvoorraad + eindvoorraad 
                                                  2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gemiddelde voorraad
Op 1 januari is de voorraad 200 tafels. Op 31 januari is de voorraad 400 tafels.

Wat is de gemiddelde voorraad over januari? Je mag je boek gebruiken met berekenen 

Berekening: (beginvoorraad +eindvoorraad) :2 


Slide 14 - Tekstslide

200 + 400 = 600

600 / 2 = 300
maken 
Eerst afmaken 6F daarna 
Opdracht 6E

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies