Chapitre 7_E + DELF

Programme
Vocabulaire
E. Regarder
Chapitre 8: Le Pont


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programme
Vocabulaire
E. Regarder
Chapitre 8: Le Pont


Slide 1 - Tekstslide

Cherchez l'intrus
A
le poisson
B
le riz
C
la pomme de terre
D
le rire

Slide 2 - Quizvraag

Cherchez l'intrus
A
samedi
B
seulement
C
l'après-midi
D
ce soir

Slide 3 - Quizvraag

Traduis: oublier

Slide 4 - Open vraag

Traduis: apporter

Slide 5 - Open vraag

Traduis: demander

Slide 6 - Open vraag

Wie
Waarom 
Qu'est-ce que
Waar
Quand
Hoe
De vraagwoorden
Qui
Pourquoi
Wat
Wanneer 
Comment

Slide 7 - Sleepvraag

E. regarder
Hoe gaat het met Timéo en zijn vrienden?

ex. 20b (p. 106)

Slide 8 - Tekstslide

Chapitre 8: le pont
In dit hoofdstuk herhaal je de onderwerpen uit hoofdstuk 1 t/m 7

Maak blz. 125 t/m 129

Je mag FLUISTEREND overleggen
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

DELF A1 (p. 146 - 149)
Veel voorkomende woorden/vragen:
vous devez --> u moet / jullie moeten
Qu'est-ce qu'il faut faire? --> Wat moet je doen?
à quelle heure --> hoe laat
l'activité a lieu où --> waar vindt de activiteit plaats
apporter --> meenemen
appeler --> bellen
ouvre --> opent
ferme --> sluit
Noteer!

Slide 10 - Tekstslide

Au travail!
DELF Bundel (8 teksten)
Werk in stilte
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Programme 8 juin A2b
Contrôle des devoirs p. 125 t/m 129
Révision 2 VWO
Chapitre 8 Le Pont

Slide 12 - Tekstslide

Nooit

Niets

Nog niet

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
ne...jamais
ne....plus
ne...pas encore
ne....rien

Slide 13 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.
wie
wat
waar
wanneer
hoe
hoeveel
combien
qui
qu'est-ce que
quand
comment

Slide 14 - Sleepvraag

l'oeil
le bras
le pied
le dos
le genou
le ventre
la tête
het oog
de rug
de voet
de buik
de knie
de arm
het hoofd

Slide 15 - Sleepvraag

Combinez les couleurs
Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun /
marron
violet

Slide 16 - Sleepvraag

avoir
=
 hebben
Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
as
avez
a
ai
ont
avons

Slide 17 - Sleepvraag

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 18 - Sleepvraag

   vouloir
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                        veux
                    voulez
                        veut
                        veux
                  veulent
                 voulons

Slide 19 - Sleepvraag

Zet de goede uitgang achter
de voltooide 
deelwoorden.
   Lisa et sa copine sont arrivé____    à la gare.
   Ma tante Sophie est parti____    en vacances. 
   Ma petite soeur est tombé____    dans l'eau ! 
   Nous sommes allé____      en voiture au Parc Astérix.
   On est rentré____   , retour à Liege.
   Isa et Adam sont descendu____    du train.
   Vous êtes arrivé____    très tard madame !
e
s
es
-
e
s
e

Slide 20 - Sleepvraag

Il est cinq heures et quart
Il est sept heures et demie
Il est sept heures et quart
Il est quatre heures et demie

Slide 21 - Sleepvraag

Chapitre 8: le pont
In dit hoofdstuk herhaal je de onderwerpen uit hoofdstuk 1 t/m 7

Maak blz. 130 t/m 134

Je mag FLUISTEREND overleggen

Klaar? Herhaal de woordjes van Chapitre 5 + 6 + 7 Fa-Ne

Slide 22 - Tekstslide