Staal groep 8 blok 5 week 1 les 2

Dit is de les van Staal blok 5 week 1 les 2
Het doel van deze les: nieuwe leenwoorden kunnen schrijven

Gisteren hebben jullie de lijsten met de nieuwe leenwoorden al gezien. Sommige van die woorden zal je gaan tegenkomen in het oefeningen die je vandaag moet maken. Op de volgende slide kun je ze nog een keer zien. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dit is de les van Staal blok 5 week 1 les 2
Het doel van deze les: nieuwe leenwoorden kunnen schrijven

Gisteren hebben jullie de lijsten met de nieuwe leenwoorden al gezien. Sommige van die woorden zal je gaan tegenkomen in het oefeningen die je vandaag moet maken. Op de volgende slide kun je ze nog een keer zien. 

Slide 1 - Tekstslide

Dit zijn weer de nieuwe woorden. Klik nog eens op het speakertje en probeer ze weer hardop mee te lezen.

Slide 2 - Tekstslide

We gaan ook nog wat oude categorieën herhalen.
Daarvoor moet je enkele vragen beantwoorden in de volgende slides.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een militairwoord in de volgende zin:

De miljonair gaf elk jaar een bedrag aan goede doelen.
A
jaar
B
bedrag
C
goede
D
miljonair

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een militairwoord in de volgende zin:

Binnenkort is er een culinair festival.
A
binnenkort
B
er
C
culinair
D
festival

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord in de volgende zin:

Binnenkort is er een culinair festival.
A
binnenkort
B
er
C
culinair
D
festival

Slide 6 - Quizvraag

Welk van de volgende woorden is geen leenwoord?


A
skiër
B
handicap
C
hockey
D
workshop

Slide 7 - Quizvraag

Welk van de volgende woorden is geen leenwoord?


A
club
B
medaille
C
internationaal
D
camping

Slide 8 - Quizvraag

Klik op het speakertje om de vraag te horen.


A
finish
B
finich
C
finnish
D
finnisch

Slide 9 - Quizvraag

observatie

Welke klankgroep(en) van dit woord horen bij het klankgroepenwoord?


A
alleen: va
B
ser en va
C
alleen: ob
D
ob, ser en va

Slide 10 - Quizvraag

Probeer de lessen in het werkboek te maken.
Op de volgende slide kun je aanwijzingen horen door op het speakertje te klikken.

Let op: Maak deze les helemaal af, nadat je de oefeningen in je werkboek hebt gemaakt, want we sluiten af met een dictee!!
Laat je computer dus open staan, dan vergeet je het niet.

 

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de woorden in je schrift.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf de woorden in je schrift.

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de woorden in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf de woorden in je schrift.
Eerst zelf nadenken!! Kom je er echt niet uit?
Druk dan op het speakertje.

Slide 15 - Tekstslide

We sluiten af met een dictee!
Zorg dat je een schrift of blaadje en een pen bij de hand hebt. Op het blaadje schrijf je het dictee.


Aan het eind kijk je het dictee na. Woorden die je fout had schrijf je drie keer correct over. Daarna maak je een foto en stuur je hem via parro naar mij!


Druk telkens op het speakertje en tik daarna de woorden in.

Slide 16 - Tekstslide

Tik het woord in dat je hoort.
In één van de woorden zit een trema. Dat maak je door shift ingedrukt te houden en dan op de toets van het aanhalingsteken te drukken, vervolgens typ je de letter waar het trema op moet.

Slide 17 - Open vraag

Tik het woord in dat je hoort.
In één van de woorden zit een trema. Dat maak je door shift ingedrukt te houden en dan op de toets van het aanhalingsteken te drukken, vervolgens typ je de letter waar het trema op moet.

Slide 18 - Open vraag

Tik het woord in dat je hoort.
In één van de woorden zit een trema. Dat maak je door shift ingedrukt te houden en dan op de toets van het aanhalingsteken te drukken, vervolgens typ je de letter waar het trema op moet.

Slide 19 - Open vraag

Tik de zin in die je hoort. Denk aan hoofdletters, punten, komma's en vraagtekens.

Voor aanhalingstekens druk je eerst op de toets aanhalingstekens en daarna op spatie.

Slide 20 - Open vraag

Tik de zin in die je hoort. Denk aan hoofdletters, punten, komma's en vraagtekens.

Voor aanhalingstekens druk je eerst op de toets aanhalingstekens en daarna op spatie.

Slide 21 - Open vraag

Tik de zin in die je hoort. Denk aan hoofdletters, punten, komma's en vraagtekens.

Voor aanhalingstekens druk je eerst op de toets aanhalingstekens en daarna op spatie.

Slide 22 - Open vraag

Op de volgende slide is de bespreking van het dictee!

Kijk of je het goed gedaan had!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Dit was de les voor vandaag.
Vergeet niet ook je Staalwerk op Gynzy te maken.

Fijne dag!

Slide 25 - Tekstslide