Sommige woorden kun je aan elkaar plakken: stoel + poot
Bij andere woorden moet je er een letter tussen zetten: hond + hok = hondenhok station + hal = stationshal gemeente + huis = gemeentehuis ei + dop = eierdop
Slide 12 - Tekstslide
Lesindeling
Werken aan opdr 12 t/m 15
Nakijken opdrachten (zelf)
Bespreken opdr. 13-14-15
Korte uitleg blz. 141
Denkspel
Slide 13 - Tekstslide
Heb je het doel bereikt?
Je weet of je de theorie van de samenstellingen snapt.