TC B1 thema 3.2
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Woordweb maken in Pronote!
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
de
OMGEVING
OMGEVING
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Vul in:
Die man zag wat er gebeurde: Hij is...
Die man zag wat er gebeurde: Hij is...
A
getuige
B
geschikt
C
nuttig
D
ongerust
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul in:
Zij is sociaal. Zij is echt ....... voor werk in de zorg.
Zij is sociaal. Zij is echt ....... voor werk in de zorg.
A
nuttig
B
geschikt
C
eigenlijk
D
zomaar
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak een zin met: nuttig
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke kanten heeft een doos?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het meervoud van bedrag?
A
bedraggen
B
bedragen
C
bedrags
D
bedraagen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het meervoud van slot?
A
sloten
B
slotten
C
slooten
D
slots
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het meervoud van weg?
A
weggen
B
weegen
C
wegen
D
wegs
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het meervoud van blad?
A
bladden
B
bladen
C
bladeren
D
blaadjes
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf het meervoud van:
cadeau, datum, idee, e-mail, moeilijkheid, gat, stad, weg, pad, regisseur
cadeau, datum, idee, e-mail, moeilijkheid, gat, stad, weg, pad, regisseur
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Korte vormen van kleine woordjes zoals daar = d'r
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
