Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Present continuous vs present simple
Herhaling grammatica P4
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling grammatica P4
Slide 1 - Tekstslide
PRESENT SIMPLE
We gebruiken de present simple als iets altijd, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt.
Zinnen:
I / you / we / they + hele ww
he / she / it + hele ww + s (shit regel)
I live in a village.
She practices karate once a week.
It rains a lot in the fall.
Slide 2 - Tekstslide
PRESENT SIMPLE
We gebruiken de present simple als iets altijd, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt.
Vraagzinnen: Do / does + ow + hele ww
I feel good. - Do I feel good?
He looks happy. - Does he look happy?
Slide 3 - Tekstslide
PRESENT SIMPLE
We gebruiken de present simple als iets altijd, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt.
Ontkenningszinnen: Ow + do / does not + hele ww
I feel good. - I do not / don't feel good.
He looks happy. - He does not / doesn't look happy.
Slide 4 - Tekstslide
PRESENT CONTINUOUS
We gebruiken de present continuous als we willen zeggen dat iets bezig is of aan de gang is op het moment dat we erover praten of schrijven.
Zinnen: Onderwerp (ow) + to be (am / are / is) + werkwoord (ww) + ing
I am having lunch.
Carl is watching television.
Jake is driving around in his car.
She is talking about her stay in New York.
Charles and Diana are starting a business together.
They are driving to Manhattan as we speak.
Slide 5 - Tekstslide
PRESENT CONTINUOUS
We gebruiken de present simple als iets altijd, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt.
Vraagzinnen: To be (am / are / is) + ow + ww + ing
Carl is watching television. – Is Carl watching television?
Diana is playing with her toys. – Is Diana playing with her toys?
Jake is driving around in his car. – Is Jake driving around in his car?
Slide 6 - Tekstslide
PRESENT CONTINUOUS
We gebruiken de present simple als iets altijd, vaak, regelmatig, soms of nooit gebeurt.
Ontkenningszinnen: Ow + to be (am / are / is) + not + werkwoord + ing
Carl is watching television. – Carl is not (isn't) watching television.
Diana is playing with her toys. – Diana is not (isn't) playing with her toys.
Jake is driving around in his car. – Jake is not (isn't) driving around in his car.
Slide 7 - Tekstslide
present continuous:
She ............ (walk) to school right now.
Slide 8 - Open vraag
Present simple:
She always .... (walk) to school.
Slide 9 - Open vraag
Articles (lidwoorden)
The - We use the when the reader or listener understands which thing we're talking about.
An/A - We talk about a thing which is new, unknown, or a general thing.
Slide 10 - Tekstslide
The articles a/an
An
gebruik je als het volgende woord begint met een klinker
klank
an ear an investigation an officer
an apple an Englishman an answer
Slide 11 - Tekstslide
a of an?
..... house
A
a
B
an
Slide 12 - Quizvraag
a of an?
.... apple
A
a
B
an
Slide 13 - Quizvraag
a of an?
.... uniform
A
a
B
an
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Present continuous vs present simple
March 2022
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Present continuous vs present simple
February 2025
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Present continuous
April 2021
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 1
Present continuous: meaning & use
March 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Unit 1 - words & grammar mixed
June 2024
- Les met
25 slides
door
Quiz!
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Quiz!
Grammar (present simple/continuous)
February 2024
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
U4L4 Present simple/ Present continuous
February 2023
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Present Simple vs Present Continuous 1
September 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2