3hv 2. Woordenschat: Landbouw

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
1. Welke problemen ontstaan er door intensieve landbouw, volgens de tekst? Noem er minstens drie.
2. De tekst noemt ‘de keerzijde van succes’. Wat wordt daarmee bedoeld in deze context?
3. Leg in eigen woorden uit wat de transitie in de landbouw inhoudt.


A. 
B. 
4. Kies 5 moeilijke woorden uit de tekst (zoals biodiversiteit, veredeling, irrigatie) en leg ze uit in je eigen woorden.
5. In de tekst staan meerdere spreekwoorden en uitdrukkingen die met boeren te maken hebben. Kies er 3 en leg uit wat ze betekenen én hoe ze passen in de tekst.

Lees de tekst en maak daarna opdracht A. of B. in je schrift.
Landbouw in transitie
Een keerpunt voor de boer

Boer Jan kijkt uit over zijn land. Ooit was zijn bedrijf een toonbeeld van moderne landbouw: grote machines, veel opbrengst, en levering aan supermarkten in binnen- en buitenland. Hij was een succesvolle exporteur van groenten en siergewassen, en dankzij de mechanisatie groeide het volume van zijn productie elk jaar.
Toch voelt Jan dat er iets moet veranderen. De intensieve landbouw heeft zijn grenzen bereikt. De bodem raakt uitgeput, biodiversiteit verdwijnt, en het vertrouwen van de consument neemt af. De keerzijde van succes laat zich steeds duidelijker zien. Bovendien worden de regels strenger: irrigatiesystemen moeten duurzamer, kunstmestgebruik wordt beperkt. De landbouw staat voor een grote transitie – een ingrijpende verandering die vraagt om nieuwe keuzes.
Jan kiest voor een andere koers. Hij investeert in veredeling van robuuste gewassen, gebruikt regenwater voor irrigatie, en plant bonen langs een eenvoudige bonenstok – een knipoog naar vroeger. Deze kentering vraagt veel van hem, maar hij ziet ook voordelen: minder kosten, minder afhankelijkheid, meer toekomst.
Niet elke boer maakt dezelfde keuze. Sommigen willen alles bij het oude laten: “Wat de boer niet kent, dat eet hij niet,” zeggen ze. Anderen willen een graantje meepikken van de duurzaamheidsmarkt, maar overschatten wat ze aankunnen: ze nemen te veel hooi op hun vork. Jan probeert nuchter te blijven en vertrouwt op zijn boerenverstand.
Hij weet dat het tijd kost, maar hij is niet bang voor verandering. “Ik dop mijn eigen boontjes wel,” zegt hij. En als alles lukt zoals hij hoopt, heeft hij straks zijn schaapjes op het droge.

timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
1. Welke problemen ontstaan er door intensieve landbouw, volgens de tekst? Noem er minstens drie.
2. De tekst noemt ‘de keerzijde van succes’. Wat wordt daarmee bedoeld in deze context?
3. Leg in eigen woorden uit wat de transitie in de landbouw inhoudt.


A. 
B. 
4. Kies 5 moeilijke woorden uit de tekst (zoals biodiversiteit, veredeling, irrigatie) en leg ze uit in je eigen woorden.
5. In de tekst staan meerdere spreekwoorden en uitdrukkingen die met boeren te maken hebben. Kies er 3 en leg uit wat ze betekenen én hoe ze passen in de tekst.

Lees de tekst en maak daarna opdracht A. of B. in je schrift.
Landbouw in transitie
Een keerpunt voor de boer

Boer Jan kijkt uit over zijn land. Ooit was zijn bedrijf een toonbeeld van moderne landbouw: grote machines, veel opbrengst, en levering aan supermarkten in binnen- en buitenland. Hij was een succesvolle exporteur van groenten en siergewassen, en dankzij de mechanisatie groeide het volume van zijn productie elk jaar.
Toch voelt Jan dat er iets moet veranderen. De intensieve landbouw heeft zijn grenzen bereikt. De bodem raakt uitgeput, biodiversiteit verdwijnt, en het vertrouwen van de consument neemt af. De keerzijde van succes laat zich steeds duidelijker zien. Bovendien worden de regels strenger: irrigatiesystemen moeten duurzamer, kunstmestgebruik wordt beperkt. De landbouw staat voor een grote transitie – een ingrijpende verandering die vraagt om nieuwe keuzes.
Jan kiest voor een andere koers. Hij investeert in veredeling van robuuste gewassen, gebruikt regenwater voor irrigatie, en plant bonen langs een eenvoudige bonenstok – een knipoog naar vroeger. Deze kentering vraagt veel van hem, maar hij ziet ook voordelen: minder kosten, minder afhankelijkheid, meer toekomst.
Niet elke boer maakt dezelfde keuze. Sommigen willen alles bij het oude laten: “Wat de boer niet kent, dat eet hij niet,” zeggen ze. Anderen willen een graantje meepikken van de duurzaamheidsmarkt, maar overschatten wat ze aankunnen: ze nemen te veel hooi op hun vork. Jan probeert nuchter te blijven en vertrouwt op zijn boerenverstand.
Hij weet dat het tijd kost, maar hij is niet bang voor verandering. “Ik dop mijn eigen boontjes wel,” zegt hij. En als alles lukt zoals hij hoopt, heeft hij straks zijn schaapjes op het droge.

timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

REFLECTEREN

Slide 4 - Tekstslide

Reflecteren en toepassen
6. Denk je dat Jan een verstandige keuze maakt door te verduurzamen? Waarom wel of niet?
7. Wat zou jij doen als jij in zijn schoenen stond? Verduurzamen of vasthouden aan wat je al kent? Licht je antwoord toe.
8. Kun je een voorbeeld bedenken van een andere sector (niet de landbouw) waar ook sprake is van een transitie? Leg uit.

Slide 5 - Tekstslide

Dagopening

Slide 6 - Tekstslide

Deel je makkelijk je
gevoelens of houd je
ze liever voor jezelf?

Slide 7 - Woordweb

Fijn dat je er bent!
Pak je schrift, je pen, boek voor op blz 218, pak je schrift, je pen, je iPad/laptop en log in op deze LessonUp. 

 



timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag
1. Planning laatste schoolweken: 
Woordenschat + Meer dan lezen
--> toets in toetsweek
2. Opdrachten in de online methode maken bij Cursus Woordenschat.

Lesdoel: De leerlingen kennen aan het einde van de les minstens 8  woorden van paragraaf 2: landbouw. 

Slide 9 - Tekstslide

week
onderdeel
toetsen
19-23 mei
C9 Woordenschat
26-28 mei
C9 Woordenschat
2-6 juni
C9 Woordenschat + lezen
C9 woordenschat op vrijdag 6 juni 2025
10-13 juni
C1 Lezen: §5
16 - 20 juni
C1 Lezen: §5 + oefentoets
C1 §5 
23-24 juni
toetsdagen/toetsweek 
C1 §5 
Planning

Slide 10 - Tekstslide

Naar online methode 
Jullie gaat online naar het boek van Nieuw Nederlands - 3havo
Je kiest: Cursus Woordenschat, paragraaf 2: Landbouw. In dit hoofdstuk vind je allemaal woorden die met 'landbouw' te maken hebben. Je maakt de opdrachten helemaal af tijdens de les. 
PS Zet de moeilijken woorden + betekenis ook direct in je schrift en Quizlet bij klas 3HA. 

Slide 11 - Tekstslide

Vandaag
  • Startopdracht
  • Vorige les 
  •  Uitleg beknopte bijzin
  • Oefenen 
  •  Vragen stellen
  • Evaluatie 

Slide 12 - Tekstslide

Cursus Woordenschat 
Maak de opdrachten van §2. Je maakt de opdrachten helemaal af tijdens de les.
Zet de moeilijken woorden + betekenis ook direct in je schrift en Quizlet bij klas 3HA. 
 

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide


Kun je minstens 8 woorden van paragraaf 1: politiek noemen en de betekenis geven? 
Wat ging goed?
Wat kan beter?

eflecteren

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Exit ticket

Slide 15 - Woordweb

Tot morgen!
Opdracht van paragraaf 1: politiek af? Dan heb je geen huiswerk voor morgen! :-)

Zorg voor een opgeladen iPad. 
Je boek Nieuw Nederlands hoeft morgen niet mee. 

Slide 16 - Tekstslide