Paragraaf 1.3 Vulkanisme

1.3 Vulkanisme
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.3 Vulkanisme

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- geheugen opfrissen
- theorie en opdrachten 1.3

Slide 2 - Tekstslide

Een aardbeving is een trilling van de

Slide 3 - Open vraag

De plaats aan het aardoppervlak boven het begin van een aardbeving waar de meeste beweging plaatsvindt noemen we het

Slide 4 - Open vraag

De schaal waarmee de zwaarte van aardbevingen wordt aangegeven heet de schaal van

Slide 5 - Open vraag

De schaal van Richter gaat van
A
1-12
B
1-10
C
2-12
D
5-10

Slide 6 - Quizvraag

Aardbevingen komen vooral voor aan de ... van de platen.

Slide 7 - Open vraag

Je kunt op een kaart met aardkorstplaten aangeven waar aardbevingen voorkomen.
A
ja kan ik al
B
nee kan ik nog niet
C
kan ik al meer wel dan nog niet
D
kan ik meer nog niet dan al wel

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1.3
Je weet wat een vulkaan is en wat de gevolgen van vulkaanuitbarstingen kunnen zijn.

Je begrijpt hoe vulkanen ontstaan en waarom de gevolgen voor mensen in arme landen verschillen van die voor bewoners van rijke landen.

Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaat een vulkaan?

Op een plek waar twee tektonische breuken zijn.

Hier verdwijnt een oceanische plaat naar beneden. Deze gaat de hete, vloeibare magma in. Daar smelt de plaat uiteindelijk. Die magma komt dan weer naar boven en naar buiten (dan heet het lava) (magma zit nog in de aardmantel).
Helemaal bovenaan barst het door de aardkorst heen. Er ontstaat een vulkaan.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.

IJsland ligt op een midoceanische rug.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

0

Slide 17 - Video

1

Slide 18 - Video

00:55
Welke 3 dingen komen uit een vulkaan?

Slide 19 - Open vraag

Samen lezen 'hoe ontstaat een vulkaan'





Maak opdracht 2 (blz 12)
Probeer de opdracht zelfstandig te maken, in stilte

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 2a
Welke uitspraken zijn waar?
A. Magma is vergeleken met ander mantelgesteente licht van gewicht.
B. Een krater is magma dat zich in de aardmantel verzamelt en onder grote druk komt.
C. Bij een midoceanische rug tref je jonge aardkorst aan. 
D. Magma is de naam voor lava die door een vulkaanuitbarsting aan de oppervlakte is gekomen. 
E. Vulkanisme komt vaak midden onder een aardkorstplaat voor.
F. Vulkanisme komt vaak voor op plaatsen waar de ene aardkorstplaat onder de andere duikt.
G. Vulkanisme komt voor op plekken in de oceaan waar aardkortsplaten uit elkaar gaan.

  • A - C - F - G

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 2B
Vul de tabel in.

Was dit moeilijk?

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 2C
Waarom is de vulkaan van bron 11 geen onderdeel van een
midoceanische rug?

  • deze vulkaan, de Merapi, ligt op het land, aan de rand van twee botsende platen

Slide 23 - Tekstslide

welke gevolgen van vulkaanuitbarstingen ken je?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Aan de slag
Lees eerst voor jezelf 'Gevolgen van een vulkaanuitbarsting'

Maak opdracht 3 en 6

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 3A
Wat komt er bij een vulkaanuitbarsting naar buiten, en in welke volgorde?

  • as, gas en dan lava

Slide 33 - Tekstslide

Vraag 3B
De opbouw van een vulkaankegel kun je vergelijken met
lasagne omdat ze allebei

  • ontstaan door een opstapeling van lagen, bij een vulkaan zijn dat lagen as en lava

Slide 34 - Tekstslide

Vraag 3C
Bij heel krachtige uitbarstingen kan een deel van de
vulkaan worden weggeblazen. Zet de plaatjes op de juiste volgorde.

  • E, F, A, D, C, B.

Slide 35 - Tekstslide

Vraag 3D
Bekijk nogmaals figuur 6 en je antwoord bij vraag 3c. De foto van bron 11 past het beste tussen:
A plaatje B en C.
B plaatje C en D.
C plaatje D en E. 
D plaatje E en F.
  • A

Slide 36 - Tekstslide

Vraag 6A
Op welke twee plaatsen tref je vooral vulkanen aan?

  • Bij plaatranden waar de platen botsen en waar de plaatranden uit elkaar gaan.

Slide 37 - Tekstslide

Vraag 6B
Waarom komt bij botsende platen gesmolten gesteente (magma) naar boven en waarom wil dat naar buiten?





Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide