Taal blok 7 les 9
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
zoek in de tekst woorden die je al kent.
Schrijf 4 zelfstandige naamwoorden op (woorden waar je: de, het of een voor kan zetten).
Schrijf 4 zelfstandige naamwoorden op (woorden waar je: de, het of een voor kan zetten).
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
komisch
het decor
de toeschouwers
de acteur
boeiend
spannend Interessant
Mensen die kijken bij wat er gebeurt.
Iemand die toneelspeelt. Of in een film speelt.
Dingen die op het toneel staan. Daaraan zie je waar het verhaal speelt.
Grappig
Slide 8 - Sleepvraag
Een plaatje van iets of iemand maken. Een tekening of een foto.
A
dichten
B
schitteren
C
afbeelden
D
acteren
Slide 9 - Quizvraag
Betoverend
A
spannend, interessant
B
heel erg mooi
C
grappig
D
opvallend
