1G1 LTC week 2

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Maandag 10 januari

1. Welkom terug+ absenties+ info presentaties (10 min)

2. Proloog Gladiator bespreken (20 min)

3. introductie grammatica H3 (10 min)

Lesdoel bij onderdeel 2: Je kunt de gelezen tekst samenvatten

Lesdoel bij onderdeel 3: Je kunt de uitgangen van de persoonsvormen opnoemen  

Over de presentaties

-alle onderwerpen binnen? 

-iedereen duidelijkheid qua inhoud, datum en opzet? 

                                            Deel 2 

p. 10 Slavernij 

Romeinse generaal (p. 10)

p. 11

p.10 

p. 13: wat is de kling van een zwaard?

p. 15: wat betekent 'groezelig'?

p. 15: het rijk 

p. 16 Capua: kaart voorin boek

p. 16 salueren

Deel 3: Het Latijnse werkwoord

De uitgangen van het werkwoord: 

praesens indicativus 

(ofwel tegenwoordige tijd-aantonende wijs)

Welke van de volgende werkwoordsuitgangen heb je geleerd?

1. -n
2. -t
3. -nt
4. -tn

-t/-nt was de 3e persoon

Hoe gaat de rest dan?

ik bemin 

jij bemint

hij/zij/het bemint

wij beminnen

jullie beminnen

zij beminnen

amo

amas

amat

amamus

amatis

amant

ik bemin 

jij bemint

hij/zij/het bemint

wij beminnen

jullie beminnen

zij beminnen

beminnen (infinitivus)

amo

amas

amat

amamus

amatis

amant

amare

ik bemin 

jij bemint

hij/zij/het bemint

wij beminnen

jullie beminnen

zij beminnen

beminnen (infinitivus)

bemin! (tegen 1 persoon)

bemin! (tegen meerdere personen)

amo

amas

amat

amamus

amatis

amant

amare

ama! 
amate! 

Lesdoel: welk woord betekent 'jij ziet'?

1. video
2. vides
3. videt
4. videmus

Wat zijn de uitgangen voor het praesens indicativus op een rijtje?

HW voor vrijdag 14-1

-Leer de uitgangen vh werkwoord uit je hoofd (slide 21)

Noteren in agenda!

HW voor maandag 17-1

-Gladiator lezen H1 en 2+ voer moeilijke woorden in op de volgende slide!

Noteren in agenda! 

Welke woorden uit H1 en 2 waren moeilijk?

Vrijdag 14 januari

1. Werkwoordsuitgangen: herhaling 

2. Uitleg stammen 

3. Aan het werk: taaloefening A, B, C (p.23)

4. Afsluiting

Lesdoel: je kunt de stammen en uitgangen van het werkwoord herkennen en benoemen. 

1. Wat zijn de uitgangen voor het praesens indicativus op een rijtje?

ik bemin 

jij bemint

hij/zij/het bemint

wij beminnen

jullie beminnen

zij beminnen

beminnen (infinitivus)

bemin! (tegen 1 persoon=imperativus)

bemin! (tegen meerdere personen=imperativus)

amo

amas

amat

amamus

amatis

amant

amare

ama! 
amate! 

2. Vorming persoonsvormen

• Stam werkwoord+ uitgang 
• Bijvoorbeeld: ama+s=amas 
• Hoe vind je de stam? 
• -re van de infinitivus afhalen! 
• Bijvoorbeeld: amare -re= ama
• Wat is de stam van het woord movere?

2. Vijf groepen (=conjugatie)

a-stam

e-stam (let op lange ē!)

i-stam

mk-stam

gemengde groep 

->rijtjes p.34 en 35 tekstboek! 

2. Bij welke stammen horen de volgende werkwoorden? (zie p. 23 werkboek, oefening A)

1. habitare

2. bibere 

3. audire

4. vidēre

2. Vertaal deze werkwoorden (oefening B). Gebruik de woordenlijst!

1. movent

2. bibis

3. roga

4. habitat

3. Aan het werk

Taaloefening A, B (tm 10) en C 

4. Afsluiting

-Wat heb je deze les geleerd? 

-Wat vind je moeilijk? 

-Huiswerk duidelijk voor as maandag?

NB: week 10 PW tekst en cultuur H3 en 4