KWT Interieur en stijl

• Mens & Maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2,3

Keuze Werk Tijd

INTERIEUR STIJL EN ONTWERP

INTERIEUR STIJL EN ONTWERP

Keuze Werk Tijd

Karin Schuurman & Sandra Cammeraat

LEERDOEL

Na deze KWT cursus kan ik...

• verschillende woonstijlen herkennen
• mijn eigen woonstijl laten zien in de vorm van een mood-board
• een planning maken voor het maken van een woonaccessoire
• een accessoire maken in mijn eigen woonstijl
• mijn ontwerp presenteren aan mijn klasgenoten

Wat we gaan doen in 5 KWT lessen!

Week 1:

• ontdek je eigen woonstijl 
• maken we een mood-board in jouw eigen stijl

Week 2:

• bezoeken we een kringloopwinkel
• gaan we op zoek naar een accessoire die je gaat veranderen

Week 3:

• maak je een plan voor jouw woonaccessoire
• !!!!

Wat we gaan doen in 5 KWT lessen!

Week 4:

• start je met het maken en vormgeven van jouw accessoire

Week 5:

• leg je de laatste hand aan jouw object
• je presenteert jouw object samen met je mood-board aan je klasgenoten
• je verwerkt alles in Profijt

Week 1:

• ontdek je eigen woonstijl 
• maken we een mood-board in jouw eigen stijl

Interieurstijlen
wat vind jij mooi of waar voel jij je fijn

ONTDEK JE EIGEN WOONSTIJL

Scandinavisch

Modern

Landelijk

Bohemian

Industrieel

Klassiek

SCANDINAVISCH

Scandinavische stijl is rustig, knus en eenvoudig. De meubels en accessoires hebben zachte kleuren en tinten en de vormen zijn meestal herkenbaar, zoals rechthoekig en vierkant of rond en ovaal. Dat noemen we vergrijsde tinten en geometrische vormen. De gebruikte materialen zijn meestal natuurlijk, zoals hout, leer, katoen en wol. Deze stijl is vaak tijdloos.

Je herkent deze stijl aan:

• Zachte tinten, pastelkleuren

• Natuurlijke materialen

• Eenvoudige ontwerpen

• tijdloos

Scandinavisch

MODERN

Een moderne interieurstijl heeft strakke vormen en rechte lijnen. De kleuren zijn herkenbaar, maar rustig. Elk onderdeel heeft een functie, waardoor de ruimte ruimer en groter lijkt. Felle kleuren worden gebruikt om extra aandacht te geven aan het object. Materialen die gebruikt worden in een modern stijl zijn vaak duurzaam en exclusief, zoals: glas, metaal, steen, hout en leer. 

Je herkent de stijl aan:

• strakke vormen.
• De kleuren zijn rustig.
• Accenten zijn er in zuivere kleuren.
• Materialen zoals glas, metaal, steen en hout

Modern

LANDELIJK

Ruim een derde van de mensen houdt van de landelijke stijl. Dat is de grootste groep mensen. Een landelijke interieurstijl is: gezellig, sfeervol, warmte, vertrouwd en natuurlijk. 

Je herkent de stijl aan:

• warme kleuren
• veel verschillende designs
• verweerde materialen
• hout
• romantische vormen
• veel accessoires

Landelijk

INDUSTRIEEL 

Een industriële interieurstijl herken je aan het gevoel dat je in een verlaten fabriek of werkplaats bent. De materialen die gebruikt zijn, hebben een stoere uitstraling. Ze zijn degelijk en van een goede kwaliteit. Metaal, (oud) hout, beton en leer worden gebruikt in warme kleuren. 
 

Je herkent de stijl aan:

• stoere materialen
• één opvallend design object
• warme kleuren - bruin, rood, zwart, blauw, groen, oranje
• vaak meubelen van metaal, hout en leer
• opvallende constructies, zoals leren ophanghaken of metalen kasten.

Industrieel

KLASSIEK

Een klassieke woonstijl herken je aan de warme kleuren, zoals goud, bruin en donker rood. De luxe uitstraling van de plafonds met ornamenten en rijke stoffen, zoals velours voor de gordijnen echt leer voor de stoelen en banken.  Meubels zijn comfortabel en vaak handgemaakt. 

Je herkent de stijl aan:

• romantische vormen.
• warme kleuren - bruin, rood, zwart, blauw, groen, oranje.
• vaak zware meubelen van hout en leer.
• materialen zoals velours, linnen en behang met print

Klassiek

BOHEMIAN

Een andere naam voor Bohemian is trendy, kleurrijk of jong. Als het maar hip is! 

Deze stijl is apart, uitdagend, opvallend, modieus, creatief, dynamisch en eigenwijs. Niets is fout en alles mag gecombineerd worden. Kleuren, materialen, vormen en stijlen.

Je herkent de stijl aan:

• drukte
• veel dessins
• veel kleur
• eigenwijs en persoonlijk

Maak de online test: 

klik

Welke interieur stijl
past bij jou?

OPDRACHT:

MAAK EEN MOODBOARD

Een mood-board of sfeerbord is een presentatie op een poster. Voor deze opdracht is dat onderwerp: 

jouw (woon)stijl.

Op jouw mood-board probeer je de sfeer te laten zien door middel van verschillende afbeeldingen. Je mag ook stoffen, patronen, vormen en teksten gebruiken op je mood-board. 

Resultaat:
Een creatief mood-board waarop goed te zien is welke sfeer bij jou past. 
Het mood-board gebruik je voor de volgende twee opdrachten. Het is dus je basis van de volgende workshops.

MOODBOARD

Wat heb je nodig:

• stevig a3 papier
• tijdschriften met inspiratie die bij je woonstijl past
• materialen die bij je woonstijl passen
• lijm, schaar, tekenspullen 
• eventueel internet

PLAN!

• zoek en verzamel eerst alle materialen voor je mood-board, denk ook aan internet en stoffen of andere materialen. Je hoeft niet alleen uit tijdschriften te knippen.
•  rangschik, als je alles verzameld hebt, je materialen op het A3 papier, zodanig dat je een mooi overzicht krijgt.
• Mis je nog wat! Is het nog niet naar je zin? Zoek dan verder naar materiaal
• Maak tussendoor foto's van je mood-board.
• Ben je tevreden? Dan is het tijd om alles vast te lijmen.
• Klaar en tevreden? Dan wordt het mood-board gelamineerd.

VOORBEELD MOODBOARD OP YOU-TUBE

KLAAR

Ben je klaar?

• TOP, want dan heb je al je spullen netjes opgeruimd
  
• heb je nog voldoende tijd over? Misschien kan een klasgenoot wat hulp gebruiken!
• of heeft de docent een leuke extra opdracht voor je. 

WAT HEBBEN WE GELEERD IN LES 1.

• Je kunt verschillende woonstijlen herkennen en weet welke stijl bij jouw past
•  Je kunt een mood-board maken en weet hoe je dat het beste kan aanpakken

Week 2:

• vandaag bezoeken we een kringloopwinkel
  
• gaan we op zoek naar een accessoire die je gaat veranderen

VOLGENDE LES

Week 2:

• bezoeken we een kringloopwinkel
• gaan we op zoek naar een accessoire die je gaat veranderen

De kringloopwinkel

Is een winkel: 

• waar tweedehands spullen verkocht worden
• waar spullen aan gedoneerd worden
• waar je voor weinig geld bruikbare spullen kunt kopen

Doel van deze les:

• je leert dat je met een klein budget een woonaccessoire kan kopen en waar dat kan.
• je ontdekt dat je van een tweedehands object een. nieuwe accessoire kan maken dat bij jouw woonstijl past.
• je leert om binnen een budget een product te kopen.
• je ontdekt dat je objecten een nieuwe functie kan geven door iets aan te veranderen.

Inspiratie

Inspiratie

Inspiratie

Inspiratie

Website

Waar gaan wij naar toe?

• Kringloopwinkel:  
• https://www.cyankringloop.nl/

Wat spreken wij af!

• We fietsen samen naar de winkel en weer terug naar school.
• We gedragen ons als klanten, we zijn te gast en zijn een visitekaartje voor Focus.
• 
  

WAT HEBBEN WE GELEERD IN LES 2.

• je kunt met een klein budget een woonaccessoire kopen en weet waar dat kan.
• je hebt ontdekt dat je objecten een nieuwe functie kan geven door er iets aan te veranderen.

VOLGENDE LES

Week 3:

• zoeken we inspiratie. Op internet, tv-programma's en voorbeelden die al gemaakt zijn.
• maak je een plan voor jouw woonaccessoire. Wat heb je nodig om het te maken? 

Inspiratie

Website

Week 3:

• zoeken we inspiratie. Op internet, tv-programma's en voorbeelden die al gemaakt zijn.
• maak je een plan voor jouw woonaccessoire. Wat heb je nodig om het te maken? 

The art of design

Inspiratie

Inspiratie

Inspiratie

Inspiratie

Website

Waar gaan wij vandaag doen?

Je gaat een plan maken voor de METAMORFOSE van de woonaccessoire

Hoe ga je dat aanpakken?

• Je gebruikt het werkblad om je plannen op te schrijven.

De planning

• wat wil je maken?
• wat heb je nodig om het te maken?                           (materiaal, gereedschap etc.)
• welke spullen moeten gekocht / gezocht worden? (recycling, wat ligt er al )
• Hoeveel tijd denk je nodig te hebben voor je project?
  red je het in 2x KWT - 4 lesuren -
• Heb je hulp nodig? 

En nu?

• Schrijf al je antwoorden op het werkblad.
• Zoek naar inspiratie op internet, bespreek het met de docent.
• Zijn er op school al spullen die je kunt gebruiken?
• Klaar, lever je werkblad met planning en benodigdheden in bij de docent

WAT HEB GEDAAN IN LES 3.

• je hebt een planning gemaakt voor je project
• je hebt onderzocht op welke manier je jouw accessoire kunt veranderen en wat nodig is om dat te kunnen doen.

tvblik.nl

VOLGENDE LES

Week 4:

• ga je aan de slag met jouw project
• Controleer je of je project volgens je planning loopt. 
• Bekijk je of je moet bijstellen of aanpassen!