H3D chapitre 1 25 september

Bonjour H3D
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bonjour H3D

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Bloc G (réviser+expliquer)
Bloc E 
Huiswerk D (parler)
Traduire :)
Qu'est-ce qu'on a fait?




Slide 2 - Tekstslide

partir
sortir
dormir
sentir
servir
dienen
voelen
slapen
vertrekken
uitgaan

Slide 3 - Sleepvraag

Bloc G  p.13     présent
 partir
dormir
sortir
servir
sentir


je
-tir 
+s
tu
-tir
+s
il/elle
-tir
+t
nous
-ir
+ons
vous
-ir
+ez
ils/elles
-ir
+ent

Slide 4 - Tekstslide

Dormir (slapen) ik slaap
A
je dort
B
je dors
C
je dormis
D
je dorms

Slide 5 - Quizvraag

sortir (uitgaan) wij gaan uit
A
nous sortions
B
nous sortez
C
nous sortons
D
nous sortirons

Slide 6 - Quizvraag

partir (vertrekken) zij vertrekt
A
elle partis
B
elle pars
C
elle partit
D
elle part

Slide 7 - Quizvraag

Bloc G  p.13     imparfait
(partir, dormir,sortir,servir, sentir)

1. nous vorm in de présent
2. - ons = stam
3. uitgang  erachter plakken

Nous servons
serv
Je servais
Ik sliep, ik voelde, ik vertrok etc.

Slide 8 - Tekstslide

Hij diende (servir)
A
il serviais
B
il servais
C
il servirai
D
il servait

Slide 9 - Quizvraag

jullie voelden (sentir)
A
vous sentiez
B
vous sentions
C
vous sentez
D
vous sentaient

Slide 10 - Quizvraag

Bloc G  p.13     passé composé
(partir, dormir,sortir,servir, sentir)

1. onderwerp
2. vorm van être/ avoir in présent
3. voltooid deeltwoord :  i (+e, s, es)


Ik heb geslapen, ik heb gevoeld, ik ben vertrokken
Tekst

Slide 11 - Tekstslide

Au travail
Vous allez faire exercices: 26 (bron G) 19a t/m d, 20,21 ( bron E)


timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Bloc D (tb 11 wb 16)
Voor vandaag hebben jullie o.a. exercice 16d gemaakt.

Stopt het rad op jouw naam dan beantwoord je de vraag.

Slide 13 - Tekstslide

Traduis les phrases (A+B)
1. Le chat est migon et câlin.
2. C'est tellement difficile de trouver un animal domestique.
3. Je suis une semaine chez mon père et belle-mère.
4. Il a du mal à décider.
5. Nous n'avons pas le temps de chercher.
6. Quand mon petite-soeur est née, j'étais content!
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 15 - Woordweb

Les devoirs 2 octobre
Faire exercices: 19(behalve e/f), 20, 21, 26
Apprendre: SO ABCDG

Slide 16 - Tekstslide