Herhaling grammatica

Herzlich Willkommen:)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen:)

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele
Wiederholung
-Je kunt werkwoorden met een stam op d of t correct vervoegen.
- Ihr kennt die persoonlijke voornaamwoorden in de 4de naamval.

Slide 2 - Tekstslide

Wichtig
Volgende week donderdag is de hoofdstuktoets!
Begin op tijd met leren, deze toets telt 2x mee!

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie dingen heb je nodig om de regelmatige werkwoorden te vervoegen
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

timer
1:00
Noem de 9 persoonlijke voornaamwoorden in het Duits

Slide 5 - Woordweb

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Slide 6 - Open vraag

Werkwoorden met stam op d of t
Bij de uitgang op st (du) wordt een extra e ingelast
ich rede
du redest

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden met stam op d of t
Bij de uitgang op st (du) wordt een extra e ingelast
ich rede
du redest
Dit gebeurt ook bij de uitgang op t (er/sie/es en ihr)
er/sie/es redet
ihr redet

Slide 8 - Tekstslide

Meine Schwester (reiten) jeden Samstag.
A
reitest
B
reit
C
reitet
D
geritten

Slide 9 - Quizvraag

Ihr (reden) nur über Fußball.
A
red
B
redet
C
redest
D
redt

Slide 10 - Quizvraag

(warten).............du bitte auf mich?
A
Warten
B
Wartet
C
Wartest
D
Wart

Slide 11 - Quizvraag

(baden) ihr auch gerne, wenn das Wetter schlecht ist?
A
Badest
B
Badet
C
Baden
D
Badt

Slide 12 - Quizvraag

Ich (melden) ..........mich, wenn ich Zeit habe, tennis zu spielen.
A
melde
B
meldest
C
meldet
D
melden

Slide 13 - Quizvraag

(reden) Du ... immer so viel!

Slide 14 - Open vraag

(arbeiten) Peter ... schon sein ganzes Leben.

Slide 15 - Open vraag

Persoonlijke voornaamworden
in de 4de naamval

Slide 16 - Tekstslide

4de naamval
Peter is op school. Ik heb hem gezien.

Peter ist in der Schule. Ich habe ihn gesehen.

Slide 17 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
1e naamval:
  • ik          jij         hij        zij        het        wij      jullie      zij                  u
  • ich       du       er         sie        es            wir      ihr          sie                Sie 

4e naamval:
  • mij       jou      hem    haar    het          ons     jullie     hun/hen     u  
  • mich    dich     ihn       sie       es          uns     euch     sie              Sie


Slide 18 - Tekstslide

Er sieht mich.                     Er sieht uns.
Er sieht dich.                       Er sieht euch.
Er sieht ihn.                         Er sieht sie.
Er sieht sie.                          Er sieht Sie.
Er sieht es.

Slide 19 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamworden in de 4e naamval 
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie

Slide 20 - Sleepvraag

mich
dich
ihn
uns
euch
sie
sie
es
Sie
ons
jou
haar
jullie
het
hem
hen
mij
u

Slide 21 - Sleepvraag

Welke voorzetsels geven de 4e naamval?
M2G al uitleg gehad?
Maak Aufgabe 22, Seite 44
Aufgabe 23/24

Slide 22 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'zonder jou' in het Duits?
A
für dich
B
um dich
C
ohne dich
D
ohne ihn

Slide 23 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'om jullie' in het Duits?
A
für dich
B
um euch
C
ohne mich
D
ohne ihn

Slide 24 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'voor hem' in het Duits?
A
für ihn
B
um dich
C
ohne Sie
D
für sie

Slide 25 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'tegen mij' in het Duits?
A
für mich
B
gegen mich
C
ohne uns
D
durch euch

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Und alles deutlich ????

Slide 28 - Tekstslide

Hören
Aufgabe 11, Seite 36/37

Slide 29 - Tekstslide

(Haus)aufgaben machen
Navragen wat is er allemaal al gemaakt?
Aufgabe 7 und 9, Seite 34/35
Morgen
Aufgabe 8, Seite 34
Aufgabe 20, Seite 44
Aufgabe 24, Seite 45/46
Wiederholung 1,2 und 3, Seite 156/157
Slim stampen

Slide 30 - Tekstslide