Toets proactief beveiliging

Wanneer ben je proactief?
A
Als je impulsief bent en doet waar je zin in hebt
B
Als je actief bent en initiatief neemt
C
Als je erg druk bent en graag op de voorgrond treed
D
Als je vaak boos op een ander reageert als iets je irriteert.
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wanneer ben je proactief?
A
Als je impulsief bent en doet waar je zin in hebt
B
Als je actief bent en initiatief neemt
C
Als je erg druk bent en graag op de voorgrond treed
D
Als je vaak boos op een ander reageert als iets je irriteert.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een belangrijk aspect bij proactief beveiligen?
A
Direct reageren op een probleem
B
Zoeken naar problemen waar je op reageert
C
Denken vanuit een kwaadwillende om problemen te voorkomen
D
Wachten totdat je een opdracht krijgt om een probleem op te lossen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent social engineering?
A
Onder valse voorwendselen informatie krijgen via sociale contacten
B
Iemand bedreigen om informatie te krijgen
C
Informatie krijgen door het hacken van computers
D
Mensen manipuleren om iets voor je te doen

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent AMO?
A
aanval met ontdekking
B
algemene modus van operatie
C
aantal mogelijke oorzaken
D
aanvallers methode van operatie

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er in de AMO beschreven?
A
Maatregelen om het risico met mogelijke gevolgen te verkleinen
B
Hoe er in een situatie gehandeld moet worden
C
Welke operationele omgevingen er zijn
D
Op welke manier werkt een aanvaller en hoe kan je dit als beveiliger herkennen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de operationele omgeving?
A
Het gebouw
B
Gebied waar de beveiliger zijn werkzaamheden uitvoert
C
Het terrein rond het gebouw

Slide 6 - Quizvraag

SOP staat voor:
A
Een flinke afwas
B
Standaard Operationele Procedure
C
Standaard Organiserende Procedure
D
Standaard Operatie Procedures

Slide 7 - Quizvraag

Uitkomst na het uitvoeren van dreigingsassessment kunnen zijn: (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Dreiging
B
Risico
C
Mogelijke dreiging
D
Ontkrachte dreiging

Slide 8 - Quizvraag

Tijdens je dienst komt er een bezoeker op je af die vraagt naar het aantal beveiligers die in het object werken en of er in de nacht ook beveiligers aanwezig zijn. Waar is hier mogelijke sprake van?
A
Bezoeker voelt zich onveilig in het object
B
Security questioning
C
Social engineering
D
Uitvoerende MO

Slide 9 - Quizvraag

Security questioning is altijd op basis van vrijwilligheid. Het is dus geen verhoor zoals bij de politie. Welk kenmerk hoort niet bij het toepassen van een SQ?
A
Zoeken naar de intentie
B
Coöperatief van toon
C
Bewijs verzamelen
D
Verificatie

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer je door middel van Security Questioning hebt kunnen vaststellen dat de VI onschuldig is, noemen we dit:
A
Geen verdachte indicator
B
Verdachte indicator
C
Verdachte indicator is ontkracht
D
Er is een niet ontkrachte verdachte indicator

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een signalement?
A
Beschrijving van iets vreemds wat jij ziet
B
Beschrijving hoe iemand eruit ziet
C
Beschrijving hoe een voorwerp eruit ziet
D
Beschrijving van de plek waar iets gebeurd

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de primaire kenmerken van een signalement?
A
Huidskleur, Ras, Lengte, Postuur en geslacht
B
Huidskleur, Haar, Lengte, Postuur, geslacht
C
Huidskleur, Tattoo's, Ras Postuur en geslacht
D
Huidskleur, Ras, Lengte, Kleding en geslacht

Slide 13 - Quizvraag

Het geslacht, de lengte, leeftijd, ras en postuur van een persoon zijn?
A
Algemene kenmerken
B
Primaire kenmerken
C
Specifieke kenmerken
D
Secundaire kenmerken

Slide 14 - Quizvraag