§2.2 Politiek in Athene

Huiswerk 7 november
Schrijf op in je Plenda
Maak opdracht 4 t/m 8 van §2.2

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk 7 november
Schrijf op in je Plenda
Maak opdracht 4 t/m 8 van §2.2

Slide 1 - Tekstslide

§2.2 Politiek in Athene

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is geen kenmerk de Griekse stadstaten
A
De Griekse stadstaten werden door één koning bestuurd
B
De agora was het markplein van een Griekse stadstaat
C
De Griekse stadstaten bestonden uit een stad met omringend platteland
D
De verschillende stadstaten kenden verschillende wetten en regels

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Op welke vier manieren een stadstaat bestuurd kan worden
- Hoe de Atheense democratie werkt en hoe deze verschilt met de Nederlandse democratie
- Hoe de democratie in de Griekse stadstaten verdwijnt

Slide 6 - Tekstslide

Wat noemen we de manier waarop een land of stad besluiten neemt?
A
Polis
B
Politiek
C
Poleis
D
Politie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Filmpje
Griekse besuursvormen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Na het bekijken van het filmpje..
  • Vond je het filmpje lastig
    (of vind je uitleg volgen leuk)?
      -> Volg de uitleg!
  • Vond je het filmpje makkelijk
    (of wil je zelfstandig aan de slag?)
    -> Lees 'Verschillende staatsvormen' 
    -> Maak opdracht 3, 4 en 5

Slide 11 - Tekstslide

Monarchie
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie
Dit betekent dat een koning alle macht heeft
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen
Vaak krijgt de koning hulp van een raad van ouderlingen

Slide 12 - Tekstslide

Aristocratie
Na een tijd willen de rijke burgers ook wat te zeggen hebben
Zij hebben de wapens en zetten de koning aan de kant
Deze aristoi nemen dan met elkaar de beslissingen
Ook zij krijgen nog advies van een raad van ouderlingen
Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen

Slide 13 - Tekstslide

Tirannie
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen
Vaak lukt dit met geweld
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen een tiran en een koning

Slide 15 - Open vraag

In een woonwijk moet de snelheidslimiet omhoog naar 50 km/u
Eens
Oneens

Slide 16 - Poll

Vliegen moet duurder worden. Dan wordt er minder gevlogen en dat is beter voor het milieu
Eens
Oneens

Slide 17 - Poll

Kinderen hoeven maar 4 dagen in de week naar school
Eens
Oneens

Slide 18 - Poll

Democratie
De gewone burgers van Athene moeten ook het leger in
Daarom willen zij meebeslissen over de polis
Iedere mannelijke burger van 18+ krijgt daarom stemrecht
Athene wordt zo een democratie
Democratie
Demos (δῆμος) = volk
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Democratie = het volk heerst

Slide 19 - Tekstslide

Filmpje
Griekse besuursvormen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide


Info bij Eindopdracht B

  • Kies zelf een bestuursvorm
  • Kies je bestuursvorm op basis van monarchie, tiranie, aristocratie of democratie (combinatie mag ook)
  • Benoem de naam van je bestuursvorm (!)
  • Bedenk zelf de voorwaarden van voor jouw bestuursvorm

Slide 23 - Tekstslide

De Atheense democratie

Slide 24 - Tekstslide

Nederlandse Democratie

Indirecte democratie
Het volk kiest 
volksvertegenwoordigers
die namens hen stemmen op wetten

Stemmen
Nederlandse burgers stemmen elke vier jaar voor de Tweede Kamer en kiezen hun volksvertegenwoordigers
Tweede Kamer
In de Tweede Kamer zitten de volksvertegenwoordigers. Zij keuren stemmen voor of tegen een wet.
Regering
De regering bestaat uit de ministers (+ koning). De ministers voeren de wetten die zijn gemaakt uit.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Lees:  'De Atheense democratie'
Maak: opdracht 6 t/m 9
  • In tweetal
  • Klaar?: Lees 'Het einde van de democratie' op bladzijde 69
Maak daarbij opdracht 9, 10 & 11

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Wie besluit over oorlog en vrede?
A
10 generaals
B
Rechters
C
Raad van 500
D
Volksvergadering

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel mensen hebben de dagelijkse leiding?
A
10
B
50
C
500
D
6000

Slide 28 - Quizvraag

Wie bereiden de wetten voor?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 29 - Quizvraag

Wie keuren wetten goed of af?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 30 - Quizvraag

Hoe lang hebben de generaals de macht over het leger?
A
1 maand
B
Een half jaar
C
1 jaar
D
5 jaar

Slide 31 - Quizvraag

Hoe verschilt de Atheense democratie met de Nederlandse?
Atheense democratie
Nederlandse democratie
Politici hebben de politiek als beroep
De burgers mogen zelf over wetten stemmen
Vrouwen mogen niet meedoen in de politiek
Politici hebben naast politiek nog een ander beroep
Vrouwen mogen wel meedoen in de politiek
Iedere 4 jaar komt een nieuwe regering
Iedere maand komt een nieuwe regering
De burgers kiezen wie over de wetten stemmen

Slide 32 - Sleepvraag

Aan de slag
Lees 'Het einde van de democratie' op bladzijde 69
Maak daarbij opdracht 9, 10 & 11

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Op welke vier manieren een stadstaat bestuurd kan worden
- Hoe de Atheense democratie werkt en hoe deze verschilt met de Nederlandse democratie
- Hoe de democratie in de Griekse stadstaten verdwijnt

Slide 34 - Tekstslide