7.1: Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen (oriëntatie)

H7: Steden, Burgers en koningen in de middeleeuwen
7.1: Actuele en Historische Oriëntatie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7: Steden, Burgers en koningen in de middeleeuwen
7.1: Actuele en Historische Oriëntatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat een burger is.

2. Je kunt verschillende voorbeelden noemen van veranderingen tussen de vroege middeleeuwen en de periode na 1000.

3. Je kunt een vergelijking maken tussen hedendaagse steden en middeleeuwse steden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al van de 
Late Middeleeuwen? 

Slide 3 - Woordweb

Het laatste hoofdstuk van dit jaar is de tijd van steden en staten (1000 - 1500). 

In het vorige hoofdstuk heb je een inkijk gekregen in het leven in de vroege middeleeuwen. Na het jaar 1000 groeide de bevolking van Europa snel en dat bracht grote veranderingen met zich mee. Zo ontstonden er nieuwe steden, waarin burgers veel geld konden verdienen. 

Maar in deze steden woonden ook arme mensen. Er doken nieuwe koningen en staten op, maar hiervan kwam vaak oorlog.

Het christendom bleef in West-Europa de belangrijkste godsdienst, maar aan de zuidgrenzen doemde een nieuwe concurrent op. Waren de veranderingen van de vroege naar de hoge en late middeleeuwen voor iedereen wel zo positief?

Slide 4 - Tekstslide


Klik op de afbeelding om in te zoomen. Wat zie je allemaal op de afbeelding? 

Slide 5 - Open vraag

De Nederlanden: 
In tijdvak 4 'Steden & Staten' (1000-1500) was Nederland nog niet één land. Het bestond uit verschillende  gewesten (provincies) die samen de Nederlanden (lage landen)  genoemd werden. Dit is het gebied wat nu Nederland, België en Luxemburg zijn.

De leider van een gewest heet een graaf. Maar wie was de bekendste graaf? 
(zie volgende dia)

Slide 6 - Tekstslide

De bekendste middeleeuwse graaf heet Floris V. Hij is de baas van de gewesten Holland en Zeeland. Floris V is een graaf, waardoor zijn gewesten ook wel graafschappen heten. 

Zijn bijnaam is 'der keerlen god' (god van de kerels, van de gewone man). Hij helpt namelijk vaak 'het gewone volk' (bv de boeren) in de strijd tegen de edelen. Ook bouwt Floris V de Ridderzaal, het Binnenhof (Den Haag) en het Muiderslot. 

Floris V en andere hoge edelen kunnen aan dorpen stadsrechten verkopen. Een dorp wordt dan een echte stad, waardoor de stad zelf meer dingen kan regelen. Voorbeelden van privileges (voorrrechten) zijn eigen wetten (keuren) maken waar je je aan moet houden (anders lijfstraffen), rechtspraak, recht om een (jaar)markt te houden, recht om stadsmuren te bouwen, recht om een eigen munt te slaan, enz. 

Een man in een stad wordt een burger als hij 1 jaar + 1 dag in de stad woont, een beroep heeft en een geldbedrag betaalt. Gevolg: de burgerij (stedelingen) neemt toe en de horigheid (boeren) neemt af. 

De macht in de stad hebben rijke families. Uit deze families komen ook schepenen, mensen die de stad besturen + rust en orde handhaven. Een groep stadsbestuurders zitten samen in de schepenbank die vanuit het Raadhuis zijn werk deed. 

Uit welke stad komt deze munt?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe is Floris V vermoord?
Geeft de bron (een schilderij) hiernaast een betrouwbaar beeld over hoe Floris V is vermoord?

De betrouwbaarheid van een bron meet je door te kijken naar:

1. Wie heeft het schilderij gemaakt?
2. Wanneer is het schilderij gemaakt?
3. Heeft de maker van het schilderij de gebeurtenis zelf meegemaakt?
Bij het gewone volk is Floris V erg populair, maar de edelen krijgen steeds meer hekel aan hem. Floris V wordt namelijk steeds machtiger en de andere edelen worden steeds minder machtig. Enkele edelen vermoorden Floris V in 1296. Dit is een van de bekendste moorden in de Nederlandse geschiedenis.
Volgendia dia: Vroeger & Zo - Floris V (tot 12.20) met daarna enkele quiz- en sleepvragen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Sleep de punaise naar het gewest waar Floris V de graaf van was:

Slide 10 - Sleepvraag

Floris V is in 1296 in de buurt van kasteel het Muiderslot vermoord om....
A
politieke redenen
B
sociale redenen
C
economische redenen
D
natuurlijke (ecologische) redenen

Slide 11 - Quizvraag

Bij het vak geschiedenis heb je 3 soorten onderzoeksvragen.

1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.

"Op welke manier is Floris V vermoord?" Dit is een voorbeeld van een...
A
Beschrijvende vraag
B
Verklarende vraag
C
Waarderende vraag
D
Geen van de genoemde vragen is juist.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een verklarende vraag?
A
Wat is het moordwapen waarmee Floris V is gedood?
B
Welk motief (oorzaak) hadden de moordenaars om Floris V om het leven te brengen?
C
Was het leven fijn in kasteel het Muiderslot (zie plaatje)?
D
Hoe heten de drie edelmannen die Floris V in de buurt van het Muiderslot hebben vermoord?

Slide 13 - Quizvraag

Hieronder staan enkele zinnen.
Zinnen kunnen objectief (een feit) of subjectief (een mening) zijn.

Welke zin is subjectief?
A
De Ridderzaal in Den Haag heeft Floris V laten bouwen.
B
De drie leenmannen Gijsbrecht van Amstel, Herman van Woerden en Gerard van Velsen hebben Floris V vermoord.
C
Floris V zocht in een ruzie met de graaf van Vlaanderen hulp bij de koning van Engeland en ook van Frankrijk.
D
Alle genoemde zinnen zijn objectief.

Slide 14 - Quizvraag

Twee zinnen over de moord op Floris V.

1. Floris V was erg populair bij de boeren, een .....x..... is dat hij de bijnaam kreeg 'der keerlen god'

2. Een .....x..... van de moord op Floris V is dat enkele edelmannen vonden dat hij teveel macht had, nadat hij West-Friesland en Zeeland had ingenomen.


A
1. oorzaak, 2. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. gevolg
C
1. gevolg, 2. oorzaak.
D
1. gevolg, 2. gevolg

Slide 15 - Quizvraag

Een stad kent verschillende bestuursfuncties. Veel bestuursfuncties uit de Late Middeleeuwen zijn allang verdwenen.

Welke bestuursfunctie in een stad bestaat nog wel?
A
de Schepen(en)
B
de Vroedschap
C
de Burgemeester
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de plaatjes naar Floris V die we te danken hebben aan hem:

Slide 17 - Sleepvraag

Werktijd
Nu
Volgende keer
KLAAR ?

Maak paragraaf 7.1: Historische én actuele oriëntatie

Hoe?
  • Alleen
  • Muziek in mag
  • Vraag? Steek je vinger op!
Jeroen Bosch
Nakijken 



Hoe?
  • Lever je opdrachten in en laat het me weten. Je kan via Tijd voor GS zelf nakijken. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 7.1: Historische Oriëntatie

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Maak 7.1: Actuele oriëntatie


Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Nakijken via Tijd voor GS. 

Slide 20 - Tekstslide