Quiz

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

De Quiz Voor Frans

Slide 2 - Tekstslide

Mijn lievelingsvak is Frans
A
mijn
B
lievelingsvak
C
is
D
Frans

Slide 3 - Quizvraag

Wat is dit in het Frans:

kopen
A
parler
B
manger
C
acheter
D
préparer

Slide 4 - Quizvraag

De en het in het Frans is
A
le, la, les, une
B
des, une, les
C
le, la, l', les
D
le, l', des, un

Slide 5 - Quizvraag

Tu as .............. francais?
A
un copain
B
un prix
C
une semaine

Slide 6 - Quizvraag

Wat is 'ik' in het Frans
A
Je
B
J'
C
Tu
D
Elle

Slide 7 - Quizvraag

''Ik'' in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans:
Om half negen heb ik Franse les.
A
À neuf heures et demie, j'ai le français.
B
À huit heures et demie, j'ai l'anglais.
C
À neuf heures et demie, j'ai l'anglais.
D
À huit heures et demie, j'ai le français.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe schrijf je 'ja' in het Frans?
A
wi
B
oiu
C
oui
D
iou

Slide 10 - Quizvraag

en in deze:
een Frans meisje
A
een
B
Frans
C
meisje

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Frans "ik heb"?
A
Tu as
B
J'ai
C
Je suis
D
Il a

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet de Franse stad Rijsel in het Frans?
A
Lyon
B
Strasbourg
C
Lille
D
Gand

Slide 13 - Quizvraag

Wat is "open" in het Frans?
A
opèn
B
ouvert
C
pas fermé

Slide 14 - Quizvraag

Frans
A
les maths
B
le dessin
C
le français
D
l'école

Slide 15 - Quizvraag

Wat is 'hij' in het Frans
A
Nous
B
Il
C
Tu
D
Je

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vertaal je "zij hebben" in het Frans ?
A
ils ont
B
elle a
C
vous avez
D
tu as

Slide 17 - Quizvraag

''Hij'' in het Frans =
A
elle
B
je
C
il
D
ils

Slide 18 - Quizvraag

Hoe bedank je iemand in het Frans?
A
bonjour
B
au revoir
C
merci
D
voilà

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal naar het Frans:
Mijn
A
mon - ma - mes
B
ton - ta - tes
C
son - sa - ses

Slide 20 - Quizvraag

Wat is "rechtsaf" in het Frans?
A
tout droit
B
à droite
C
à gauche

Slide 21 - Quizvraag

De / het in het meervoud
in het Frans is.....
A
La
B
Le
C
L'
D
Les

Slide 22 - Quizvraag

een in het frans is:
A
un, les, une
B
un, une, des
C
un, les, des

Slide 23 - Quizvraag

Tu as .............. francais?
A
un copain
B
un prix
C
une semaine

Slide 24 - Quizvraag

..................es francais?
Non, je.........anglais.
A
tu & suis
B
il & suis
C
elle & es
D
nous & est

Slide 25 - Quizvraag