Criminaliteit H1

MAATSCHAPPIJKUNDE
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MAATSCHAPPIJKUNDE

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Start                                                                          5 min
Uitleg                                                                        20 min
Aan de slag                                                            10 min
Filmpje                                                                     5 min
Afsluiting                                                                 5 min



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij criminaliteit

Slide 4 - Woordweb

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan je:

  1. Uitleggen wat criminaliteit betekent
  2. Kan je uitleggen waar onze wetten in staan

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

1.1 Wat is criminaliteit?
Bladzijde 6 en bladzijde 7

Slide 7 - Tekstslide

(On)geschreven regels
Ongeschreven regels
Regels voor gedrag die nergens op papier staan
(spugen op straat)

Geschreven regels
Regels die in reglementen of wetten staan
(regels op school of bij je sportclub)


Slide 8 - Tekstslide

Geschreven regels  zijn ook rechtsregels

Deze staan in onze wetten


Slide 9 - Tekstslide

Criminaliteit heeft te maken met waarden en normen
Iets dat je belangrijk vindt in het leven. Bijvoorbeeld eerlijkheid of respect.
Afspraken over hoe wij ons gedragen.

Slide 10 - Tekstslide

Waarde

Eerlijkheid 

Respect


Veiligheid



Norm

Ik steel niet

Ik behandel een ander zoals ik zelf behandeld wil worden

Ik heb geen mes op zak

Slide 11 - Tekstslide

Criminaliteit 
Het geheel van gedragingen dat door de wet strafbaar wordt gesteld

Slide 12 - Tekstslide

Wet overtreden = strafbaar feit (ook wel delict)

Voorbeelden: iemand mishandelen of een moord plegen

Slide 13 - Tekstslide

Hierin staan de meeste strafbare feiten omschreven.
A
Wetboek van Strafrecht
B
strafrecht
C
toerekeningsvatbaar
D
ondertoezichtstelling

Slide 14 - Quizvraag

Rijden onder invloed
Staat in:
A
Wet Economische Delicten
B
Opiumwet
C
Wegenverkeerswet
D
Wetboek van Strafrecht

Slide 15 - Quizvraag

De politie betrapt je met XTC.
Dit is strafbaar volgens:
A
Het wetboek van strafrecht
B
De opiumwet
C
De wegenverkeerswet

Slide 16 - Quizvraag

Waar staan die wetten?

  • Wetboek van Strafrecht


Voorbeelden: mishandeling, moord, verkrachting, inbraak, openbaar dronkenschap en wildplassen

Slide 17 - Tekstslide

Andere wetten
Wegenverkeerswet
(joyriden, zonder helm rijden, doorrijden na een ongeval)

Opiumwet
(de wet over drugsgebruik)


Slide 18 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 19 - Quizvraag

Bij een overtreding krijg je een strafblad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Bij een overtreding krijg je als maximale straf:
A
een jaar gevangenisstraf
B
een jaar hechtenis
C
een boete
D
Levenslang

Slide 21 - Quizvraag

Misdrijf
  • Gevangenisstraf (vrijheidsstraf)

  • Hoe ernstiger, hoe hogere straf

  • Strafblad


Slide 22 - Tekstslide

Overtreding
- Licht strafbaar feit (het is minder ernstig)
Bijvoorbeeld: wildplassen, te hard rijden op je scooter.

De straf = meestal een boete
de maximale vrijheidsstraf voor een overtreding = één jaar en niet langer!! 
- Dader krijgt bijna nooit een strafblad.

Slide 23 - Tekstslide

Maken
Opdrachten 3 t/m 6 + 9 en 10
Bladzijde 7 t/m 10
Tijd: 9:50
Klaar: controle door docent


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video