3.2 voortplantingsstelsel

3.2 voortplantingsstelsel
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.2 voortplantingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet/ kan jij: 
- Welke levensfases een mens heeft 
- Welke geslachtskenmerken er zijn voor vrouwen en mannen
- Het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken


Slide 2 - Tekstslide

levensfases 

Slide 3 - Tekstslide

uitleg levensfases 
het leven van een mens is opgedeeld in een aantal levensfases. Deze zijn voor iedereen hetzelfde, van geboorte tot de dood. 
Zie de vorige slide voor de levensfases en hun leeftijden erbij. 
Leer deze uit je hoofd! Hierin ontwikkel je zowel geestelijk als lichamelijk

Geestelijke ontwikkeling: Ontwikkeling van de manier van denken 
Lichamelijke ontwikkeling: ontwikkeling van het lichaam

Slide 4 - Tekstslide

Ben ik nou man of vrouw?
LET OP! In de biologie spreken wij over twee geslachten!
Man en Vrouw 
dit zien wij door geslachtskenmerken 

Slide 5 - Tekstslide

Geslachtskenmerken?
primaire geslachtskenmerken 
secundaire geslachtskenmerken 
tertiaire geslachtskenmerken

Slide 6 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken 
Jongen: Penis & balzak
Meisje: Vagina & schaamlippen 
                                                      
Deze zijn er vanaf de geboorte 

Slide 7 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken zijn de geslachtskenmerken die er vanaf de geboorte zijn. Hieraan kan je dus zien of een baby een jongen of een meisje is. 
Bij meisjes zie je dit door de vagina en de schaamlippen
Bij jongens zie je dit door de penis en de balzak

Slide 8 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken
Na de puberteit
Ken jij secundaire geslachtskenmerken?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

secundaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken krijg je als je door de puberteit gaat. Hierdoor is het nog makkelijker om te zien of iemand een man of een vrouw is. 
Zodra iemand door de puberteit gaat is hij of zij ook vruchtbaar. Vanaf de puberteit kan je dus kinderen krijgen. 

Slide 11 - Tekstslide

tertiaire geslachtskenmerken
verschillen tussen man en vrouw naast het lichaam 
- kleding
- gedrag
- denkwijze 

Slide 12 - Tekstslide

Wat veranderd er nog meer?
- slungelige bewegingen (spieren moeten nog groeien)
- Zweet gaat meer stinken (vooral onder de oksels)
- Je gevoelens gaan veranderen

Slide 13 - Tekstslide

Welke geslachtskenmerken ontstaan er in de puberteit?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
tertiaire geslachtskenmerken

Slide 14 - Quizvraag

Benoem de twee primaire geslachtskenmerken van de man en vrouw

Slide 15 - Open vraag

Welke secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen bij zowel de man als de vrouw?

Slide 16 - Open vraag

Wanneer is een man vruchtbaar?

Slide 17 - Open vraag

Wanneer is de vrouw vruchtbaar?

Slide 18 - Open vraag

Is de man of de vrouw het gehele leven vruchtbaar?
A
Man
B
Vrouw

Slide 19 - Quizvraag

De man

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen/ weten jullie:
- Je kunt de bouw en functie omschrijven van de onderdelen van het mannelijke voortplantingsstelsel 
- Je kunt omschrijven hoe zaadcellen het lichaam passeren en verlaten bij een zaadlozing 
- Je kunt uitleggen wat een orgasme is 
- Je kunt uitleggen hoe je je geslachtsdeel schoonhoudt 

Slide 21 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van de man 

Slide 22 - Tekstslide

Het mannelijk voortplantingsstelsel 
Het mannelijk voortplantingsstelsel bestaat uit:
De Teelballen: Hier worden vanaf de puberteit de zaadcellen in aangemaakt. 
De bijballen: De bijballen zitten op de zaadballen, hier worden de zaadcellen opgeslagen tot de zaadlozing. 
De balzak: Deze hangt onder de penis van de man. Hierin zitten de twee zaadballen en bijballen. 

Slide 23 - Tekstslide

het mannelijk voortplantingsstelsel
zaadleider: De zaadleider brengt de zaadcellen van de zaadballen naar urinebuis. 
zaadblaasjes: De zaadcellen komen in de zaadleider eerst langs de zaadblaasjes. De zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen.
Prostaat: Na de zaadblaasjes komt de prostaat. Ook de prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen in de zaadleider. 

Slide 24 - Tekstslide

het mannelijk voortplantingsstelsel
Vanaf nu noemen wij het geen zaadcellen meer maar Sperma.
Sperma= zaadcellen + vocht uit zaadblaasjes + vocht uit prostaat 
Urinebuis: Na de prostaat lopen de zaadleiders over in de urinebuis. Dit is de buis tussen de eikel en de blaas. Vanuit de urinebuis verlaten sperma en urine het lichaam. 
Urineblaas: Zak waarin de urine wordt opgeslagen. 

Slide 25 - Tekstslide

ezelsbruggetje 
zaadLEIDer -> Leidt de zaadcellen naar de urinebuis. 

De urineBuis die gaat naar Buiten 

Slide 26 - Tekstslide

Het mannelijk voortplantingsstelsel
Eikel: De eikel is het dikkere uiteinde van de penis. Deze is gevoelig voor seksuele prikkels. 
De  voorhuid: De voorhuid is een stuk huid dat losjes om de eikel heen zit. Je kan de voorhuid naar achter trekken zodat de eikel zichtbaar word. 
Let op niet alle mannen hebben een voorhuid. Mannen die dit niet hebben zijn besneden.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

De erectie 

Slide 29 - Tekstslide

De erectie 
De penis kent 2 toestanden: Slap en stijf. 
Een stijve penis noemen wij ook wel een erectie. 
Hoe kan dat? 
In de penis zitten zwellichamen. In slappe toestand zit er niet veel bloed in de zwellichamen. 
Als een penis stijf word loopt er veel bloed in de zwellichamen. Hierdoor word de penis groter en stijver. 

Slide 30 - Tekstslide

Voortplantingscellen van de man
zaadcellen -> Gemaakt in de zaadbal
Eerste zaadlozing betekent vruchtbaar (vaak tijdens een natte droom). 

Slide 31 - Tekstslide

de zaadcel
bestaat uit: Kop en staart 
Doel: Eicel bevruchting 
Levensduur: 2 tot 3 dagen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

De bijbal maakt zaadcellen aan
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

De urinebuis lijdt de urine en sperma naar buiten
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de functie van de prostaat en de zaadblaasjes?

Slide 37 - Open vraag

Wat gebeurt er als de penis stijf wordt?

Slide 38 - Open vraag

11.1 de vrouw 

Slide 39 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kunnen/ weten jullie: 
- Je kunt de bouw en functie omschrijven van de onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel
- Je kunt uitleggen wat een orgasme is 
- Je kunt uitleggen hoe je je geslachtsdeel schoonhoudt 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

het vrouwelijk voortplantingsstelsel 
Eierstok: In de eierstok liggen de onrijpe eicellen. Elke 28 dagen word er 1 eicel rijp. de onrijpe eicellen liggen in blaasjes. Deze blaasjes heten follikels 
Follikels: De blaasjes waar de onrijpe eicellen inzitten. De follikels liggen in de eierstok.
Eileider: De eileider verbind de eierstok met de baarmoeder. In de eileider ligt de rijpe eicel te wachten op de bevruchting. 

Slide 43 - Tekstslide

het vrouwelijk voortplantingsstelsel 
Baarmoeder: De baarmoeder is een holte  waarin de bevruchte eicel zich gedurende de zwangerschap ontwikkelt. De baarmoeder beschermt de eicel. 
urineblaas: In de urineblaas wordt urine opgeslagen totdat  de urine uitgescheiden kan worden.
urinebuis: De urinebuis leidt de urine vanaf de urineblaas het lichaam uit. 

Slide 44 - Tekstslide

het vrouwelijk voortplantingsstelsel
De vagina: De vagina is de opening die leidt naar de baarmoeder. Als twee mensen geslachtsgemeenschap hebben gaat de penis via de vagina het lichaam van de vrouw in. 
clitoris: De clitoris is een klein bolletje net boven de vagina. Dit is het orgaan dat seksuele prikkels bij de vrouw stimuleert. 

Slide 45 - Tekstslide

het vrouwelijk voortplantingsstelsel
schaamlippen: De schaamlippen zitten om de vagina heen. Een vrouw heeft grote en kleine schaamlippen. De grote zitten aan de buitenkant en de kleine aan de binnenkant. De schaamlippen scheiden vocht uit tijdens de opwinding. Dit zorgt ervoor dat de penis makkelijker de vagina in kan.

Slide 46 - Tekstslide

voortplantingscellen van de vrouw 

eicellen -> gemaakt in de eierstokken 
eicellen leven ongeveer 24 uur.

Na de eerste menstruatie is een vrouw vruchtbaar.  tot aan de overgang. 

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Link

Slide 49 - Link

Wat is de functie van de clitoris?

Slide 50 - Open vraag

Wat gebeurd er met de schaamlippen als een vrouw opgewonden raakt?

Slide 51 - Open vraag

De eicellen worden rijp ik de eileiders
A
juist
B
onjuist

Slide 52 - Quizvraag

is een vrouw haar hele leven vruchtbaar?

Slide 53 - Open vraag