Hoofdstuk 5, les 4

Economie
Hoofdstuk 5
13-04 / 14-04
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie
Hoofdstuk 5
13-04 / 14-04

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
- Verwachtingen online werken
- Huiswerk?!
- Opdrachten nakijken en bespreken?
- Verder met opdrachten hoofdstuk 5
- Voor de mensen op school: toets inzien

Slide 2 - Tekstslide

Verwachtingen online lessen
- Je hebt altijd je camera aanstaan anders sta je op afwezig.
- Je zit aan een tafel/bureau, je hebt dus een actieve houding.
- Je hebt je boek, schrift, rekenmachine en pen bij je werkplek.
- Wil je wat vragen of zeggen? Maak gebruik van ‘het handje’ in Teams.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk: wat is dat?
Huiswerk van 6/7 april is door ongeveer 10 mensen wel ingeleverd. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bereken je de brutowinst?
A
Omzet min alle kosten
B
Omzet plus de inkoopwaarde
C
Omzet min de inkoopwaarde

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor stijgt het eigen vermogen?
A
Inkomsten
B
Kosten/verlies
C
Brutowinst

Slide 6 - Quizvraag

Bij een verkoop daalt de voorraad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Debiteuren zijn leveranciers waar jij nog geld aan moet betalen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Als klanten op rekening kopen gaat het saldo van de balanspost 'debiteuren' ...
A
Omlaag
B
Omhoog
C
Blijft gelijk

Slide 9 - Quizvraag

Mutatiebalans (blz. 64)
  • Een mutatiebalans geeft weer welke balansposten met welk bedrag toe- of afnemen.
  • Alleen de balansposten die veranderen en het bedrag waarmee ze veranderen, nemen we op in de mutatiebalans.







Instructie mutatiebalans: https://www.youtube.com/watch?v=k5KZDuHBoQ4








Slide 10 - Tekstslide

Debiteuren en crediteuren (blz. 65)
Debiteuren: dit zijn klanten waar je nog geld van krijgt. Het staat als bezit op de balans.

Crediteuren: dit zijn leveranciers waar jij als bedrijf nog geld aan moet betalen. Dit staat als schuld op de balans. 

Slide 11 - Tekstslide

Inventaris
  • Inventaris is een verzamelnaam voor al je machines en meubilair. Inventaris betreft alle spullen die je nodig hebt om je bedrijfsactiviteiten uit te kunnen voeren.
  • Voorbeelden: laptop, kledingrekken, kassa, stoelen

Slide 12 - Tekstslide

Afschrijving
  • De waarde van je inventaris daalt. In der loop van jaren slijten je spullen. Om de waardedaling van je spullen in de boekhouding bij te houden schrijf je af.
  • Afschrijving: de waardedaling van je bezittingen.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak opdracht 5.16 en 5.17 vanaf bladzijde 67.
Jullie krijgen hiervoor 10 minuten
Vragen: vraag hulp aan diegene naast je of vraag het aan de docent.
Klaar: maak opdracht 5.18

Let op: zet niet alleen bedragen neer maar ook de balansposten
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide