Grenzen en Identiteit

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waaruit is het territorium van een land opgebouwd?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent exclusiviteit ?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent soevereiniteit?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat het territorium van een land?
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Van de Duitse regering mogen Duitsers op Nederlandse snelwegen zo hard rijden als ze willen.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Antwoord:
De Duitse regering heeft binnen de Nederlandse landsgrenzen niets te vertellen.                                Nederland is namelijk soeverein.


Slide 23 - Tekstslide

Friesland is een soeverein land.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Antwoord:
Het eigen bestuur van Friesland is niet de allerhoogste macht, want de Nederlandse regering heeft de hoogste macht. Nederland is soeverein, de provincie Friesland niet.

Slide 25 - Tekstslide

18
14.500
7470
100
Totale oppervlakte van het Nederlandse territorium in km2.
De oppervlakte van het Nederlandse territorium in % 
De totale oppervlakte van het Nederlanse territorium dat bestaat uit water in km2.
De totatle oppervlakte van het Nederlandse territorium dat bestaat uit water in %.

Slide 26 - Sleepvraag

Is het volgens jou een voordeel of een nadeel dat Nederland voor een groot deel uit water bestaat? Licht je antwoord toe.
timer
1:00

Slide 27 - Open vraag

Antwoord:
Eigen antwoord.

Voordelen bijvoorbeeld: vis, bodemschatten, toegang tot wereldzeeën.

Nadelen bijvoorbeeld: zee is onbewoonbaar, gevaarlijk

Slide 28 - Tekstslide


Hoe heet het zeegebied dat binnen een afstand van 22 kilometer van de kustlijn ligt?
A
De nationale wateren
B
De territoriale wateren

Slide 29 - Quizvraag

Een Duitse vissersboot vist op 20 kilometer van de Nederlandse kust
A
Mag wel
B
Mag niet

Slide 30 - Quizvraag

Welke rechten en plichten heeft een land in zijn EEZ?
Lees eerst: Exclusieve Economische zone.
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Antwoord: 
Rechten: exploitatie van natuurlijke bronnen, zoals vis en delfstoffen, en het bouwen en gebruiken van kunstmatige eilanden.

Plichten: wetenschappelijk onderzoek doen.

Slide 32 - Tekstslide

Welk land bezit het grootste deel van het continentaal plat in de Noordzee?
A
Nederland
B
Noorwegen
C
Groot Britanië
D
Frankrijk

Slide 33 - Quizvraag

De EEZ van Nederland is veel groter dan die van België. Geef hiervoor twee redenen.
timer
1:00

Slide 34 - Open vraag

Antwoord: 
Nederland heeft een veel langere kustlijn.

De zee tussen België en het Verenigd Koninkrijk is al erg smal en van dat deel krijgt België slechts de helft. De Noordzee bij Nederland is veel uitgestrekter, dus Nederland kan een grotere EEZ claimen.

Slide 35 - Tekstslide

Nederland bezit ook nog een behoorlijke EEZ in de Caribische Zee. Leg uit hoe dit kan.
timer
1:00

Slide 36 - Open vraag

Antwoord: 
In het Caribisch gebied ligt een aantal eilanden dat deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius, Saba. 
De zee rondom die eilanden kan dus geclaimd worden, zowel de territoriale zee als de EEZ.

Slide 37 - Tekstslide

Lees eerst: Exclusieve Economische zone.

Noteer drie landen met een (zeer) grote EEZ.

Slide 38 - Open vraag

Antwoord: 
Bijvoorbeeld: 
Verenigde Staten, 
Canada, Rusland, 
Australië, 
Indonesië

Slide 39 - Tekstslide

Waarom zijn de EEZ's van de landen uit de vorige opdracht zo groot?
timer
1:00

Slide 40 - Open vraag

Antwoord:
Het zijn grote landen met een lange kustlijn.

Slide 41 - Tekstslide

Waarom is het voor landen aantrekkelijk om een grote EEZ te hebben?
timer
1:00

Slide 42 - Open vraag

Antwoord:
Bijvoorbeeld vanwege vis, bodemschatten (aardolie en aardgas), toegang tot wereldzeeën.

Slide 43 - Tekstslide

De Europese landen vinden dat ze recht hebben op delen van Antarctica en wijzen naar het VN-zeerechtverdrag. Noteer het argument dat deze landen gebruiken
timer
1:00

Slide 44 - Open vraag

Antwoord: 
Deze landen bezitten eilandjes in de buurt van Antarctica en ze zeggen dat ze dus de EEZ opeisen rond deze eilanden.
(Noorwegen heeft het eiland Bouvet, Verenigd Koninkrijk de Falklandeilanden, zuidelijke Orkney-eilanden en zuidelijke Shetlandeilanden. Frankrijk bezit Kerguelen en Crozeteilanden.)

Slide 45 - Tekstslide

Het Antarctisch Verdrag regelt dat het tot minimaal 2048 onmogelijk is om delfstoffen op het continent te exploiteren. Waarom claimen deze landen toch een deel van het Zuidpoolgebied?
timer
1:00

Slide 46 - Open vraag

Antwoorden:
Vanwege de visgronden.

Slide 47 - Tekstslide

Welke twee ‘bodemschatten’ zijn er binnen de Nederlandse EEZ te vinden?
A
Aardgas/aardolie
B
Aardolie/steenkool
C
Steenkolen/aardgas
D
Uranium/goud

Slide 48 - Quizvraag

Beantwoord deze leerdoelen in je schrift:

Slide 49 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 50 - Tekstslide