Tijd van jagers en boeren

Ontstaan
landbouw
1 / 34
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ontstaan
landbouw

Slide 1 - Woordweb

Tijdvak
xOver welk tijdvak gaat cursus 2
(jager-verzamelaars) en cursus 3 (eerste boeren)?

Slide 2 - Tekstslide

Prehistorie
• De tijd van jagers en boeren wordt ook wel prehistorie genoemd
• Mensen konden toen niet schrijven
• Informatie op basis van: gevonden voorwerpen, grottekeningen en andere opgravingen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat was geen middel van bestaan van de jager-verzamelaars?
A
Vissen
B
Jagen
C
Planten verbouwen
D
Verzamelen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een nomade?
A
Iemand die voedsel uit de natuur haalt
B
Iemand zonder vaste woonplaats
C
Iemand die als hobby wereldreizen maakt

Slide 6 - Quizvraag

Met hoeveel mensen leefden de jager-verzamelaars in groepen?
A
5 - 10
B
10 - 20
C
15 - 40
D
50 -70

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van bezit van de jager-verzamelaars?
A
pijl en boog
B
mandje
C
speerpunt
D
potten van aardewerk

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Opdracht
cBedenk twee verschillen tussen het leven van de jager-verzamelaars en de eerste boeren

Slide 12 - Tekstslide

Het begin van de landbouw
• Rond 10 000 v.C.
• Irak
• Ontdekking: zaadjes van planten -> bijvoorbeeld graan en maïs laten groeien
• In de buurt van rivieren wonen
• Niet meer rondtrekken

Slide 13 - Tekstslide

Landbouw
• Planten verbouwen (akkerbouw)

• Dieren fokken (veeteelt)

Slide 14 - Tekstslide

Jagers
  •  doden het dier
  • elke  dag op jacht
  • Jacht->niet altijd goed
  • Jacht->mislukt soms
  • --> honger
  • veel verhuizen

Boeren
  • dieren worden tam gemaakt
  • dieren fokken
  • elke dag eten
  • niet meer verhuizen
  • ontstaan dorpen
  • groei bevolking

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hunebedbouwers
• Van 3500 v.C leefden boeren in Drenthe
• Hunebedbouwers
• Maakten hunebedden voor de belangrijkste dorpbewoners
• Allerlei spullen in potten (bijvoorbeeld sieraden, eten en wapens)
• Leven na de dood?

Slide 18 - Tekstslide

Rond welk jaartal werd ontdekt dat zaad van planten gebruikt kon worden?
A
Rond 1000 v.C.
B
Rond 10 000 v C.
C
Rond 100 000 v.C
D
Rond 1 000 000 v.C.

Slide 19 - Quizvraag

Waar ontdekten mensen dat ze zaad van planten konden gebruiken?
A
Irak
B
Egypte
C
Iran
D
Nederland

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste middel van bestaan in een landbouwsamenleving?
A
Jagen, vissen en verzamelen
B
Eetbare planten zoeken
C
Planten verbouwen en dieren fokken

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je deze grote verandering van jagers naar boeren?
A
Landbouwrevolutie
B
Levensomstandigheden
C
Economie
D
Samenleving

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een hunebed?
A
Een huis voor het dorpshoofd
B
Een bed voor de belangrijkste dorpsbewoner
C
Een grafkamer

Slide 23 - Quizvraag

Met welk jaartal eindigt de tijd van jagers en boeren?
A
3000 v.C.
B
3500 v.C
C
10 000 v.C
D
100 000 v.C

Slide 24 - Quizvraag

Op een vaste plek wonen
A
Jagers
B
Boeren

Slide 25 - Quizvraag

Onzeker bestaan
A
Jagers
B
Boeren

Slide 26 - Quizvraag

De eerste dorpen ontstaan
A
Jagers
B
Boeren

Slide 27 - Quizvraag

Veeteelt en akkerbouw
A
Jagers
B
Boeren

Slide 28 - Quizvraag


A
Jagers
B
Boeren
C
Beide

Slide 29 - Quizvraag

De eerste boeren bleven ook nog jagen.
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Welke zin hoort bij boeren?
A
Een groep bestaat uit 30 tot 40 mensen
B
Een groep bestaat uit meer dan 100 mensen

Slide 31 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Jagers werden snel boer
2. Het leven van boeren is gemakkelijker dan het leven van jagers
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
I is goed en 2 is fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 32 - Quizvraag


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 33 - Quizvraag


A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
C
Tijdens de landbouwrevolutie
D
In de tijd van Grieken en Romeinen

Slide 34 - Quizvraag