Herhaling voor de toets G2
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke huid heeft grove poriën, een verdikte hoornlaag en veel talg?
A
Vet
B
Gecombineerd
C
Normaal
D
Droog
Slide 2 - Quizvraag
Droge huid
Vette huid
Gecom
bineerde huid
Normale huid
Te weinig talg, gevoelig voor infecties
De haarvaatjes zijn zichtbaar, de poriën nauwelijks
Te veel talg
Poriën niet tot nauwelijks zichtbaar
Talgklieren rondom de neus, kin en voorhoofd werken te snel
Talgklieren rondom de ogen en wangen werken te langzaam
Huid is zacht en veerkrachtig
Vaak mee-eters
Soms mee-eters
Slide 3 - Sleepvraag
Wat hoor bij een droge en wat bij een vette huid?
droge huid
vette huid
fijne structuur
voedende behandeling
verdikte hoornlaag
reinigende behandeling
vochtarm
verwijde poriën
Slide 4 - Sleepvraag
Welke begrippen horen bij elkaar?
Seborrhoe oleosa
Sebostase
Seborrhoe sicca
Seborrhoe
Droge huid
Vette huid
Glimmende vette huid
Vette huid met schilfers
Slide 5 - Sleepvraag
Wat zijn de kenmerken van een vochtarme huid/ gedehydrateerde huid?
Slide 6 - Open vraag
Hoe noemen we deze aandoening?
A
herpes zoster
B
herpes genitalis
C
herpes simplex
Slide 7 - Quizvraag
Welke huidaandoening zie je hier?
Slide 8 - Open vraag
xanthelasma is een
A
allergische reactie
B
vochtophoping
C
vetophoping
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een goedaardige tumor?
A
Bindweefselgezwellen
B
Basaalcelcarcinoom
C
Melanoom
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de Nederlandse benaming voor cicatrix?
A
Litteken
B
Blaar
C
Kleurverandering
Slide 11 - Quizvraag
Tijdelijke wallen bevatten
A
100% vet
B
100% vocht
C
50% vet en 50% vocht
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van ichthyosis?
A
Vesicula (blaasjes)
B
rhagade (kloof, scheur)
C
0squama (schub)
Slide 13 - Quizvraag
Welke acne vorm bevat ontstekingen die onderhuids in verbinding staan?
A
Acne rosacea
B
Acne conglobata
C
Acne keloïdalis
Slide 14 - Quizvraag
wat is het verschil tussen hyper en hypo pigmentatie?
Slide 15 - Open vraag
Vitiligo is een voorbeeld van hypopigmentatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
In welke huidlaag ligt de bulla?
Slide 17 - Open vraag
Waaruit kan een melanoom voorkomen?
A
Moedervlek
B
Korstje
C
Puist
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de latijnse benaming van litteken?
A
Crusta
B
Bulla
C
Cicatrix
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een maligne tumor?
A
Melanoom
B
Steelwratjes/ fibromen
C
Moedervlekken
Slide 20 - Quizvraag
Welke vorm van acne komt vooral voor bij een donkere huid en bij mannen?
A
Acne vulgaris
B
Acne conglobata
C
Acne Keloïdalis
D
Acne Rosacea
Slide 21 - Quizvraag
Wat valt er onder chronische wallen?
A
Vetophopingen
B
Vochtophopingen
