Engels

Present Simple & Continuous
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Present Simple & Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Present Simple
 ww (+s)
Dit gebruik je bij feiten en gewoonlijkheden
Als het eindigt op Y word het ies
Signaalwoorden: always, never, frequently, often, sometimes, seldom, on Saturdays, in the weekend, during the week 
Bij de he/she/it vorm zet je -s achter het werkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Present Continuous
vorm: am/are/is + ww + ing
Dit gebruik je als je iets nu doet.
Uizonderingen zijn:
Werkwoorden die eindigen op een medeklinker en een e erachter
-to wave
I am waving towards you now
De e gaat weg en je doet ing in de plaats. 
Signaalwoorden: now, today, at the moment, right now



Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden Present Simple
I type
I jump
They fall
He lives

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden Present Continuous
I am typing
I am jumping
They are falling
He is living

Slide 5 - Tekstslide

Ontkenningen Present Simple
Hiervoor gebruik je don't/doesn't
I don't type
I don't jump
They don't fall
He doesn't live

Slide 6 - Tekstslide

Ontkenningen Present Continuous
Gebruik am not/aren't/isn't in plaats van am/are/is
I am not typing
I am not jumping
They aren't falling
He isn't living

Slide 7 - Tekstslide

"Ik ben aan het lopen"
A
I walk
B
I am walking
C
I walked
D
I have been walking

Slide 8 - Quizvraag

"Ik rook"
A
I smoke
B
I am smoking
C
I smoked
D
I have been smoking

Slide 9 - Quizvraag

"I am doing the dishes"
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 10 - Quizvraag

I walk the dog
A
Present Continuous
B
Present Simple

Slide 11 - Quizvraag

Present Simple
Present
Continuous
He is walking
I Dance
They yell
We are falling
She falls

Slide 12 - Sleepvraag

Present
Past
I walked
She was reading
He fails
We passed
It ends

Slide 13 - Sleepvraag

Vertaal deze zin:
"Ik ben aan het lopen naar het park"

Slide 14 - Open vraag

"I died"
A
Present perfect
B
Present simple
C
Past simple
D
Present Continuous

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vorm je de present simple?
A
Persoonlijk vnw + is + ww
B
Persoonlijk vnw + ww
C
Persoonlijk vnw + ww + ing
D
ww + ing

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vorm je de present continuous
A
Persoonlijk vnw + ww
B
Persoonlijk vnw + ww + ing
C
Persoonlijk vnw + am/are/is + ww + ing
D
I + am/are/is + ww + ing

Slide 17 - Quizvraag

We are jumping
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 18 - Quizvraag

They read
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 19 - Quizvraag

was deze lessonup goed???????????
ja

Slide 20 - Poll

Einde

Slide 21 - Tekstslide