3hvt Woordenschat les 4

Woordenschat les 4 
Terugblik H2 
Verder met H4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat les 4 
Terugblik H2 
Verder met H4

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe single Acda en De Munnik
Morgen wordt fantastisch

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Verder met woordenschat
Stijlfiguren

Welke drie stijlfiguren hebben we in H2 ook alweer geleerd?
 

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren H2

- hyperbool
- understatement (litotes)
- eufemisme


Slide 5 - Tekstslide

eufemisme en understatement

Slide 6 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Drie verschillende manieren waarop je iets dubbelop kunt zeggen. (We beginnen met twee.)

Is dat altijd fout?
Soms wel, soms is het bedoeld om extra nadruk te leggen en is het niet fout.

Slide 7 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Slide 8 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Twee woorden die hetzelfde betekenen

Slide 9 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Een eigenschap van iets herhalen

Slide 10 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Slide 11 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
Wat is er dubbelop in de volgende zinnen?

  1. Als je je abonneert, krijg je gratis en voor niets een welkomstgeschenk.
  2. Eventueel kan Vincent uit 3b jou mogelijk helpen met die sommen.
  3. Het orkest beëindigde het concert uiteindelijk met een daverend slotakkoord.


Slide 12 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1) Tautologie
  • Iets wordt dubbel gezegd, met woorden die hetzelfde betekenen.
  • Woorden hebben vaak dezelfde woordsoort.
  • Als het fout is, kan je de zin vaak op twee manieren verbeteren, het geeft niet welk deel je weg laat.

'Ik lever de opdracht later in, want ik ben immers ziek geweest.'
'Ik ben vast en zeker nog op tijd, die docent doet nooit ofte nimmer moeilijk.'

Slide 13 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1) Pleonasme
  • Een eigenschap van een zaak of persoon wordt herhaald.
  • Vaak horen de woorden bij verschillende woordsoorten. (Ronde cirkel)
  • Als het fout is, kan je de zin maar op één manier verbeteren, door de vanzelfsprekende eigenschap weg te laten.
'Opnieuw herbouwen, gratis geschenk, minderjarige kinderen, aanwezige toeschouwers.'
'Stijl: verwoestende wapens of goudgele boterbloemen en knalrode klaprozen'

Slide 14 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1. De witte sneeuw is prachtig.                             tautologie of pleonasme?
2. Ik luister altijd en eeuwig naar Queen.         tautologie of pleonasme?
3. Stromae geeft zich open en bloot.                tautologie of pleonasme?
4. Mijn uiterste limiet is bereikt!                          tautologie of pleonasme?
5. Waar komt die vieze stank vandaan?           tautologie of pleonasme?
6. Mijn persoonlijke mening is…                          tautologie of pleonasme?
7. Soms heb ik weleens last van mijn nek.      tautologie of pleonasme?



Slide 15 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
1. De witte sneeuw is prachtig.                             tautologie of pleonasme?
2. Ik luister altijd en eeuwig naar Queen.         tautologie of pleonasme?
3. Stromae geeft zich open en bloot.                tautologie of pleonasme?
4. Mijn uiterste limiet is bereikt!                          tautologie of pleonasme?
5. Waar komt die vieze stank vandaan?           tautologie of pleonasme?
6. Mijn persoonlijke mening is…                          tautologie of pleonasme?
7. Soms heb ik weleens last van mijn nek.      tautologie of pleonasme?



  1. pleonasme
  2. tautologie
  3. tautologie
  4. pleonasme
  5. pleonasme
  6. pleonasme
  7. tautologie

Slide 16 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
De derde manier om iets dubbelop te zeggen:

Wat kosten die groenten duur in de winterperiode!
Hannelies zei kordaat: ‘Ik laat me niet uit de tent jagen.'
Ik kan er met m’n pet niet bij dat mensen in die gammele bootjes stappen.


Slide 17 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
De derde manier om iets dubbelop te zeggen:

  1. Wat kosten die groenten duur in de winterperiode!
  2. Hannelies zei kordaat: ‘Ik laat me niet uit de tent jagen.'
  3. Ik kan er met m’n pet niet bij dat mensen in die 
    gammele bootjes stappen.


  1. Kost veel/ is duur.
  2. Uit de tent lokken/ op de kast jagen.
  3. het gaat me de pet te boven/ ik kan er niet bij.

Slide 18 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4
- pleonasme (ronde cirkel)
- tautologie (maar, echter... vast en zeker)
- contaminatie (verhaspeling > kost duur)

Slide 19 - Tekstslide

oefenen 3hvt
Nu aan de slag...  

1) Maken Maak planning 7
(of opdracht 1, 2, 3 uit het boek van woordenschat H4, blz. 132)
Niet te snel opgeven, je mag overleggen. 
2) Straks...
Nieuwsquiz
Donderdag: verder met woordenschat
Vrijdag: tijd om te lezen/ aan je opdracht 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link