Schrijf het zo volledig mogelijk op. Kijk ook naar de plaatjes in je boek
timer
25:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Opdracht
Werk in je tweetal aan het invulblad.
Schrijf het zo volledig mogelijk op. Kijk ook naar de plaatjes in je boek
timer
25:00
Slide 1 - Tekstslide
1.3 Ademhalingsstelsel
Slide 2 - Tekstslide
1.3 Ademhalingsstelsel
Ik kan de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.
+ H2O
+ N2
Leerdoel
Slide 3 - Tekstslide
Ademhalingsstelsel
Slide 4 - Tekstslide
Neusholte en mondholte
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies dat wordt gevormd door cellen die slijm produceren.
Voorin de neusholte groeien neusharen die grote stofdeeltjes tegenhouden, kleinere deeltjes, zoals ziekteverwekkers blijven aan het neusslijmvlies plakken.
Trilharen verplaatsen het slijm met de stofdeeltjes naar de keelholte.
Reukzintuig. Zorgt voor dat geuren worden opgevangen en naar de hersenen gaan,
Slide 5 - Tekstslide
Mondholte
Zorgt voor ademhaling door de mond. Hierin zitten de gebitselementen.
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. Dat keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt je als er stinkende gassen in voorkomen.
Slide 6 - Tekstslide
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. Dat keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt je als er stinkende gassen in voorkomen.
Als je door je mond ademt, wordt de binnenstromende lucht minder goed gezuiverd, verwarmd en vochtig gemaakt. Daardoor kan het slijmvlies in de longen beschadigd raken. Ook ruik je dan minder goed.
Slide 7 - Tekstslide
Door de mond ademen
Boven in de neusholte bevindt zich het reukzintuig. Dat keurt de binnenstromende lucht en waarschuwt je als er stinkende gassen in voorkomen.
Als je door je mond ademt, wordt de binnenstromende lucht minder goed gezuiverd, verwarmd en vochtig gemaakt. Daardoor kan het slijmvlies in de longen beschadigd raken. Ook ruik je dan minder goed.
Ademen via de neus is daarom gezonder dan ademen door de mond.
Slide 8 - Tekstslide
Als je voedsel inslikt, sluit de huig de neusholte af en het strotklepje de luchtpijp.
Keelholte
Slide 9 - Tekstslide
Het strotklepje zorgt ervoor dat voedsel niet in je luchtpijp terecht komt.
Keelholte
Slide 10 - Tekstslide
Luchtpijp en longen
De wand van de luchtpijp bevat hoefijzervormige kraakbeenring, waardoor de luchtpijp altijd openstaat.
De wanden van de luchtpijp, bronchien, luchtpijptakjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies.
Slide 11 - Tekstslide
De bronchiën is het deel van de ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt.
Slide 12 - Tekstslide
Het middenrif is een stevig, gespierd vlies dat de romp verdeeld in de borstholte en de buikholte.
De bronchiën is het deel van de ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt.
Slide 13 - Tekstslide
Luchtpijp en longen
Aan het uiteinde van de luchtpijptakjes bevinden zich ‘trosjes’ longblaasjes.
De longblaasjes zijn omgeven door een netwerk van kleine bloedvaatjes: de longhaarvaten.
De wanden van longhaarvaten en longblaasjes zijn erg dun. Daardoor kunnen zuurstof en koolstofdioxide door deze wanden heen.