2tl Spreekvaardigheid Essen und Trinken

Guten Morgen 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen 

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele
  •  Ich kann Wörter zum Thema 'Essen' einsetzen im Gesprächskontext.
  • Ich kann meine Meinung zum Essen äußern.

Slide 2 - Tekstslide

Eis
Apfelstrudel
Gulash
Schnitzel
Vorspeise
Hauptspeise
Nachspeise
Salat
Tomatensuppe
Nudeln mit Pesto

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Video

Wat betekent 'möchten' in het Nederlands, denk je?

Slide 5 - Tekstslide

"ohne" betekent:
A
zonder
B
met
C
ernaast
D
erbij

Slide 6 - Quizvraag

Meinung ausdrücken über Essen

Ich finde die Suppe zu sauer!
Das Gericht ist sehr teuer!
Das ist mir zu süß!
Der Pasta ist zu salzig!
Der Kaffee ist zu bitter...

Ich finde es zu 
bitter/süß/warm/salzig
Je mening uiten over eten

Ik vind de soep te zuur!
Het gerecht is erg duur!
Dat is te zoet!
De pasta is te zout!
De koffie is te bitter!

Ik vind het te
bitter/zoet/warm/zout

Slide 7 - Tekstslide

Fülle die richtigen Lücken rein:
heiß - hätte - warm - lange
1. Ich ... gern Pasta mit Pesto, bitte!
2. Das Wasser ist mir zu .... Ich habe um kaltes Wasser gefragt!
3. Wie ... dauert es noch bis unser Essen kommt?
4. Die Suppe ist viel zu ...; Meine Zunge verbrannt ja direkt!

Slide 8 - Tekstslide

Nenne ein Gericht was du nicht lecker findest und erkläre warum!

Slide 9 - Tekstslide

Restaurantgespräch!
Jemand spielt den Ober und der/die andere spielt den Gast. 
Zu zweit habt ihr 3 Fasen im Gespräch.
Fase 1: Du bestellst dein Essen beim Ober (Vorspeise und Hauptspeise).
Fase 2: Du kriegst dein Essen zurück und du bist nicht zufrieden (ist zu kalt/warm/bitter/süß): du sagst das dem Ober.
Fase 3: Der Ober schlagt eine Lösung (oplossing) vor (Geld zurück/neues Gericht)

WICHTIG: fouten maken hoort erbij! Probeer elkaar ook te helpen

Slide 10 - Tekstslide

Zeit für Evaluation! Beantworte die folgenden Fragen.
1. Wat hebben we geoefend vandaag?
2. Wat vond je het moeilijkst? De woordenschat of de uitspraak?
3. Hoe ga je er voor zorgen dat je beter wordt in datgene wat slecht ging?

4. Hoe vond je deze les? Schrijf 1 tip en 1 top op voor mij!

Slide 11 - Tekstslide