Industrialisatie en modern imperialisme

HE Industrialisatie en modern imperialisme
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HE Industrialisatie en modern imperialisme

Slide 1 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie

36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 2 - Tekstslide

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

Slide 3 - Tekstslide

Samenvattende opdracht
In deze les maak jij zelfstandig een samenvatting van de paragraaf. Deze samenvatting moet bevatten: 
  1. Hoe ontwikkelde de industriële samenleving in Groot-Brittannië zich?
  2. Kernbegrippen in je samenvatting die moeten worden toegelicht: industriële revolutie, arbeiders, industriële samenleving, wereldtentoonstelling, ondernemers, grootgrondbezitters, factory act, reform bill. 

Slide 4 - Tekstslide


Engeland
rond 1700



  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
  • Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.

Het Britse Rijk omstreeks 1700

Slide 5 - Tekstslide

Schietspoel 1733







  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 6 - Tekstslide


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 7 - Tekstslide


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). Gevolg?
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 8 - Tekstslide


Stoommachine
rond 1764 






  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
  • Hoger rendement, veel ten nadele van boeren




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor boeren? 
* nieuwe technieken en werktuigen in de landbouw
* hogere voedselopbrengst, grotere bevolkingsgroei
* veel voedselaanbod betekent lage prijzen
* om toch de pacht te kunnen betalen: huisnijverheid

Slide 10 - Tekstslide

Veranderingen in de landbouw

  • Rond 1750 boeren in de problemen door:
  • daling voedselprijzen 
  • grotere afhankelijkheid van huisnijverheid, maar dan ... opkomst fabrieken! 
  • Huisnijverheid kan niet concurreren tegen fabrieken --> boeren trekken naar de stad
  • Fabrieksbazen kregen zo beschikking over veel (goedkope) arbeidskrachten

Slide 11 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 12 - Tekstslide

Industrieel kapitalisme
- Industrieel kapitalisme : Het verschijnsel waarbij ondernemers streven naar het maken van zoveel mogelijk winst door het fabrieksmatig produceren van goederen. 



Slide 13 - Tekstslide

noodzaak tot grondstoffen en afzetmarkten
  • Afrika en Azië hadden grondstoffen voor de Europese fabrieken.
  • Grote hoeveelheden voor een lage prijs.
  • Goedkopere producten
  • Grotere afzetmarkten

Slide 14 - Tekstslide

Kolonialisme?
  • Vanaf 15de eeuw: kolonialisme --> veroveringen met een economisch doel
  • Kenmerkend: handelsposten op de kusten
  • Vanaf 19de eeuw: modern imperialisme
  • Combinatie van economische en politieke doelen
  • Politiek: bewijzen macht eigen land (nationalisme)
  • Economisch: grondstoffen en afzetmarkten voor industrie

Slide 15 - Tekstslide

Nadat ook de rest van Europa industrialiseerde (rond 1850), liep de verovering van Afrika snel 

Slide 16 - Tekstslide

Samengevat:  
Modern Imperialisme
  1. Industrialisatie- Industrieën hadden grondstoffen en afzetgebieden nodig
  2. Technologie -  Door moderne verbeteringen werd modern landen koloniseren makkelijker.
  3. Nationalisme - als grootmacht had men koloniën nodig (prestige/aanzien)
  4. Superioriteits denken - The White mans burden. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide