5.1 Migratie in de wereld

     HV3  



                    
                            Aardrijkskunde
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

     HV3  



                    
                            Aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

timer
3:00
Pak je boek, schrift en pen erbij voordat de timer voorbij is. 

Slide 3 - Tekstslide

5.1 Migratie in de wereld






3 havo 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling §4.3:
‘Vluchtelingen’ die de vluchtelingenstatus aanvragen om officieel in een land te kunnen verblijven. Deze mensen hebben een procedure nog niet doorlopen en worden daarom eveneens “kandidaat-vluchteling” genoemd.
A
migrant
B
illegaal
C
asielzoeker
D
vluchteling

Slide 5 - Quizvraag

Herhaling §4.4:
Politionele acties: wat zijn dat?

Slide 6 - Open vraag

Lesdoelen 
  • Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
  • Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
  • Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom migreren mensen?

Slide 8 - Woordweb


Wereldwijd 250 miljoen migranten 

Slide 9 - Tekstslide

Binnenlandse migratie:
verhuizen binnen land
Buitenlandse migratie:
verhuizen ander land

Slide 10 - Tekstslide

Migratiepatroon
Mensen vestigen zich in een ander land en vanuit je moederland noem je deze mensen emigrant

->  Iemand die een land verlaat om zich elders te vestigen.

In het land waar mensen zich vestigen vanuit een ander land heten deze mensen immigranten

->  Iemand die een land binnenkomt om zich daar te vestigen.



Slide 11 - Tekstslide

Nederland is voor immigranten een....
A
vertrekgebied
B
vestigingsgebied

Slide 12 - Quizvraag

Waarom migreren mensen?

Slide 13 - Woordweb

Waarom migreren mensen?
  • Economische redenen: arbeidsmigranten (grootste groep), internationale studenten
  • Sociale redenen: gezinsmigranten (gezinsvorming en gezinshereniging)
  • Politieke redenen: vluchtelingen 
  • Ecologische redenen: 

Slide 14 - Tekstslide

Migratieredenen 
Arbeidsmigranten 

Grootste groep 
Economische redenen 

Slide 15 - Tekstslide

Migratieredenen
Gezinsmigranten 

Tweede groep 
Sociale redenen

Slide 16 - Tekstslide

Migratieredenen
Vluchtelingen

Derde groep 
Politieke redenen 
(mening, geloof, sekse) 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Bekijk het filmpje. Waarom is Aly van Mali naar Frankrijk gemigreerd? Tot welke van de redenen in §5.1 kan dit gerekend worden? Leg uit.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Migratieredenen
Natuurrampen
overstromingen, tornado's, 
aardbevingen etc.  

Slide 23 - Tekstslide

Ecologische redenen


Natuurrampen
overstromingen, tornado's, 
aardbevingen etc.  

Slide 24 - Tekstslide

Migratieredenen
Internationale studenten
Steeds groter wordende groep

Blijven vaak hangen na 
afronden studie 

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?

Slide 26 - Open vraag

Aspiraties en mogelijkheden
Waar komen migranten vandaan?
Middeninkomenlanden zoals:
Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen

hoge opleiding 
niet uit de arme families.
 

Slide 27 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoelt met dit woord: aspiraties
Geen idee? Zoek het op in het Van Dale woordenboek, hou hierbij rekening met de context van deze paragraaf

Slide 28 - Open vraag

Welke mensen uit die landen?
  1. jonge mensen 
  2. hoger opgeleid 
  3. mensen met geld 
  4. mensen met contacten 

Slide 29 - Tekstslide

Kettingmigratie en migratienetwerken

Kettingmigratie: gestarte migratie leidt tot meer migratie

Slide 30 - Tekstslide

Waarom leidt eenmaal gestarte migratie vaak tot méér migratie? Geef hiervan een voorbeeld

Slide 31 - Open vraag

Lesdoel 1: Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
Ja
B
Nee
C
weet ik niet

Slide 32 - Quizvraag

Lesdoel 2: Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 33 - Quizvraag

Aan de slag 
Volg de studieplanner en maak de opdrachten van §5.1 digitaal. Controleer je antwoorden zelf. 

Lastig? Maak de box bij §5.1 over aspiraties en mogelijkheden. 

Slide 34 - Tekstslide