week 2 chronisch zieken

Module D
Ondersteunen bij het onderhouden van een sociaal netwerk

Zorgpad: algemeen,,,> begeleidende vaardigheden hoofdstuk 4.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Les 2: Module DMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module D
Ondersteunen bij het onderhouden van een sociaal netwerk

Zorgpad: algemeen,,,> begeleidende vaardigheden hoofdstuk 4.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat je tijdens je werk merkt dat iemand eenzaam is. Wat doe je dan? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even opfrissen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen


• Je kunt het belang aangeven van een sociaal netwerk en de zorgvrager begeleiden bij het uitbreiden van zijn sociale netwerk.
• Je kunt methoden gebruiken bij het in kaart brengen van het sociale netwerk van de zorgvrager.
• Je kunt de motivatie en de deskundigheid van de zorgvrager stimuleren voor het benutten, versterken of uitbouwen van zijn sociale netwerk 
Wat wil jij leren?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

programma
Inleiding
Toelichting op de toets/opdracht

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is een sociaal netwerk steeds belangrijker?
Sociale netwerken worden steeds belangrijker in de maatschappij. De inzet van mantelzorgers en de participatiesamenleving worden steeds belangrijker gevonden. Maar voor veel zorgvragers is het niet vanzelfsprekend dat ze een (uitgebreid) sociaal netwerk hebben. Niet elke zorgvrager beschikt over sociale contacten die hem ondersteunen of hem helpen bij het oplossen van zijn problemen. Voor deze mensen en hun mantelzorgers is het belangrijk dat ze hun netwerk kunnen uitbreiden, bijvoorbeeld met buren, familie, vrienden, vrijwilligers of professionals.


Wat weet je nog over het sociaal netwerk?

Slide 6 - Woordweb

Welke mensen heb jij om je heen? Hebben die ook nog relaties met elkaar? Denk aan: • Familie, vrienden en kennissen • Bekenden uit je school- en studietijd en van stages • Contacten van je werk • Mensen uit je huidige buurt en die uit het verleden • Studiegenoten waar je een klik mee had • Leden van je vereniging • Connecties uit vrijwilligerswerk • Het netwerk van je kinderen of ouders • Facebook- of LinkedIn-contacten
Een sociaal netwerk is het geheel van relaties dat je hebt met mensen in de naaste omgeving, inclusief je familie en je partner.

Het mantelzorgnetwerk omvat de mensen binnen het sociale netwerk van een zorgvrager die hem zorg verlenen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even opfrissen...... Wat is mantelzorg?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Waar ligt volgens jou de grens bij wat je wel en niet aan mantelzorgers kunt overlaten/ en waarom?
Ga zo aan de samen met iemand aan de koffie. Probeer hierbij de ander alles uit handen te nemen. Hoe is dit voor jou en voor de ander?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld van sociaal netwerk

Slide 11 - Tekstslide

of ecogram
lenting

• Betreft het een man of vrouw?
• Hoe is de woonsituatie?
• Wat is de leeftijd?
• Hoe is het contact met de kinderen?
• Hoe is het contact met overige familie?
• Hoe is het contact met

In 2-tallen 5 minuten
Bespreek in 2-tallen wat de invloed is van een goed sociaal netwerk op je gezondheid:
voor jezelf 
voor de zorgvrager.


Slide 12 - Tekstslide

• gedrag, bijvoorbeeld door steun, voorbeeldfuncties en sociale druk vanuit de omgeving om bepaalde leefgewoontes aan te passen
• psychologische effecten voor een positief welbevinden, zoals het ervaren van geluk en betekenis in je leven
• lichamelijke effecten, zoals het tegengaan van stress

Functies van sociale netwerken:
Affectieve behoefte: ergens bijhoren en betrokkenheid
Behoefte aan aansluiting: waardering en vertrouwen van anderen.
Materiële behoeften: Dit kan over een woning gaan, maar ook over voeding en praktische hulp. Zowel zakelijke als persoonlijke contacten kunnen bijdragen aan het voldoen aan materiële behoeften.
Sociale zekerheid: Sociale zekerheid krijgt vorm vanuit het netwerk door bijvoorbeeld een arbeidscontract of een verzekering.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat roept dit plaatje bij jullie op?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over het sociale netwerk van je zorgvragers?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom juist nu?


In de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) staat het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie centraal 
Bij de uitvoering van de wet wordt ook gekeken naar de ondersteuning vanuit het sociale netwerk: wat kunnen sociale contacten doen in plaats van professionals?

Slide 16 - Tekstslide

Als mensen vereenzamen komen zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie onder druk te staan. Als door vereenzaming psychosociale problemen ontstaan is het dan ook belangrijk dat signalen die daarop wijzen opgevangen worden en mensen zo vroeg mogelijk passende ondersteuning ontvangen.
Uitbouwen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tips kun je bedenken voor het uitbouwen van een sociaal netwerk?

Slide 18 - Open vraag

netwerk in kaart brengen
client zelf verantwoordelijkheid laten nemen
regelmatig bespreken
vastleggen in dossier 
Welke tips heb je om een relatie te herstellen?

Slide 19 - Open vraag

omgaan met ruzie
aanpak
zelfonderzoek
Welke tips kun je bedenken voor onderhouden van contacten?

Slide 20 - Open vraag

zoek naar manieren
houd rekening met practisch en financiele gevolgen
daag de client uit
gebruik van sociale media en pc
bespreek hoe je gebruik kan maken van verjaardgsmomenten enz.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer in zorgpad:
4.1 Bestudeer de theorie en test daarna je kennis
4.1 Bestudeer de theorie en test je kennis

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een ecogram voor een studiegenootje.
Voer een gesprek, waarbij je gebruik maakt van de vragen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies