jazz - HV4 - 10 SEPT

jazz
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 25 videos.

Onderdelen in deze les

jazz

Slide 1 - Tekstslide

Ontstaan
Jazz ontstond in New Orleans in de jaren 20/30. Het waren vooral de Afro-Amerikanen die jazz maakten. Jazz ontstond uit een combinatie van meerdere muziekstijlen die al bestonden; de ragtime uit de cafés, blues en gospels uit de kerk . 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Jazz
Muzikanten mixen al de invloeden tot de jazz, een nieuw soort dansmuziek. Het allerbelangrijkste voor de jazz is de improvisatie. Veel gebruikte instrumenten zijn blazers, slagwerk en zang. Later komen daar gitaren en een piano bij. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: Presentaties Jazz + Soul
Informatie - artiest/band
2 nummers per artiest/band analyseren
(tempo, instrumenten, dynamiek, tekstinhoud, vormschema, muziekkenmerken jazz/soul koppelen aan fragment.

PowerPoint + Verslag 
PowerPoint van te voren mailen naar de docent! Mail of Teams

Slide 5 - Tekstslide

Presentaties: Jazz + Soul

Woensdag 2 oktober:
Wail, Nooreen, Jane, Emma

Woensdag 9 oktober:
Sophia, Anne, Bas, Cassidy


 Dinsdag 15 oktober:
Ties, Mose, Jesley

Woensdag 16 oktober:
Luka, Luuk, Deniz, Leon

Slide 6 - Tekstslide

VANDAAG
- Doornemen - HF. Jazz

- Maken: - hf. Jazz >  2. Dixieland + 3. Swing (Niveau 1)
(HUISWERK: DINSDAG 17 SEPTEMBER)

Slide 7 - Tekstslide

Blues
Blues wordt met name gemaakt/gezongen door de Afro-Amerikanen. Het komt voort uit de liederen die de slaven zongen op de plantages. De slaven bezongen hun extreem slechte omstandigheden om door de dag heen te komen. 
In de 20e eeuw is er geen slavernij meer, maar hun leven is nog steeds ellendig en dat bezingen ze. Hierna volgt een fragment. 

Slide 8 - Tekstslide

Blues kenmerken 1/2
  • Inhoud: neerslachtige karakter → afspiegeling van toenmalige zorgelijke situatie van dagelijks leven → na afschaffing van slavernij is hij vrij, maar heeft geen rechten
  • Slepend tempo → langzame swing-beweging (subtiel uit de maat, spannende timing) met uitroepen (‘call and response’)

Slide 9 - Tekstslide

Blues kenmerken 2/2
Uitvoering:
  • ‘Blue notes’ → noten die in combinatie met de begeleidingsakkoorden een spanning oproepen
  • ‘Dirty intonation’ → rauw, schrapend stemgeluid
  • ‘Glissando’ → glijdende uithalen
  • Waarom worden deze wijzen van uitvoeren gehanteerd?

Slide 10 - Tekstslide

Call and Response

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

St. Louis Blues

Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video

01:00
BENOEM 3 MUZIKALE KENMERKEN VAN BLUES IN DIT FRAGMENT

Slide 16 - Open vraag

Ragtime 
Ragtime is een muziekvorm waar in de Afro-Amerikaanse muziek en de Europese klassiek samenkomen. Ragtime is oorspronkelijk gemaakt voor piano. De kern van het genre is “Hit the note twice”. De baspartij (op piano dus) wordt heel strak gespeeld, terwijl de hoofdmelodie daar juist ritmisch tegenin gaat. In elk geval klinkt het een beetje alsof er niet in de maat gespeeld wordt. Een voorbeeld maakt het duidelijker!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Ragtime: kenmerken
  • De eerste vorm van vermenging →  eerste genoteerde zwarte muziek
  • Marsachtige pianomuziek met een swingende melodie 
  • Vaak gespeeld in “honky tonks”
  • Kenmerken:
  • Strakke baspartij, melodie gaat hier tegenin
  • ‘Ragged time’ → gescheurde maat (klinkt als: melodie loopt voor begeleiding uit of er juist achteraan)
  • Improvisatie

Slide 19 - Tekstslide

Jazz
Muzikanten mixen al de invloeden tot de jazz, een nieuw soort dansmuziek. Het allerbelangrijkste voor de jazz is de improvisatie. Veel gebruikte instrumenten zijn blazers, slagwerk en zang. Later komen daar gitaren en een piano bij. 

Slide 20 - Tekstslide

JAZZ STIJLEN - OUDE STIJL - 1910 - 1940
NEW ORLEANS JAZZ
 CHICAGO JAZZ
  SWING


Slide 21 - Tekstslide

NEW ORLEANS JAZZ (7.3)
- 1910 - 1920
- collectieve improvisaties: door elkaar heen improviseren
- klinkt wat chaotisch , vrij, melodieën klinken door elkaar
- instrumenten: klarinet, trompet, trombone, ritmesectie: drums, banjo, en akoestische bas
- swing + syncopische ritmes


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

CHIGAGOJAZZ (7.4)
- 1920 - Verschuiving naar stad: Chigago
- opnamestudio + platenindustrie

- is meer gestructureerd, muzikanten improviseren na elkaar
-scat vocals: improviseren met de stem met klanken zonder betekenis.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

SWING
1930
commercieel
 duidelijke structuur met bandleider
bigbands: grote jazz orkesten (3 blazers sectie: trompet sectie, trombone sectie, saxofoonsectie, ritmesectie: drums, bas, gitaar, piano
dansbaar + call and response (tussen 2 secties)
-

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Begrippen - Jazz
Walking bass: lopende bas, op elke toon speelt de contrabas een noot.
scat vocals/scatten: improviseren met je stem met klanken zonder betekenis.

Call and response: vraag en antwoordspel tussen instrumenten. Voor en nazingen/spelen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

JAZZ - NIEUWE STIJL - VANAF 1940
BEBOB
COOL JAZZ
HARDBOP
FREE JAZZ
FUSION JAZZ en LATINJAZZ

Slide 32 - Tekstslide

BEBOP (7.5)
Na de WO2
- nieuwe radicale stijl
- terugkeer kleine bezetting
- bezetting: ritmesectie, trompet, saxofoon
- super snel tempo, snelle akkoordwisselingen, improvisaties
- virtuoos, moeilijke akkoordwisselingen/melodieën. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

COOLJAZZ (7.5)
vanaf jaren 50
- milde, langzame vorm
- minder complex en  en snel
- het woord: cool - relaxt

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

FUSION JAZZ (7.6)
Fusion - jazz: zorgt weer voor populariteit in de jazz muziek. 
Fusion = jazz-rock: elektrische gitaar, piano, synthesizer, bas wordt gebruikt.
-rechte rockritme


Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

LATIN JAZZ(7.6)
- invloeden uit Zuid-Amerika (latin)
- dansen: samba, bossa nova, salsa, mambo
- ritmesectie uitgebreid: conga's (grote trommels), cowbell, claves (houten stokken), maracas (Sambaballen) en marimba (grote houten xylofoon), quiro (rasp)

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

jazz 
Jazz muzikanten maken veelvuldig gebruik van call and response. Een geïmproviseerd muzikaal gesprek met een vraag-antwoord structuur, kijk maar

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

0

Slide 46 - Video

Jazz in de 21ste eeuw
- paragraaf: 7.7

- jazz vermengt zich met funk, dance, hiphop
- jazz heeft een blijvende invloed op muziek van vandaag!

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

0

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Een ander woord voor Jazzorkest wordt ook wel ........................ genoemd?

Slide 51 - Open vraag

Wat is de maatsoort van dit nummer?
A
3/4
B
4/4

Slide 52 - Quizvraag

Slide 53 - Video

Welke genre hoor je hier?
A
Blues
B
Ragtime
C
New Orleans Jazz
D
Latin Jazz

Slide 54 - Quizvraag

Slide 55 - Video

Hoe wordt deze manier van zingen ook wel genoemd?

Slide 56 - Open vraag

Instrumententrainer
Oefenen met - blaasinstrumenten + instrumenten wereldmuziek

- Ga naar BeatsnBits
- Klik op Skillbox
- Klik op Instrumententrainer
- Oefen met blaasinstrumenten + wereldmuziekinstrumenten 

Slide 57 - Tekstslide