6.5 Mens en milieu

6.5 Mens en milieu
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.5 Mens en milieu

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
 - Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
- Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van klimaatverandering.

Slide 2 - Tekstslide

Het gebruik van grond en water door mensen beïnvloedt de leefomgeving van planten en dieren. Mensen halen ook stoffen uit het milieu en laten er stoffen in achter.

Slide 3 - Tekstslide

Groeiende wereldbevolking


Al die mensen gebruiken samen heel veel energie en grondstoffen. Ze produceren ook heel veel afval 

Slide 4 - Tekstslide

Invloed op het milieu
De belangrijkste oorzaken van milieuproblemen zijn:
• de bevolkingstoename
• de manier van leven van de mens

De mens zorgt op twee manieren voor milieuproblemen:
• door uitputting: zo veel stoffen uit het milieu halen dat ze opraken
• door vervuiling: stoffen aan het milieu toevoegen die schadelijk zijn

Slide 5 - Tekstslide

Uitputting
Mensen gebruiken aardolie, aardgas en steenkool als brandstof.  Aardolie, aardgas en steenkool zijn fossiele brandstoffen. Die raken uitgeput.

Om machines, apparaten, huizen en kleding te maken gebruiken we grondstoffen. Ook deze raken uitgeput.

Slide 6 - Tekstslide

Luchtvervuiling
 Een belangrijke stof in mest is stikstof. Een deel van de stikstof uit mest komt terecht in het grondwater en in de lucht.

Stikstof is een oorzaak van luchtvervuiling. Via het grondwater en de lucht komt de stikstof terecht in natuurgebieden. Daardoor verandert de plantengroei.

Slide 7 - Tekstslide

Bodemvervuiling
Een gif is een stof die schadelijk is voor organismen. In het verleden werd giftig afval soms op vuilnisplaatsen gestort. Zo zijn op veel plaatsen giftige stoffen in de bodem gekomen. Dit noem je bodemvervuiling. 

Slide 8 - Tekstslide

Watervervuiling
In de landbouw worden gifstoffen gebruikt om planten te beschermen tegen insecten en ziekteverwekkers. Deze gifstoffen kunnen in het water van sloten of in het grondwater komen. Dit is een voorbeeld van watervervuiling.

Slide 9 - Tekstslide

Door de zonnestraling warmt de aarde op. De aarde straalt deze warmte ook weer uit. Bepaalde gassen in de dampkring houden de warmtestraling van de aarde tegen. 

Deze gassen noem je broeikasgassen. De belangrijkste broeikasgassen zijn koolstofdioxide en waterdamp.

Slide 10 - Tekstslide

Deel van de warmte-uitstraling van de aarde wordt tegengehouden door gassen in de dampkring

Slide 11 - Tekstslide

De dampkring houdt daardoor meer warmte vast. Daardoor stijgt de temperatuur op aarde. 

Dit is het versterkte broeikaseffect.

Slide 12 - Tekstslide

Klimaatveranderingen
- Zachtere winters en warmere zomers. Ook krijgen we meer extreem weer, zoals storm of hagelbuien.
- Door de klimaatverandering komt er in de zomer vaker blauwalg voor in het water.
- De stijging van de zeespiegel. Kans op overstromingen!
- Droogte: Te kort aan zoet water en drinkwater

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide