Ma 13 febr Koppelteken

Koppelteken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Koppelteken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet wanneer je een koppelteken gebruikt.
  • Je gaat een opdracht maken waarin je het koppelteken gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppelteken
Koppelteken:
  • Bij samenstellingen
  • Om uitspraak duidelijk te maken
  • Alleen als het nodig is 

Zoeven of zo-even, stageuren of stage-uren, naapen of na-apen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn samenstellingen?
In het Nederlands kun je ontelbaar veel en in principe oneindig lange samenstellingen maken. 
Als je van rug en zak de samenstelling rugzak hebt gemaakt, kun je verdergaan met rugzaktoerisme en rugzaktoerismebranche, en bijvoorbeeld ook met lichtgewichtrugzak, lichtgewichtrugzakbranche

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelteken
De meeste samenstellingen schrijf je aan elkaar:
kassameisje, wijkagent, politiebureau, schoolkantine

Bij een klinkerbotsing gebruik je een koppelteken:
auto-ongeluk, lente-ui, video-opname

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelteken
Maar ook in samenstellingen waarbij dat niet per se nodig is, kan voor de leesbaarheid een koppelteken gezet worden. 

stresssituatie of stress-situatie 
zijingangdeur of zij-ingangdeur

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelteken
Je gebruikt een koppelteken als er in het samengestelde woord een afkorting voorkomt.

bijvoorbeeld:
usb-stick

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken bij aardrijkskundige namen

bijvoorbeeld:
Zuid + Holland = Zuid-Holland

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelteken
Uitzonderingen
Je gebruikt een koppelteken als er in het samengestelde woord cijfers voorkomen.

bijvoorbeeld:
80-jarige

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat: Opdracht 2 en 4 op blz 118, 119 (spelling blok 3)
Hoe: In je eigen schrift 
Hulp: Rustig overleggen mag
Tijd? 15 minuten

Klaar? Haal het antwoordenblad op van mij bureau

Niet klaar? Huiswerk voor volgende week
Opdracht maken

Slide 10 - Tekstslide

Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.