Middeleeuwen

Middeleeuwen
500-1500

Achtergrond
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Middeleeuwen
500-1500

Achtergrond

Slide 1 - Tekstslide

Bestuur
Franken namen de macht over van de Romeinen
- Karel de Grote
- Feodale stelsel
- decentraal geregeerde staatjes

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur
Drie periodes:
- Vroege middeleeuwenv(500-1000)
theocentrisch en ridderlijk, alles was gericht op adel of kerk
- Hoge middeleeuwen (1000-1300)
ontstaan eerste stede, ontwikkeling burgers, start literatuurgeschiedenis
- Late middeleeuwen (1300-1500)
burgerlijk

Slide 3 - Tekstslide

Beeldende kunst en muziek
- Kunst diende om mens te wijzen op  het goddelijke en de vergankelijkheid van het leven.
- Romaans en gothisch
Eerste kenmerk: theocentrisch : kathedralen en kerken
Tweede kenmerk: ridderlijk: kastelen, uitbeelden dappere ridders
Derde kenmerk: burgerlijk: gotische stadhuizen, gildehuizen en portretten
Muziek:
-Greogoriaans, eenstemmig, later ook meerstemmig

Slide 4 - Tekstslide

Literatuur en taal
Tot eind 1000 (elfde eeuw) alles in Latijn.
Latijn was de taal van de geleerden en de priesters.
Literatuur in de volkstaal werd mondeling overgeleverd.
Eind elfde eeuw werd er ook in volkstaal geschreven: start literatuurgeschiedenis!

Slide 5 - Tekstslide

Literatuur was ridderlijk en theocentrisch en gericht op adel
Genres: ridderromans en heiligenlevens
Eind dertiende eeuw werd literatuur ook didactisch en gericht op burgerij.

Slide 6 - Tekstslide

Literatuur was niet om te lezen maar om te luisteren.
Troubadeurs: schrijvers
Jongleurs en minstrelen: voordragers
Kenmerken: rijm, veel herhalingen, vaste combinaties

Slide 7 - Tekstslide

handschriften
codex
elk boek was met de hand geschreven, op bestelling
Miniaturen, vooral bij de initialen

Slide 8 - Tekstslide

Door de mondelinge overlevering en het kopiëren
ontstaan meerdere versies van hetzelfde verhaal.
Jongleurs/minstrelen veranderden zelf het verhaal.
Monniken vergaten delen of voegden zelf stukken toe.

Slide 9 - Tekstslide

Boekdrukkunst
Aan het eind van de middeleeuwen wordt de boekdrukkunst uitgevonden.
Boeken werden hierdoor goedkoper en bereikbaar voor een groter publiek.
Poëzie werd omgezet in proza, want het hoefde niet meer allemaal onthouden te worden.

Slide 10 - Tekstslide

Wiegendruk
incunabel:
- nabootsing schrijfletter
- initialen met de hand bijgetekend

Na 1500 lijken de boeken steeds meer op die van nu

Slide 11 - Tekstslide

Gemeenschapskunst
In de middeleeuwen behoorde kunst, en dus ook boeken, tot de gemeenschap. Je was onderdeel van een groep en talent was een gave van god, niet een eigen verdienste.
Plagiaalt bestond, kunst werd juist mooi gevonden als het opo andere werken leek 

Slide 12 - Tekstslide

Taal
Diets was de overkoepelende term voor de verschillende gesproken dialecten.
Middelnederlands is hetzelfde als Diets.
Geen uniforme spelling.

Slide 13 - Tekstslide

maken opdracht 1.1, 1.2 en 1.4
lezen § 4, 6 t/m8

literatuurgeschiedenis.nl
kkuijpers4A
lg5129

Slide 14 - Tekstslide

Ridderromans
Twee soorten: 
Frankische romans of Karelromans
Hoofse romans

Slide 15 - Tekstslide

Karelromans/ Frankische romans
Ook wel vóórhoofse romans genoemd of chanson de geste.
- Spelen zich af rond Karel de Grote (epische concentratie)
-ridderidealen zijn kracht en moed
- onderwerpen hebben te maken met oorlogen en feodale trouw
- vrouw speelt ondergeschikte rol

Slide 16 - Tekstslide

Hoofse roman
- ridder is een ontwikkeld en verfijnd mens
- idealen zijn hulpvaardigheid, rechtvaardigheid en hoffelijkheid
- gevechten en oorlogen zijn niet meer de belangrijkste onderwerpen, maar opkomen voor verdrukten, het redden van jonkvrouwen en het opsporen van geheimzinnige voorwerpen

Slide 17 - Tekstslide

Hoofse roman
Er zijn drie soorten hoofse romans:
- de klassieke roman
- de oosterse roman
- de Keltische roman

Slide 18 - Tekstslide

de klassieke roman
oude Griekse en Romeinse verhalen worden verplaatst naar de middeleeuwse cultuur

Slide 19 - Tekstslide

oosterse roman
ontstaan onder invloed van de kruistochten
de Arabische cultuur werd omgevorm naar een christelijke cultuur, alleen de uiterlijkheden zorgden voor een oosters tintje

Slide 20 - Tekstslide

Keltische roman
hierin wordt stof uit de Keltische cultuur verwerkt. Speelt daardoor vooral in Groot-Brittanië.
Ook weer te verdelen in drie soorten:
- Arthurromans
- romans over Tristan en Isolde
- Graalromans

Slide 21 - Tekstslide

Arthurroman
- Gaat over koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel
- historische kern is onduidelijk, heeft koning Arthur echt bestaan?
- de ridders gaan bijna altijd op queeste

Slide 22 - Tekstslide

Tristan en Isolde
gedwarsboomde liefde tussen Tristan en Isolde
(vergelijk ook Romeo en Juliette)

Slide 23 - Tekstslide

graalroman
Lijkt erg op Arthurroman, maar nu gaat de ridder op zoek naar de 'Graal'

Slide 24 - Tekstslide

Lied in de middeleeuwen
- mondeling overgeleverd, pas later opgeschreven
Twee belangrijke genres:
- ballade
- elegie

Slide 25 - Tekstslide

Ballade
- verhaal wordt sprongsgewijs verteld
- gebeurtenissen worden afgewisseld met dialogen
- veel herhalingen
- sfeer is ernstig en somber
- onderwerpen zijn ontleend aan sprookjes, sagen of ridderverhalen

Slide 26 - Tekstslide

elegie
klaagzang
- lyrisch gedicht met gevoelens van smart en wanhoop

Slide 27 - Tekstslide

toneel in de middeleeuwen
In de vroege middeleeuwen is toneel onder inlvoed van de kerk verdwenen, pas in de 14e eeuw worden er weeer toneelstukken geschreven.

Slide 28 - Tekstslide

Van den vos Reynaerde
Geschreven door Willem
Heeft ook een werk geschreven dat Madocke heet, geschreven. Dit boek is niet bewaard gebleven.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Satire
Bepaalde verschijnselen worden belachelijk gemaakt:
adel wordt vergeleken met een dierengemeenschap. Deze dieren worden belachelijk gemaakt met slechte eigenschappen.

Slide 32 - Tekstslide

Parodie
spottende nabootsing van een bestaande tekst:
ridderroman

Slide 33 - Tekstslide

Proloog
Inleiding, gebruikt om het publiek op te warmne voor het verhaal, hier zijn vaste motieven gebruikt (topos):
- vermelden van de naam van de auteur en eerder werk
- reden om het verhaal te schrijven
- de moeite die het gekost heeft
- gebruikte bronnen vermelden
- opdrachtgever noemen

Slide 34 - Tekstslide

nakijken gemaakte opdrachten

Slide 35 - Tekstslide