Les 21 hoofdletters_1G

met hoofdletter
zonder hoofdletter
namen van personen
aardrijkskundige namen
feestdagen
eerste woord van een zin
dagen van de week
maanden
historische gebeurtenissen
historische periodes
titels van boeken
windstreken
godsdiensten
talen
beoefenaars van godsdiensten
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

met hoofdletter
zonder hoofdletter
namen van personen
aardrijkskundige namen
feestdagen
eerste woord van een zin
dagen van de week
maanden
historische gebeurtenissen
historische periodes
titels van boeken
windstreken
godsdiensten
talen
beoefenaars van godsdiensten

Slide 1 - Sleepvraag

Oefening 1 p.196
Zoek bij elke kolom minstens twee voorbeelden uit het tekstje. (3 min) 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Oefening 2a p.197-198
Luister naar de informatie en noteer de woorden bij het tekstje p.198.

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de voorbeelden uit oefening 2a naar de juiste regel. 
De maanden van het jaar schrijf je niet met een hoofdletter. 
De dagen van de week schrijf je niet met een hoofdletter. 
Een eigennaam, die soortnaam geworden is, schrijf je zonder hoofdletter. 
De naam van een persoon schrijf je met een hoofdletter. 
De titel van een boek of film schrijf je met een hoofdletter. 
Een historische gebeurtenis schrijf je met een hoofdletter. 
Een windstreek schrijf je met een kleine letter. 
Na een cijfer of symbool bij het begin van een zin schrijf je geen hoofdletter. 
maandag
Zeppelin
zuiden
luchtschepen
Eerste Wereldoorlog
zeppelin
maart
Leve de zeppelin

Slide 5 - Sleepvraag

eigennaam die soortnaam geworden is --> geen hoofdletter!

Slide 6 - Tekstslide

Sint-Bernardus --> sint-bernardshond

Slide 7 - Tekstslide

Bordeaux -->bordeauxwijn

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

oef 3 p. 199 
- Raad je plaatje! Welke landen of steden kan je al invullen?

Slide 10 - Tekstslide

oef 3 p. 199 
- Raad je plaatje! Welke landen of steden kan je al invullen?

- Je hebt 5 minuten om de correcte informatie op p.200 aan te vullen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Oefening 4 p. 201
- Welke drie heilige zaken of personen vind je in de tekst?
--> met hoofdletter!

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 4 p. 201
- Welke drie heilige zaken of personen vind je in de tekst?
--> met hoofdletter!
--> Noteer bij a: Allah, Jahweh, God.

Slide 14 - Tekstslide

Oefening 4 p. 201

- Welke drie afleidingen van godsdiensten vind je in de tekst? --> zonder hoofdletter!

Slide 15 - Tekstslide

Oefening 4 p. 201

- Welke drie afleidingen van godsdiensten vind je in de tekst? --> zonder hoofdletter!
--> Noteer bij b: christenen, joden, moslims.

Slide 16 - Tekstslide

Kenniskader p. 201-202

Slide 17 - Tekstslide

Oef 6 p. 203: Dictee

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Individueel werk 
- oef 5 p. 202
- oef 7 p. 203
- oef 8 p. 204
Klaar? Verbeter jezelf met het ingevulde werkboek. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link