5.4 Samenwerking en democratie

De wereld na 1945
5.4 Samenwerking en democratie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

De wereld na 1945
5.4 Samenwerking en democratie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rick
Kees
Morris
Max
Pien
Jort
Gwen
Yfke
Veerle
Suus
Aafke
Lot
Annelaure
Eva
Puk
Milan
Neal
Luuk
Hidde
Thijs
Docent

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dave
Isa
Lara
Teun
Janne
Anouk B
Hannah
Esmee
Lise
Tess
Nina
Anouk E
Fleur
Sjors
Stan
Roos
Nahed
Myrthe
Indy
Lotte
Maud
Faris
Dharren
Szymon
Dirk
Luuk
Docent

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen deze les?
Pak je Cornellschrift en tekstboek.
Laptops dicht!
Uitleg par. 5.4 
Stellingen over de EU

Vragen over cijfer van hoofdstuk 4? Let op voor hoofdstuk 5!
Hulp nodig bij de opdrachten van hoofdstuk 5?
Schrijf je in voor KWT (de komende weken is er geen KWT-moment) of maak een afspraak!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je hoe:
  • de internationale samenwerking in Europa begon.
  • de samenwerking werd uitgebreid.
  • de democratie werd versterkt.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Kenmerkend aspect bij deze paragraaf: de Europese integratie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese samenwerking begint
Vanaf 1993 werken landen samen in de Europese Unie.

Het begon met de Benelux (1944), de economische samenwerking van België, Nederland en Luxemburg.
Dit werd het voorbeeld voor meer Europese integratie: (integreren) opgaan in een geheel.

Europese landen werkten vanaf 1952 samen in de EGKS: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in München (1963)
Uitbreiding samenwerking
Om de economische ontwikkeling en de vrede te bevorderen werd de samenwerking uitgebreid in 1958 met de EEG: de Europese Economische Gemeenschap.

Er ontstond een gemeenschappelijk markt 
met vrije handel tussen de lidstaten
land dat lid is van een internationale 
organisatie.

De EEG kreeg in Brussel een 
Europese Commissie: dagelijks bestuur van 
de EEG en later de EU. En een rechtbank, het Hof van Justitie.
Door hun samenwerking hadden de EEG-landen een spectaculaire economische groei.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Vanwege de economische voordelen werden in 1973 Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken lid.
  • In 1981 volgde Griekenland en in 1986 Spanje en Portugal.
  • In 1990 trad, na de val van de Berlijnse Muur, ook Oost-Duitsland toe.
  • En in 1995 komen Finland, Oostenrijk en Zweden erbij.
  • In 2004 treden maar liefst 10 landen toe, namelijk: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
  • Bulgarije en Roemenië volgen in 2007.
  • In 2013 is Kroatië als laatste erbij gekomen.
  • Met het vertrek van het VK in 2020 zijn er nu 27 lidstaten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Wat is de Europese Unie (klokhuis):
https://www.youtube.com/watch?v=pgRcHyBkVis
Tien Europese landen vormen in 1949 landen de Raad van Europa: organisatie van Europese landen ter bevordering van de democratie.

In 1950 sloten de lidstaten het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
waaraan wetten van die landen moeten voldoen. De controle hiervan vindt plaats door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: Europese rechtbank in Straatsburg
Democratie in Europa

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toekomst van Europa
Momenteel heeft de EU 27 lidstaten. 

Ieder Europees land kan lid worden als:
1. het land een democratie en rechtsstaat is.
2. het land een stabiele economie heeft.
3. het land de regels en het doel van de EU wil nastreven. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toekomst van Europa
In 2005 is de Europese Grondwet 
weggestemd door de burgers van 
Nederland en Frankrijk
In 2008 werd alsnog een Europese 
grondwet aangenomen 
(Verdrag van Lissabon)
Het probleem: Ongelijke welvaart in de landen. 
Het noorden van Europa is rijker dan het zuiden en 
het oosten. Rijke landen zijn bang dat ze moeten 
betalen voor armere landen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reizen, leren en 
werken in de EU
Voordelen van reizen binnen de EU:
  • Met een Europees paspoort hoef je niet meer te stoppen bij grenzen van landen die het Schengenakkoord hebben ondertekend.
  • Je hoeft geen geld meer te wisselen binnen de Eurozone.
  • In alle landen van de EU is 112 het gratis alarmnummer.
  • Je kunt in elk land van de EU werken, wonen en studeren. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Hoe werkt de Europese Unie (ProDemos): https://www.youtube.com/watch?v=_ndHdJAhM9Q

Slide 16 - Video

GeoClips over Roemenië in de EU:
https://schooltv.nl/video-item/geoclips-roemenie-ook-eu
De Europese identiteit
Het is lastig om een Europeaan te herkennen.
In 28 landen wonen bijna 500 miljoen mensen.
Zij spreken 23 verschillende talen, als je alleen de officiële talen meetelt.

Minder dan 5% van de burgers in Europa voelt zich in de eerste plaats Europeaan. Ze voelen zich meer Ier of Duitser of….

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese identiteit
Toch zijn er ook typisch Europese kenmerken:

1. de individualistische cultuur ( vrij zijn en persoonlijke ontwikkeling is belangrijk)

2. de Europese cultuur gebaseerd op christelijke tradities (kerstmis, zondag)

3. De Verlichting: de kracht van de rede en alle mensen zijn van nature vrij en gelijk >> mensenrechten zijn belangrijk in Europa

4. Het landschap en geschiedenis hebben gezorgd voor een handelscultuur en veel contact tussen landen (Dus steden lijken op elkaar, er zijn veel resten van de Grieks-Romeinse cultuur, kerken)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En... wat vind jij?


Nu volgen zes stellingen en één open vraag
over de Europese Unie!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is goed dat Nederland bij de Europese Unie hoort?
Ja
Nee

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

In alle EU - landen zouden dezelfde regels en wetten moeten gelden.
Bijv. in alle landen hebben kinderen evenveel vakantie.
Ja
Nee

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nederland moet uit de Europese Unie.
Ja
Nee

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Er moet één Europese president komen.
Ja
Nee

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen in Europa zou dezelfde taal moeten spreken.
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Alle landen in Europa moeten even rijk zijn.
Ja
Nee

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

In welk land van Europese Unie zou je het liefste willen wonen?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 27 - Video

Kinderen over de EU:
https://youtu.be/jgzGXFpevtE
We lezen samen !



Toen en nu: mensenrechten
                       blz. 83 van je tekstboek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Huiswerk bij deze les:
Infographic van de EU
Maak van par. 5.4
een samenvatting,
de opdrachten in GWP
of de keuzeopdracht in Cum Laude. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies