H8.2 Direct, indirect en diffuus

Uitwerkingen H8.2
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitwerkingen H8.2

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 15

Slide 2 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen.
a/ Waarom zijn lampen die direct licht geven, niet geschikt om gezelligheid en sfeer te scheppen?

Slide 3 - Open vraag

Beantwoord de volgende vragen.
b/ Welke twee soorten licht leveren de lampen die gebruikt worden in sfeerverlichting?

Slide 4 - Open vraag

Beantwoord de volgende vragen.
c/ Hoe komt het dat mensen het licht van deze lampen als 'zacht' ervaren? Wat geeft dat woord 'zacht' aan?

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 16

Slide 6 - Tekstslide


Gebruik bij deze opdracht je werkblad 8-1.
In het figuur zie je een lamp die boven een kruk hangt.
Teken de randstralen. Arceer het schaduwgebied dat daartussen ligt.
Maak een foto van je uitwerking.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 17

Slide 9 - Tekstslide


Gebruik bij deze opdracht je werkblad 8-2.
In het figuur  zie je Peter onder een straatlantaarn staan.
a- Teken de lamp van de straatlantaarn op de juiste plaats.
Maak een foto van je uitwerking.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Peter is 1,80 meter lang.
b- Laat met een berekening zien hoe hoog de lamp van de straatlantaarn boven de grond hangt. Schrijf stap voor stap op hoe je aan je antwoord bent gekomen.

Slide 12 - Open vraag

Opdracht 18

Slide 13 - Tekstslide


Gebruik bij deze opdracht je werkblad 8-3.
In figuur 11 zie je een tl-buis die boven een kruk hangt.
a- Teken de twee randstralen vanuit het linker uiteinde van de tl-buis.
Teken de twee randstralen vanuit het rechter uiteinde van de tl-buis.
Geef met blauw aan waar je de kernschaduw van de kruk kunt zien.
Geef met rood aan waar je de halfschaduwen van de kruk kunt zien.
Maak een foto van je uitwerking.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide


Een muis loopt over de kamervloer van de linker muur naar de rechter muur, onder de kruk door.

b- Beschrijf hoe de muis het licht op de vloer ziet veranderen.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht 19

Slide 17 - Tekstslide


In figuur 12 zie je een vloerlamp met leeslamp.

a- Wat voor soort licht geeft lamp 1?
b- Waarvoor gebruik je dat licht?
c- Wat voor soort licht geeft lamp 2?
d- Waarvoor gebruik je dat licht?

Slide 18 - Open vraag

Opdracht 20

Slide 19 - Tekstslide

a- Leg uit hoe het komt dat je de lichtbundels van een lasershow, als het een beetje mistig is, veel beter kunt zien dan bij droog weer.

Slide 20 - Open vraag

b- Leg uit hoe het komt dat schaduwen bij zonnig weer hard en scherp zijn, terwijl je bij een bewolkte lucht bijna geen schaduwen ziet.

Slide 21 - Open vraag

c- Leg uit hoe het komt dat wintersporters eerder last hebben van verblindend zonlicht dan toeristen die 's zomers in de bergen rondtrekken.

Slide 22 - Open vraag

Opdracht 21

Slide 23 - Tekstslide


In figuur 13 zie je twee portretfoto's. De fotograaf heeft bij beide foto's gebruikgemaakt van flitslicht.
a- In welke portretfoto is erg 'hard' licht gebruikt?
A
in de linker foto
B
in de rechter foto

Slide 24 - Quizvraag


In figuur 13 zie je twee portretfoto's. De fotograaf heeft bij beide foto's gebruikgemaakt van flitslicht.
b- Waaraan zie je dat het licht in deze foto 'hard' is?

Slide 25 - Open vraag


In figuur 13 zie je twee portretfoto's. De fotograaf heeft bij beide foto's gebruikgemaakt van flitslicht.
c- Waaraan zie je dat het licht in de andere foto 'zacht' is?

Slide 26 - Open vraag


In figuur 13 zie je twee portretfoto's. De fotograaf heeft bij beide foto's gebruikgemaakt van flitslicht.
d- Leg uit waarom fotografen er vaak voor kiezen om 'via het plafond te flitsen' in plaats van rechtstreeks.

Slide 27 - Open vraag

Opdracht 22

Slide 28 - Tekstslide


Een witte paraplu hoort bij de basisuitrusting van een professionele fotograaf (figuur 14).

a- Op welke twee manieren kan een fotograaf zo'n paraplu gebruiken volgens de tekst?
Als ........... of als ........ 

Slide 29 - Open vraag


Een witte paraplu hoort bij de basisuitrusting van een professionele fotograaf (figuur 14).

b- Welke van die twee manieren is afgebeeld op de foto in figuur 14? Waaraan zie je dat?

Slide 30 - Open vraag


Een witte paraplu hoort bij de basisuitrusting van een professionele fotograaf (figuur 14).

c- Teken hoe de paraplu, de flitslamp en het model bij de andere manier staan opgesteld.
Maak een foto van je uitwerking

Slide 31 - Open vraag


Een witte paraplu hoort bij de basisuitrusting van een professionele fotograaf (figuur 14).

d- Leg uit waarom dat zo is.

Slide 32 - Open vraag