h1c (4e uur, ma 1-2-21)

h1c, Montag den 1. Februar

Wie geht's?

Erzähl mal über deine Wochenende.
(Vertel eens over je weekend)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

h1c, Montag den 1. Februar

Wie geht's?

Erzähl mal über deine Wochenende.
(Vertel eens over je weekend)

Slide 1 - Tekstslide

Dauer
30 Minuten, 10:50-11:20 uur

Danach: Ende der Unterrichtsstunde 

und selbständiges Arbeiten

Slide 2 - Tekstslide

Hörprüfung (Luistertoets)
Luistertoets op di 9 februari

geen leerwerk

Bestanden via Teams, vragen via GoFormative

Slide 3 - Tekstslide

Hausaufgaben

Eigen verantwoordelijkheid

Je mag het opsturen voor feedback

Slide 4 - Tekstslide

Hausaufgaben
maken

  • 3 zinnen met 8 woorden uit de woordenlijst

  • Schritt 21: Aufagabe 1, 2 und 3

  • Schritt 22 Aufgabe 1 und 2

Slide 5 - Tekstslide

Lernziele
kennen
Je kent de getallen boven 101
je kent de woordenschat van Schritt 21 en 22

kunnen
je kunt je kamer omschrijven

Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben

  • Schritt 21 Aufgabe 2c

  • Schritt 21 Aufgabe 2c

Slide 7 - Tekstslide

Hausaufgaben


Schritt 21 Aufgabe 2c

Slide 8 - Tekstslide

Hausaufgaben
Schritt 22 Aufgabe 2c

Slide 9 - Tekstslide

Schritt 22 Aufgabe 3

Beschreibe auf Deutsch deinen Zimmer

Links steht
rechts steht

Slide 10 - Tekstslide

Grammatik: Zahlen
Achtung, getallen in Nederland hetzelfde als Duits (blz. 33)

  • 49 = negen en veertig
  • Duits = neun und vierzig

  • 57 = zeven en vijftig
  • sieben und fünfzig

Slide 11 - Tekstslide

Grammatik: Zahlen
  • 105 = honderdvijf
  • Duits= hundert fünf, let op de -t

  • 400 = vierhonderd
  • Duits = vier hundert 

  • 1000 = duizend
  • Duits = tausend, let op wel met een -d






Slide 12 - Tekstslide

Grammatik: Zahlen

  • miljoen en miljard zijn vrouwelijk

  • die Million, die Milliard

Slide 13 - Tekstslide

Zahlen: wie schreibt man das?
  • 106
  • hundert sechs

  • 246
  • zwei hundert sechs und vierzig

  • 1064
  • tausend vier und sechzig

Slide 14 - Tekstslide

Zahlen: wie schreibt man das?

  • 6543
  • sechs tausend drei und vierzig

  • 90.423
  • neunzig tausend vierhundert drei und zwanzig

Slide 15 - Tekstslide

Wiederholung Lernziele
kennen
Je kent de getallen boven 101
je kent de woordenschat van Schritt 21 en 22

kunnen
je kunt je kamer omschrijven

Slide 16 - Tekstslide

zelfstandig werken
Maken tijdens zelfstandig werken

Schritt 22 Aufgabe 3, Stempeln bitte

Huiswerk voor morgen: Schritt 23, Aufgabe 1 und 2

Slide 17 - Tekstslide

Wart ihr alle anwesend?


Aanwezigheidslijst

Slide 18 - Tekstslide

Bis Morgen
Viel Erfolg  = veel succes

Vragen = stuur een bericht in de chat 

Slide 19 - Tekstslide