12-2-21 Engels 1D

Nagekeken + gestart met paragraaf 3.1 
Ik leer over de cultuur van de Oude Grieken
Ik leer over het bestuur van het vroegere Athene
Begrippen die horen bij paragraaf 3.1 
Geschiedenis 
12-2-21 
Nakijken
Starten met opdrachten 7,8,9 
Hoe ging het?
afmaken opdrachten 7,8,9
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nagekeken + gestart met paragraaf 3.1 
Ik leer over de cultuur van de Oude Grieken
Ik leer over het bestuur van het vroegere Athene
Begrippen die horen bij paragraaf 3.1 
Geschiedenis 
12-2-21 
Nakijken
Starten met opdrachten 7,8,9 
Hoe ging het?
afmaken opdrachten 7,8,9

Slide 1 - Tekstslide

Deze les nodig: 
- Engelse boek
- Computer/ laptop om de les te volgen
- Telefoon om mee te doen aan de LessonUp les (log alvast in!)
- Potlood 
timer
1:30

Slide 2 - Tekstslide

De oude Grieken

Slide 3 - Woordweb

Leg het begrip uit:
Kolonie

Slide 4 - Open vraag

Leg het begrip uit:
mythe

Slide 5 - Open vraag

Leg het begrip uit:
stadstaat

Slide 6 - Open vraag

Leg het begrip uit:
democratie

Slide 7 - Open vraag

Nakijken
1
a 4 De Romeinen leerden veel van de Grieken.
 2 De Grieken leerden de bouwkunst van de Egyptenaren.
 1 De Egyptenaren bouwden de piramiden.
 3 De Grieken bouwden grote tempels.
b Je hebt een rondje gezet om: zee, bergen, Middellandse Zee, tempels, goden, Olympische Spelen.

2
Nike (je zegt: Niekè).

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken

3
Griekenland was onvruchtbaar – daarom zochten de mensen nieuwe gebieden.
Grieken verhuisden over zee – en stichtten daar koloniën.
Een kolonie hoorde – bij het moederland.
Door deze koloniën – werd de Griekse cultuur verspreid.
5
a Een stad die helemaal zelfstandig is, met eigen regels, wetten en bestuur.
b 1 De stadstaat Athene was een indirecte democratie.
 2 Iedereen die in de stad woonde, mocht mee beslissen over het bestuur.
c 1 De polis Athene was een directe democratie.
 2 Alleen mannelijke burgers mochten meebeslissen over het bestuur.

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken
6
a Directe democratie – Iedereen mag stemmen voor of tegen een plan.
 Indirecte democratie – Je stemt op mensen die namens jou beslissen over een plan.
b Omdat wij met veel meer mensen in een land wonen. We kunnen niet met allemaal tegelijk vergaderen over iets.
c Aan de ene kant wel, want de macht was in handen van een groep burgers en niet van een kleine groep.
 Aan de andere kant niet, want niet iedereen mocht meebeslissen.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag 
Ga aan de slag met opdracht 7,8,9

Start met opdracht 7B: Bouw een tempel voor de goden van opdracht 7a. Je vindt alle 'bouwstenen' op blz 147 en 149.
Wie heeft de tempel aan het einde van de les af? 

Slide 11 - Tekstslide

Afronding 
Hoe is het gegaan? 

Huiswerk: opdracht 7,8,9 

Slide 12 - Tekstslide