H4 extra oefenmateriaal stijlfouten

formuleren: goed of fout?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

formuleren: goed of fout?

Slide 1 - Tekstslide

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
correct
B
niet correct

Slide 2 - Quizvraag

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
correct
B
niet correct

Slide 3 - Quizvraag

Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
A
correct
B
niet correct

Slide 4 - Quizvraag

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.
A
correct
B
niet correct

Slide 5 - Quizvraag

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
correct
B
niet correct

Slide 6 - Quizvraag

Na te zijn overleden op 1 januari jongstleden, brachten wij onze opa naar zijn laatste rustplaats.
A
correct
B
niet correct

Slide 7 - Quizvraag

Jaren later heeft hij die achterstallige schuld nog steeds niet terugbetaald.
A
fout, verkeerde pv
B
goed
C
fout: dubbelop
D
fout enkelvoud/meervoud

Slide 8 - Quizvraag

Als je oud meubilair kwijt wilt, moet je ze bij het grof vuil zetten.
A
goed
B
foutief verwijzen
C
fout, interpunctie
D
fout: grofvuil

Slide 9 - Quizvraag

Op het platteland wordt echt heel veel drugs gebuikt.
A
B
C
goed
D
fout

Slide 10 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
fout, dubbelop
B
goed
C
fout, vanzelfsprekent

Slide 11 - Quizvraag

We moeten onze eigen cijferlijst uitprinten.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
onjuiste herhaling

Slide 12 - Quizvraag

Het rijst de spuigaten uit.
A
fout: spuitgaten
B
goed
C
fout: rijst -> loopt

Slide 13 - Quizvraag

De gele boterbloemen bloeien weer uitbundig
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Na korte tijd wisten de eerste docenten even later toch binnen te komen.
A
B
C
fout
D
goed

Slide 15 - Quizvraag

Je kunt in deze laatste periode beter voorkomen dat je geen onvoldoendes meer haalt, anders krijg je je cijfer onmogelijk nog opgehaald.
A
fout: herhaling woorden
B
Fout: verwijzen
C
goed
D
fout: dubbele ontkenning

Slide 16 - Quizvraag

Hij vroeg ... om advies.
A
hun
B
hen
C
ze
D
zij

Slide 17 - Quizvraag

Het allerleukste ... ik ooit heb meegemaakt is de ontmoeting met de koning van Spanje.
A
dat
B
wat

Slide 18 - Quizvraag

Het personage ... ik het leukste vind in de roman van Harry Mulisch is Anton.
A
wat
B
dat
C
die

Slide 19 - Quizvraag

Is deze quiz al reeds voorbij? Ik denk dat ik het wel heb begrepen.
A
Fout: kwis
B
goed
C
fout: dubbelop
D
fout: dubbele ontkenning

Slide 20 - Quizvraag

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenlijst te maken. Het komt dus goed uit dat ik graag lees.
A
B
C
goed
D
fout

Slide 21 - Quizvraag

Welke fout? 'De docent nam afscheid en werd een prachtig cadeau aangeboden. Namens de gehele afdeling werd het overhandigd.'

Slide 22 - Open vraag

Lopend naar de overkant van de straat, reed de auto hem bijna aan. Hij lette niet goed op toen hij op zijn telefoon aan het kijken was.

Slide 23 - Open vraag

Ik heb hen gisteren gevraagd om deze keer wat vroeger te komen. Er moet nog veel gedaan worden aan ons profielwerkstuk.

Slide 24 - Open vraag

Je wordt niet verkouden van tocht, maar van een virus. Niettemin is het toch verstandig uit de tocht te blijven, omdat je een lagere weerstand kan krijgen, waardoor je wel sneller een virus oploopt.

Slide 25 - Open vraag

De wetenschap is belangrijk, omdat hij leidt tot nieuwe ontdekkingen. Omdat er in degelijk onderzoek steeds geverifieerd én gefalsifieerd wordt, is de betrouwbaarheid van resultaten groot.

Slide 26 - Open vraag

Verder oefenen:
NN cursus 5 formuleren
Kern: theorie blz 92 t/m 101, Kern digitaal, klascode GTQ9-BSHL

Slide 27 - Tekstslide